
(Gepubliceerd in NOIZE Rockmagazine juni-augustus 1995)
Interview: Margit Schichtl
Fotografie/bewerking/vertaling: Harry Pater
Over Whitesnake is al veel geschreven, ook in voorbije uitgaven van NOIZE. We spraken in het verleden met Adje van den Berg, Steve Vai, Neil Murray, Cozy Powell en Mickey Moody. Alleen de Baas Zelf bleef steeds buiten bereik, tot onze grote vriendin Margit de kans kreeg om David voor een gesprek te strikken. Na de tournee die volgde op het album Slip Of The Tongue, die de band (met Adje) eindelijk naar Europa bracht werd het stil rond de band. Adje liet korte tijd van zich horen in Manic Eden en David ging een kortstondige verbintenis aan met Jimmy Page die hen helaas niet naar Europa bracht. Page ging weer terug naar Robert Plant en het werd weer stil rond Coverdale. Vorig jaar was Whitesnake ineens weer terug met een korte tournee langs kleinere zalen (zoals Noorderligt in Tilburg) en festivals (zoals Schüttorf in Duitsland en een verzamelalbum met daarop de grootste hits van de laatste jaren.
Waarom was het zo lang stil rond de band na de tournee in 1990?
‘Eigenlijk komt dat voornamelijk omdat ik me vrij verward voelde, in allerlei opzichten. Door het overmatig vele werken in de periode die daaraan voorafging, die ik tot aan 1990 vrijwel zonder rust heb doorgemaakt was ik vrijwel kompleet uitgeblust en afgeknapt. Daar kwam dan nog bij dat de optredens die we dat jaar niet me niet voor de volle honderd procent bevielen en ik er niet dat plezier aan had dat ik wel gewild en gehoopt had. Tijdens de Amerikaanse tournee bijvoorbeeld voelde ik me erg depressief en ongelukkig. Het was overigens niet zo, dat ik het gevoel had dat de muziek of de band vastgeroest waren, het kwam door strikt persoonlijke oorzaken die allesbehalve goed waren. Ik moest dan ook wel een lange pauze inlassen nadat de verplichtingen die ik had na het album en de tournee waren afgelopen. Ik moest enkele moeilijke beslissingen nemen in de privésfeer en moest eens goed met mezelf gaan overleggen wat ik nu precies wilde met mijn leven, en dat kostte natuurlijk de nodige tijd. Dat is nu allemaal achter de rug en ik ben er weer helemaal klaar voor!’
Je liet niet helemaal niets van je horen in die periode. Hoe kwam je samenwerking met Jimmy Page tot stand?
‘Begin 1991 werd ik door een vertegenwoordiger van het management van Jimmy benaderd met de vraag of ik wellicht interesse had om eens wat met hem samen te werken. Nou, dat was natuurlijk niet moeilijk voor mij om daar meteen enthousiast op te reageren: ik ken en bewonder Jimmy al lang voor de Led Zeppelintijd, ik was indertijd namelijk al een groot fan van de Yardbirds. Het aanbod was dan ook erg interessant en aanlokkelijk voor mij, vooral ook omdat het toch een wat andere richting dan Whitesnake op ging en dat was voor mij, vooral in die periode, geen slecht idee. Ik heb dan ook erg van dit Coverdale/Page project genoten, ook al omdat ik meerdere malen gehoord heb dat een verandering minstens zo goed is als een pauze.’
Betekent dit dat je sinds 1990 in feite helemaal niets meer met de Whitesnake muzikanten gedaan hebt?
‘Dat klopt, na onze Europese tournee vertrokken we naar Japan, waarna we in oktober de hele wereldtournee volbracht hadden. Ik legde toen aan de muzikanten uit dat ik een tijd rust nodig had en zei hen dat ze, wat mij betreft, als ze ergens anders konden en wilden werken, dat geen enkel probleem zou zijn. Ik wist op dat moment zelf totaal niet wat ik wilde, zoals ik al eerder vertelde. Het projekt met Page kwam me dan ook erg gelegen, ondermeer omdat het me duidelijk maakte dat de muziek op zich het belangrijkste is, en niet het image. Er ontstond tussen Jimmy en mij een magische vonk die het beste uit ons beiden haalde, wat we op dat moment te bieden hadden. Het enige wat me niet zo goed beviel in deze periode is dat we amper live gespeeld hebben, wat voor mij toch erg belangrijk is. Je moet namelijk weten dat studiowerk voor een noodzakelijk kwaad is, omdat ik op het moment dat ik in de studio bezig ben het allerliefst meteen op een podium klim en ga optreden voor een publiek. Het live optreden is mijn belangrijkste motivatie om in de muziekwereld te zijn en te blijven, al het andere is bijzaak. De enige optredens die we deden waren in december 1993 en januari 1994 in Japan. Toen ik daarna weer thuis was had de tourneekoorts me weer helemaal te pakken en wilde ik meteen door gaan, maar dat kon helaas niet door allerlei verplichtingen van Jimmy. Ik zocht daarom naar wegen om weer verder te gaan. Kort na mijn terugkeer uit Japan kwam Adrian (van den Berg) vanuit Nederland naar mijn huis in de States, om samen met mij aan nieuwe songs te gaan werken. Eigenlijk ontmoetten we elkaar niet als bandleden maar als vrienden, maar al snel gingen we gezamenlijk aan het songschrijven en kwam al snel het idee om Whitesnake maar weer van stal te halen.’

Heel Europa (nou ja, heel Europa…) was erg benieuwd naar Coverdale/Page live. Waarom trokken jullie alleen naar Japan?
‘Ik weet het eerlijk gezegd niet. Ik denk dat we gewoon het juiste moment niet hebben gekozen. De plaat werd uitgebracht en was erg suksesvol en we hadden toen meteen op tournee gemoeten. Maar, op de een of andere manier vertraagde alles tot het uiteindelijk te laat was om nog op tournee te gaan, mede omdat de verkoopresultaten toen al lang gestabiliseerd waren en we niet meer in de hitlijsten stonden. We zijn gewoon niet op het juiste moment op tournee gegaan, helaas, het spijt mij ook.’
Jullie hadden in Japan erg veel succes met jullie optredens, zo vernam ik (hetgeen ook op een aantal prima bootlegs te horen is).
‘Ja, dat klopt. Maar wat wil je ook als je na drie jaar werken zeven optredens doet dan moet het wel goed gaan, nietwaar? We hebben in elk geval een geweldige tijd gehad in Japan en ik werkte uitstekend samen met Jimmy.’
Je speelde in de nieuwste Whitesnake line-up met Adrian Vandenberg op gitaar, Rudy Sarzo op bas, Warren DeMartini op gitaar, Danny Carmassi op drums en Paul Merkovich op keyboards. Was het niet moeilijk om met name Adrian en Rudy weer voor Whitesnake te interesseren, net nu ze met Manic Eden een album in Japan hadden uitgebracht?
‘Al voordat Adrian bij Whitesnake zat waren wij al bevriend, dat goede contact is nooit verbroken, we bleven altijd met elkaar in contact. Daarbij moet je ook niet vergeten dat wij uitstekend en erg creatief met elkaar kunnen samenwerken. Hij is één van die personen die mij steeds weer weten te motiveren. Toen wij elkaar weer ontmoetten, zoals ik zonet al vertelde, was in een periode dat Adrian niets met Manic Eden te maken had. Wij benutten dus alle tijd die we hadden en we besloten op een gegeven moment dat het beter was om met mensen te werken die we kennen en met wie we goed kunnen opschieten. Dat was in feite het nieuwe begin van Whitesnake. Ik belde Rudy Sarzo, die werkelijk een van de aardigste muzikanten is die ik ken en die ik ook nog regelmatig sprak, en ik vroeg hem of hij interesse had om weer met mij te werken. Het antwoord was kort maar krachtig: ja!’
Je had natuurlijk ook allerlei andere oud-Whitesnake muzikanten kunnen vragen, zoals Bernie Marsden en Mickey Moody bijvoorbeeld?
‘Als deze muzikanten de nodige input in Whitesnake konden brengen dan zou ik ze vandaag nog bellen om terug te komen.’

Jij bent zelf een van de bekendste zangers in dit genre. Heb of had jij ook voorbeelden, zangers die jou inspireren of inspireerden?
‘Zeker weten! Veel blues- en soulzangers reken ik tot mijn voorbeelden, zoals Muddy Waters, Otis Redding, Wilson Pickett en B.B. King, de goede en bekende zwarte zangers uit de vroege periode, maar ook Joe Cocker bijvoorbeeld had een grote invloed op mij. Toen ik nog erg jong was wilde ik altijd als een zwarte zanger klinken, en Joe Cocker was degene die, althans in Engeland, als zanger vele deuren opende die voorheen alleen voor zwarte zangers geopend waren.’
Wat vond je trouwens van de Deep Purple reünie van vorig jaar, van de Mark II formatie?
‘Ik wenste hen veel succes en ik moet je zeggen dat ik Jon Lord, die ik als een trouwe en goede vriend beschouw, erg mis. Overigens vraag ik me af hoe de anderen op een andere gitarist dan Ritchie Blackmore zullen reageren, vooral omdat hij een van de belangrijkste oprichters van Deep Purple was.’
Had jij overigens ooit gedacht benaderd te worden om na het vertrek van Joe Lynn Turner weer tot Purple toe te treden?
‘Nee. Sommige mensen denken vast dat ik bij het naar bed gaan en opstaan altijd aan Deep Purple denk, maar dat is absoluut niet zo. Als ik niet gevraagd wordt denk ik er ook niet over na, zo eenvoudig ligt dat wat mij betreft. Natuurlijk was Deep Purple een springplank voor mij en ik heb veel aan de band en die periode te danken en ik heb in die tijd veel geleerd. Ze hebben mij de kans gegeven om van kleine clubs naar grote baseballstadions te komen, maar ik neem me voor om van het verleden te leren en er niet in te leven!’
In Duitsland ging het gerucht dat Ritchie Blackmore de tweede gitarist van Whitesnake zou zijn, naast Adrian…
(lacht lang en hard)… ‘Adrian’s manager vertelde me al dat dat gerucht ging. Maar… (lacht weer lang en hard)… daar is nooit sprake van geweest!’

Official Whitesnake website: http://www.whitesnake.com
Official David Coverdale website: http://www.davidcoverdale.com