(Gepubliceerd in Music Maker # 12 – 2001)
TEKST: HARRY PATER
FOTOGRAFIE: HENRY KNEGT
Ivar verontschuldigt zich voor late komst. Hij heeft eerder dag te horen gekregen dat hij over niet al te lange tijd zijn woning in een antikraakpand verlaten omdat de eigenaar een nieuwe bestemming gevonden heeft. Van Ivar, 26 jaar, verscheen op 19 februari (zijn verjaardag) het gelijknamige en door hemzelf geproduceerde debuutalbum, dat in Music Maker Antjes Absolute Aanrader van de maand mei was.
‘Ik ben gitarist, toetsenist, componist en zanger en schrijf al vanaf m’n vroege pubertijd liedjes binnen verschillende bandjes. In IJmuiden, waar ik vandaan kom, en in Amsterdam waar ik nu al zo’n zeven á acht jaar woon. Ik heb de muziek altijd als hoofddoel gezien. Ik heb ook opleidingen gevolgd die met muziek te maken hebben, zo heb ik twee jaar conservatorium gedaan in de richtingen zang, jazz en popmuziek.’
‘Een jaar of drie geleden kwam ik tot de conclusie dat ik het anders moest gaan doen omdat het financieel behoorlijk ging wringen. Ik besloot toen om een normale baan te nemen met een opleiding daarbij, eerst als video engineer en daarna als video editor. Dat ging via een vriend van me die bij een video editing-bureau werkte. Deze vriend, met wie ik ook in een bandje speelde, had demobandjes met mijn stem erop achtergelaten bij mensen uit de reclamewereld, vooral componisten. Uiteindelijk kwam dat bandje bij Jan Tekstra terecht, die directeur en A&R-manager van mijn label is, executive producer van mijn album, èn gitarist op de plaat en in mijn band.’
‘Ik schrijf ook voor andere mensen, samen met een vriend van me: Gert Jan Stam, we vormen een schrijversduo. Momenteel zijn we bezig met repertoire voor Monique Bakker, de zangeres van Candy Dulfer. En we hebben een liedje geschreven voor Ilse DeLange. Ik hoorde dat ze voor haar volgende plaat repertoire zoekt en dat ze wat meer de soulkant op wil, dus ik dacht: laten we het maar proberen. We hebben het overigens nog niet ingestuurd naar haar, dus of ze het gaat gebruiken is nog lang niet zeker. Verder schrijven we voor een Nederlandstalig project van ons met allerlei invloeden, eigenlijk een soort wereldmuziek. En natuurlijk schrijf ik voor mezelf, ik wil graag zo snel mogelijk weer de studio in om nieuwe nummers op te nemen.’
Ivar heeft een contract bij platenmaatschappij Universal, zoals hij zelf noemt `de grootste familie van Nederland’, bij het label Phonogram waar co-producer Jan Tekstra dus directeur en A&R-manager van is. Hoe bevalt het om bij zo’n major te zitten?
‘Het is geven en nemen en omdat ik erg gretig ben, neem ik vooral heel veel. Dus als ik vind dat iets niet goed gaat of dat iets mijn voortgang in de weg staat dan zeg ik daar iets van, en dat kan nog wel eens tegen je werken. Dat realiseer ik me heel goed. Ik heb geen manager die dat voor me doet en ik sta er dus in feite alleen voor. Je hebt natuurlijk te maken met stemmingen van mensen en je moet je realiseren dat die mensen ook hun best doen, ook al heb jij dat niet meteen in de gaten, en die ook een ego hebben. Net zoals ik een ego heb en heel erg m’n best doe. Daar moet je toch rekening mee houden, want als je echt verkeerd naar zo iemand gaat reageren dan zou dat wel eens heel negatief voor jou kunnen uitpakken als dat net jou verder kan helpen. Daar heb ik in het afgelopen jaar heel erg aan moeten wennen, juist omdat er zo veel gebeurd is. Daarom vlieg je soms misschien wat uit de bocht.’
‘De andere kant van het verhaal is dat de platenmaatschappij heel hard voor mij heeft gewerkt en dat ik het afgelopen half jaar veel te zien ben geweest in de bladen en op de televisie.’
Over belangstelling van de pers, radio en tv heeft Ivar tot nu toe dus niet te klagen. Nog voor de release van het album stond het nummer Mine, dat als eerste single werd uitgebracht, al in de playlist van 3FM, terwijl Ivar in de Week van de Nederlands Popmuziek (in februari) ook met een optreden via die zender te beluisteren was. In maart trad hij voor het eerst live op, in het programma ParadisoLife. Interviews in bladen als Nieuwe Revu, OOR, Carp en Playboy volgden. Alle recensies in de verschillende muziekbladen waren positief tot zéér lovend.
Ivar: ‘Helaas heeft het niet geresulteerd in stijging van de albumverkoop. Vraag niet hoe dat komt, want er zijn niet veel bladen waar ik niet in heb gestaan. Ik ben gepresenteerd door m’n platenmaatschappij en daarna heel goed ontvangen door de pers. Dat zegt natuurlijk heel veel over mijn plaat en dat ik daar trots op ben mag dus duidelijk zijn. Maar dat dit geen effect heeft gehad op de plaatverkoop begrijp ik ook niet. Radio 3 begon spontaan Mine te draaien zonder dat wij het wisten, zodat Universal besloot dat nummer gauw op single uit te brengen en toen moest er natuurlijk een videoclip worden opgenomen. Maar zoiets vergt nogal wat voorbereiding en tegen de tijd dat de single te koop was, stond nummer al niet meer op de playlist en verkocht het dus slecht.’
‘Wat wel helpt: als we ergens optreden, verkopen we daarna meteen weer een behoorlijk aantal cd’s in zo’n stad. Ook hebben enkele ketens van platenwinkels het album in hun luisterbox gezet zodat mensen er wat makkelijker toe komen om de plaat te beluisteren. Dat komt de verkoop ook iedere keer ten goede. Ik heb een principecontract voor drie albums gesloten maar dat zegt niks, want het kunnen ook drie albums over een periode van acht jaar zijn bijvoorbeeld. Er zit natuurlijk wel een limiet aan, want een platenmaatschappij moet binnen een bepaalde periode een optie nemen op een album of een single. Doen ze dat niet, dan valt er een gat. Maar in principe maak ik nog twee albums voor Universal en ik ben ook vast van plan om die te gaan maken.’
Hoe schrijf je songs?
‘Ik heb de liedjes voor dit album vooral vanuit de melodie, de muziek, de harmonie en het metrum, de groove dus, geschreven. Niet alles overigens, ongeveer 60 procent, de rest vanuit de tekst. Ik heb geprobeerd de teksten zo goed mogelijk melodisch en metrumtechnisch te laten aansluiten op de melodielijnen en de arrangementen. Op dit moment schrijf ik heel droog met alleen een gitaartje. Ik heb meestal al een tekst klaar. Ik ben nu dus heel basaal bezig, meer nog vanuit het liedje.’
Je hebt conservatorium gedaan, nog wat geleerd daar?
‘Vooral bepaalde vaardigheden op het gebied van het denken in structuren over muziek en dat aanwenden in mijn eigen manier van songschrijven. Verder solfège oftewel toonleer, ritmes tellen, jazzharmonieleer, klassieke harmonieleer, waar ik meer aan gehad heb dan aan jazzharmonieleer en verder… Ik kan niet zeggen dat ik daar heb ik leren zingen.
Zingen doe ik op een bepaalde manier en op het conservatorium werd ik door sommige docenten toch in richtingen geduwd die ik niet wilde. Het conservatorium is nu eenmaal een soort lerarenopleiding en daar hoort dan blijkbaar een bepaalde manier van zingen bij, die niet de mijne is. Ik heb wel veel gehad aan de lessen in ademtechnieken, van Herman van Doorn. Hij heeft me geleerd om laag te ademen, vanuit het middenrif dus, want daar heb je meer ruimte dan bovenin je lichaam. Ik heb er ook leren drummen, want je kon je daar iedere dag inschrijven om voor een paar uur een drumhok te gebruiken en dat heb ik veel gedaan. Ook heb ik er geleerd om basgitaar te spelen. Verder reikte mijn ambitie niet, dus ik ben niet aan de blaasinstrumenten gegaan.’
Had ie al studio-ervaring?
‘Voordat ik dit album opnam had ik al wel een beetje studio-ervaring. Met m’n eerste bandjes heb ik wat demo’s opgenomen en met m’n laatste bandje probeerde ik een cd op te nemen, maar op een gegeven moment was het budget op en bleek het een doodlopende weg. Maar voor deze plaat was het de eerste keer dat ik echt voor mezelf bezig was met een gefixeerd einddoel: deze cd komt er hoe dan ook. Het album is precies geworden wat ik voor ogen had. Een cd is natuurlijk een tijdsbeeld, maar dat tijdsbeeld klopt in mijn hoofd, dus is het goed. Zoals ik met de muzikaliteit ben omgegaan de afgelopen jaren klopt het helemaal.’