(Gepubliceerd in NOIZE Rockmagazine #1, januari 1990)
De bekendste Nederlandse rockgroep is ongetwijfeld het Haagse viertal Cesar Zuiderwijk (drums, percussie), Rinus Gerritsen (bas, keyboards), George Kooymans (gitaar, zang) en Barry Hay (zang, gitaar, dwarsfluit, saxofoon) samen vormen zij sinds het begin van de jaren zeventig de onverwoestbare GOLDEN EARRING.
De groep ontstond in 1961 als beatgroep The Golden Earrings en had in 1965 een eerste hit met “Please go”. Eind 1966 komt Barry Hay de gelederen versterken nadat de eerste zanger Frans Krassenburgs de groep had verlaten. Na verschillende wisselingen op de drumkruk (o.a. de bekende producer Jaap Eggermont was jarenlang Earring-drummer) kwam eind 1969 Cesar Zuiderwijk de groep versterken. Tot op de dag van vandaag is dit viertal bij elkaar gebleven. Korte tijd kwam stergitarist Eelco Gelling (van het beroemde Drentse Bluesgezelschap Cuby + Blizzards) de groep versterken evenals, iets eerder, Robert-Jan Stips, die tegenwoordig bij de Nits zlt. Beiden hielden het echter niet lang vol bij de Earring. In 1969 werd de groepsnaam van Golden Earrings veranderd in Golden Earring en veranderde de muziekstijl drastisch!
De Earring heeft verscheidene grote hits gehad in Nederland en daarbuiten. Met name Radar love schopte het ver: hoog in de Amerikaanse Top 10, De Earring vertrok dan ook (het was inmiddels eind 1974 geworden) voor een uitgebreide tournee naar de Verenigde Staten, die erg succesvol was. De volgende platen brachten helaas niet het succes dat de Earring graag gegund was. De afgelopen zomer maakte de Earring een uitgebreide tournee door ons land. Ondergetekende heeft de groep het afgelopen seizoen vier keer live bezig gezien en durft dan ook rustig te stellen dat de Earring, ondanks dat het geen broekies meer zijn nog steeds een erg goede live band is, die ook prima platen weet te maken Keeper of the Flame is zeker een van de beste Earring-platen van de afgelopen vijftien jaar. Het (normaal gesproken) twee uur durende Earring-concert geeft een goed overzicht van wat de groep in de afgelopen vijftien jaar heeft gedaan. Tijdens de vorige tournee kwam ook het repertoire van voor die tijd aan de beurt, nu stond uiteraard ook de nieuwe plaat centraal.
We spraken met zanger Barry Hay in de kleedkamer van het sportpark De Boshoek in het Overijsselse Hardenberg, waar de groep de uitsmijter was van het Klepperpop Festival, voor zo’n 2000 bezoekers.
De eerste vraag aan Barry: kun je in het kort vertellen hoe de Earring ontstaan is?
“Het is vroeger ontstaan als een bandje op school eigenlijk. We speelden gewoon eh… iedereen ging gewoon in een bandje spelen om meisjes te versieren op school en op ‘t strand en zo, en we speelden toen op schoolavondjes en in jeugdhonken, eigenlijk alleen in Den Haag. ‘t Eerste plaatje werd een hit en toen gingen we eigenlijk pas buiten Den Haag spelen. Veel covers speelden we, dat deed iedereen toen. Ik denk dat bijna elk bandje in het begin covers heeft gespeeld, elk bandje op de hele wereld eigenlijk. Je leert van andermans liedjes zelf spelen.”
Wat heeft Barry vóór de Earring gedaan?
“Ik heb voor de Earring eerst in een band gezeten die DON’T heette en die was vooral in de wijk waar we woonden heel erg populair en effe later ben ik gekomen bij een band die heette THE HAIGS en dat was een vrij populaire band in Nederland. We speelden door heel Nederland en Duitsland en België. Ik heb ook nog een maandje bij SHOCKING BLUE gezeten en dat vond ik wel aardig maar ik kon niet zo goed met die jongens opschieten en toen werd ik bij de Earring gevraagd voor de single Sound of the Screaming Day en dat leek me wel leuk en dat was een goede binnenkomer” (want: een flinke hit!).”
Door welke andere artiesten zijn de Earring beïnvloed?
“We zijn net als iedereen in die periode door iedereen beïnvloed. We luisterden naar alles, ik luisterde van zeg maar John Lee Hooker, blues weetjewel, naar Dingo Garcia, Argentijnse harpmuziek, gewoon naar alles, en wat daar tussen zat: Them, de Stones, noem maar op, Little Richard, alles waar ik m’n handen op kon leggen daar luisterde ik naar.”
Doe je dat nog steeds? “Minder dan toen, ik was toen fanatieker, ook omdat ik niks wist weetjewel, zo van: wat is dat? Bob Dylan? Oooh, weer wat nieuws en op een gegeven moment weet je
het wel en zoveel dingen die nu nieuw zijn die zijn meestal niet van het gehalte van de dingen die toen nieuw waren, moet ik helaas tot mijn spijt zeggen.”
Wat vindt Barry ervan dat veel artiesten en groepen van “toen” nu weer populair zijn? Eric Clapton, de Rolling Stones, Pink Floyd, enzovoorts.
“Het is toch gewoon kwaliteit weetje. Dat is bijna niet meer in te halen. Ik bedoel… er zijn heel weinig van die nieuwe bandjes, ja je hebt Duran Duran en wat heb je nog meer… hoe heten die andere klootzakken nou weer… Spandau Ballet, nou dat schiet niet op weet je wel. Dat is gewoon… ik ben benieuwd of die over tien jaar nog steeds staan te spelen. U2 en Simple Minds springen er dan wel een beetje boven uit, moet ik zeggen.”
De Earring heeft in de afgelopen achtentwintig jaar zoveel songs gemaakt, dat ze natuurlijk niet alles meer live kunnen spelen (“Gelukkig niet. anders zouden we zes en een half uur op de bühne staan iedere keer” zegt Barry).
Zijn er songs die Barry graag live zou willen spelen maar die niet gespeeld kunnen worden?
“We doen wel een paar nummers van vroeger die heel leuk zijn om te doen. Ik zou Mad love is coming bijvoorbeeld graag willen doen maar de charme van dat nummer vond ik de slidegitaar van Eelco Gelling daarin en die is hier niet meer dus dan mist er gewoon iets weet je wel. En daarom spelen we het ook niet meer.”
Jullie hebben vorig jaar een soort ‘gouwe ouwe’ tournee gedaan.
“Ja, daarvan zijn er een paar nummers blijven hangen die toch leuk waren, dingen als Please go en Sound of the Screaming Day die spelen we niet meer maar songs als Back home en She flies on strange wings en Just a little bit of peace in my heart die zijn overgebleven van die toer.”
Hoe worden nieuwe songs gemaakt nu niet alle Earring-leden meer in Den Haag wonen (George Kooijmans woont in België)?
“Ik rij gewoon naar hem (=George) toe, hij heeft meestal een ideetje. We zijn meestal gemiddeld een keer per week bij elkaar doordeweeks, niet om te spelen natuurlijk maar om aan nieuwe songs te werken. Ik rij naar hem toe, hij heeft een idee en dat werken we dan uit. Het is erg makkelijk werken want hij heeft een studio en we hebben dus gewoon vierentwintig sporen om op te pielen. Meestal is het zo dat we dan zo’n middag, avond en nacht stormen, dan hebben we wel wat.”
Gaan jullie het dan ook meteen live uitproberen?
“Nou soms wel, maar als we met een elpee bezig zijn hebben we daar meestal niet zoveel tijd voor want dan is net meer… dan ben je meer aan het opnemen dan aan het uitproberen. Dat gebeurt meestal later pas. We merken meestal pas later of een song het op de Bühne doet of niet.”
Golden Earring was de publiekstrekker van het Parkpopfestival in Den Haag, waar ruim driehonderdduizend mensen kwamen.
Hoe is het spelen op dit festival Barry bevallen?
“Het was heel erg leuk om te doen. We hadden alleen een beetje pech met de opnamewagen. Bepaalde lijnen waren verkeerd geschakeld. Het geluid op de PA was heel erg goed maar het geluid dat je op de teevee gaat horen daar klopt geen reet van en dat is echt heel spijtig. Want we deden een week later met dezelfde radiowagen iets voor Countdown (Café) met Huizerpop en dat klonk tien keer zo goed. Het is altijd verschrikkelijk lullig en ironisch dat op zo’n festival dat je naar buiten toe voor de mensen fantastisch klinkt en alles weet je wel, en het wordt gefilmd en het wordt op teevee uitgezonden dadelijk, misschien een kwartier of twintig minuten ervan en het klinkt helemaal kut weet je wel. het ziet er wel aardig uit, daar niet van, maar eh… een week later doe je iets waar in de plaats van driehonderdduizend misschien dertigduizend man staan en dat klinkt geweldig. dat zeikt mij verschrikkelijk af… maar ja, de wereld zit toch slecht in elkaar wat dat betreft.”
Wat vindt Barry van het in de openlucht spelen?
“Ik vind in de openlucht spelen leuk als het ‘s avonds is, overdag vind ik het verschrikkelijk vervelend of je moet zoiets hebben als Parkpop dat het stralend weer is en dat er een enorme sfeer hangt en dat iedereen in een festivalstemming is, dan ik het leuk. Maar meestal is het zo dat je eigenlijk in je blote kloten staat en je ziet al die mensen en het is allemaal… het heeft weinig glamour gewoon. Het geluid is meestal niet zo goed, want een zaal heeft natuurlijk akoestiek en buiten is er gewoon geen akoestiek, dan krijg je soms een ‘doppler’effekt.” (Je hoort jezelf meteen terug bij het zingen/praten.)
Enkele weken later zagen we de Earring op het verregende TT-Zomerpopfestival in Assen; Barry & Co. gingen er stevig tegenaan en van geen zin hebben was o.i. niets te merken!
Doet de Earring ook mee aan moderne technieken als sampling?
Barry: “Ja, vooral Rinus is daar een kei in geworden. Die is daar gelukkig ingedoken. Dat is meestal bij ons zo, als iets zich aandient, dat minstens één dan wel zich daar in verdiepen gaat. En Cesar die bemoeit zich daar ook wel mee maar ik heb het idee dat-ie nog steeds geen bal van begrijpt van hoe het allemaal zit. Die drukt wel op knoppen en trekt er een heel geleerd gezicht bij maar er gebeurt meestal niks en dan moet Rinus erbij komen om het helemaal goed te doen. Maar we doen het wel en Rinus heeft een hele ingewikkelde geschakelde MIDI-installatie op de Bühne met eh… dat bouwt ie zelf allemaal met een soort eh.., hij gebruikt een Taurus-voetklavier (RUSH-fans kennen dat van Geddy Lee en Alex Lifeson) en die heeft-ie zelf MIDI gemaakt en dat wordt dan gestuurd naar… hij heeft daar een of andere professor achter staan met hele ingewikkelde lijsten die die allemaal moet … dat ie elke keer met nieuwe nummers nieuwe samples moet invoeren, dat werkt heel goed. En Cesar heeft uiteraard die dingen die wij kwibussen noemen (elektronische onderdelen van het drumstel, die doorzichtig zijn en boven het drumstel hangen), die kubusjes, en daar zitten ook samples in. De jas (met allemaal elektronische onderdeeltjes waarmee hij kan ‘drummen’) gebruikt hij niet veel meer, het hangt er vanaf hoe zijn pet staat. De ene keer wel, de andere keer weer niet. Maar het werkt wel heel goed hoor, die samples. We gebruiken alleen geen vocal samples, dat doen we niet. Je hebt bands die gewoon hele koortjes samplen maar dat doen we niet.”
Bezoekt Barry zelf wel eens concerten van andere artiesten?
“Ja hoor. Vrij geregeld. (…) We zijn naar Dylan geweest, maar dat vond ik… dat was eigenlijk wat ontluisterend voor mij. lk had hem een keer in New York zien spelen en toen was ik er echt weer helemaal kapot van maar ik vond hem nu een beetje… ik weet niet. Ik vond het wel goed hoor, maar ik wil gewoon uit m’n dak gaan als ik ergens naar ga kijken.”
Heeft Barry op Parkpop nog iets van de andere bands gezien?
“Living Colour heb ik gezien en die vond ik geweldig, heel goed. En Flaco Jimenez natuurlijk, want daar ben ik al heel lang een fan van. Dat vond ik eigenlijk het leukste, da’s wereldmuziek weet je wel.”
Kijkt Barry wel eens naar andere Nederlandse bands?
“Nou ja, als ze aan komen waaien. We hebben in Den Haag een paar van die clubs waar die bandjes dan eens aantreden en daar ga ik wel eens kijken, de vaste dinsdagavond kun je wel in De Paap en dan weet ik van te voren meestal niet wat daar staat.”
Succes in Amerika…
“Het had meer kunnen zijn als we er waren blijven wonen. Er zijn plannen om er weer naar toe te gaan. De release van “Radar Love” van White Lion, ik weet niet of je die hebt gehoord… “Radar Love” zit nu enorm in de lift weer. Er komt een elpee uit met favourite albumtracks, het heet geloof ik zoiets als “The continuing story of Radar Love” of zo. Die platenmaatschappij duikt er natuurlijk gelijk op en het is wel een aardige elpee want er staan dingen op, albumtracks op die elpee of CD eigenlijk, langere dingen allemaal weet je wel, “Mad love is coming”, Eight miles high”, albumfavorieten dus. Men verwacht dat daar weer een beetje kommotie omheen komt en dat we er dan weer naartoe kunnen gaan.”
Luistert Barry ook naar z’n eigen muziek?
“Soms ja, maar heel toevallig dan als iemand het perse wil dan. lk had laatst iemand op visite en die wilde To the hilt weer horen. En toen dacht ik wel van ‘goh nee hè’, maar dan zet je het op en het viel me mee, en dan vind ik het wel weer leuk als het langskomt en dan krijg je toch wel weer herinneringen. Maar ja, weet je, als je een elpee net afhebt dan luister je er niet meer naar omdat je dan al een jaar lang mee bezig bent geweest en dan komt het zo langzamerhand je neus en oren uit. ” En dan moet je het nog live spelen natuurlijk? “Ja, maar
dat is heel wat anders. Een nummer verandert gewoon, elke keer als je net speelt is het weer anders.”
Houdt Barry ook een plakboek over de Earring bij, verzamelt hij ook knipsels en zo?
“Mijn vriendin doet dat voor me, die gooit ze in een grote doos of zo, ik ( weet niet wat ze ermee doet, voor later.” Heeft Barry veel van die dozen? “Behoorlijk wat ja, tijdschriften en zo, weet je wel. M’n moeder zie ik zo eens in de drie jaar, die was toevallig verleden week in Nederland, en die krijgt dan zo’n pakket. Ik koop er altijd twee. Twee van dit en twee van dat. Een is dan voor mijn moeder en die gaat dan met een heel pak tijdschriften weer naar huis en ik geloof dat zij ook een soort boek bijhoudt, maar ik weet niet wat zij ermee doet.”
Wat doet Barry met kritieken? Toen we het interview hadden stond er net een lovende kritiek in KERRANG!
“Dat was een goeie, dat vind ik heerlijk ja. Dan trek ik gelijk een fles open natuurlijk. Maar ik zag bijvoorbeeld ook… ik ben geabonneerd op de HUMO, een Belgisch blad, dat vind ik echt een heel goed blad hoor, maar ik weet niet of ik ze nu nog even goed vind. Want daar stond een recensie in over ons die was zo pijnlijk slecht, dat was echt verschrikkelijk, olala. Ik heb even overwogen om mijn abonnement op te zeggen, en het is dat het zo’n goed blad is.., ik vond het wel spijtig. Ik denk dat ik nog wel een keer een briefje stuur dat ik het spijtig vind. Het was niet terechte kritiek vond ik, als ze gaan zeggen “van de laatste tien elpees die ze hebben uitgebracht kun je één redelijke elpee maken” dan vind ik dat erg flauw. Volgens mij is dat niet zo. En dat George elke keer dezelfde licks speelt enzo, dat is volgens mij ook niet zo. Het was duidelijk geschreven door iemand die eigenlijk ons niet zo leuk vindt en dat zou hetzelfde zijn als ik nou van Spandau Ballet een kritiek over die band zou moeten schrijven, dan ik ook iets schrijven als “brallerige potserige, zoals gewoonlijk weer door merg en been gaande onzin, geleuter” (op plat Haags uitgesproken), dan zou die ook zo zijn, die kritiek. Het leukste is natuurlijk als iemand een review schrijft over iemand dat die de muziek ook een beetje waardeert, die dat leuk vindt. (…)”
My killer, my shadow zou aanvankelijk titelsong van de film “Amsterdamned” van Dick Maas (de regisseur van Earringclips als When the lady smiles, Twilight zone en Let’s turn the world around) worden.
Barry: “het ging heel vreemd allemaal. Het was zo, wij boden Dick aan om daar een nummer voor te schrijven, omdat we goede vrienden zijn met Dick, en dat vond hij prachtig. Hij hoorde de eerste aanzet ervan en dat vond hij prima, maar hij was ook met Loïs Lane bezig, want dat zijn ook hele goeie vrienden of vriendinnetjes eigenlijk van hem; dat kan ik me voorstellen hoor, ik zou ook liever met Loïs Lane weggaan dan met ons… Toen was dat nummer af en toen bleek dat het eigenlijk voor de aftiteling bedoeld was dat nummer van ons, maar het was veel te heavy, want je ziet dan Monique van de Ven en Huub Stapel in een waterfiets idyllisch zoenend door een kanaal varen en als je dan “My killer, my shadow” daarachter hoort dan klopt het niet helemaal, je moet eigenlijk vogeltjes horen twinkeleren enzo. Dus dat ging dus gewoon niet door. Maar we hadden dat nummer nog steeds en dat was ook mooi meegenomen, want het is een goed nummer.”
Natuurlijk vroegen we Barry naar een leuk voorval uit de Earring-historie:
“Ik kan me herinneren dat we ooit een keer in Berlijn speelden en we hadden al een paar keer meegemaakt dat we bij de grens moeilijkheden hadden. Ik moest m’n saxofoon bijvoorbeeld halen en iets blazen voor die vopo’s, dat soort stomme dingen weet je wel, of ze lieten je dan twee uur wachten terwijl we naast hadden om bij een soundcheck te komen en dat dan een van die eikels naar je toekwam en zei ‘Wat doen jullie hier nog’, terwijl ze vijf minuten geleden nog tegen je hebben gezegd ‘staan blijven’. Gewoon sarren dus, en daar hadden we genoeg van. Toen kwamen we erachter dat we beter een vliegtuigje konden charteren, een klein acht persoons Cessna’tje, en we vliegen naar Berlijn, anderhalf uur vliegen, en dan zorgen dat je voor twaalf uur op het vliegveld bent want dan gaat het vliegveld Tempelhof daar dan dicht. (…) Om half twaalf waren we gestopt met de show en toen met die zweetkleren aan in dat busje, politie ervoor met zwaailichten en alles naar het vliegveld. We zijn allemaal waanzinnig op tijd en we duiken allemaal zwetend dat vliegtuigje in, stinkend met z’n allen (…). We zitten in dat vliegtuig en we zijn een half uur onderweg en ja hoor, de eerste moet natuurlijk al weer pissen! En we hebben nog een uur te gaan. Nou, als er een moet pissen dan moeten de anderen ook natuurlijk, maar ja, we zitten op weet ik hoeveel kilometer daar boven in de lucht en het is zo’n klein vliegtuigje dus daar zit geen wc in dus wat doe je in een panieksituatie… Nu doe ik het nog wel eens, dan neem ik van die grote flessen B3-tomatensap mee, want daar past-ie wel in weet je wel, en die sluit wat makkelijker af ook. Maar we vragen aan de pilote wat we nou moeten doen. Zij zegt dat er achterin het toestel zo’n plastic doos met een buis en een trechter is. Nou moet je je voorstellen: het is een tuinstang waar ze een trechter aan hebben gemaakt, maar je kunt niet echt staan in zo’n ding, de communicerende vaten werken niet echt helemaal goed daar hahahaa, dus je zit zittend te pissen en opeens moeten er zes man pissen en dat ding wil maar niet doorlopen… op een gegeven moment zaten we met dat trechtertje omhoog als een infuus, een pisinfuus en allemaal de slappe lach weetjewel, de een na de ander moest zeiken, dus eh… we lagen echt te gillen dus terwijl de een probeerde dat ding angstvallig omhoog te houden. Een soort Keeper of the flame, een Olympisch pisvuur was dat, hahaaaa!”
Wat is volgens Barry de beste Earring-song?
“Achteruit kijkend is dat natuurlijk Radar Love omdat die gewoon het meeste succes heeft opgeleverd. Da’s makkelijk zat. Ik bedoel: dat is gelijk aan, toch? lk vind dat we een hele boel goeie songs hebben gemaakt, maar het zijn altijd degenen die het meeste sukses hebben die het beste zijn. Voor de mensen is het zo dat… kijk, als je bijvoorbeeld drie jaar lang geen hit hebt dan komen er minder mensen naar je kijken. Als je één keer één song uitbrengt die een hit is, dan zitten er ineens twee keer zoveel mensen in de zaal. Niet omdat je dan een betere band bent of zo, maar omdat je gewoon één nummer hebt gemaakt die aanslaat. Dus daar draait het altijd om.”
Hoe is het met Barry’s oren na achtentwintig jaar live optreden?
“Mijn oren gaan merkbaar achteruit, vooral als iemand een beetje binnensmonds spreekt dan heb ik er moeite mee. Ik ben gelukkig niet zo doof als Pete Townshend want die hoort bijna niks meer, dan moet je echt met van die megafoons werken als je kontakt met hem wilt krijgen. Wat er bij George uitkomt dat is een bepaalde snijdende frekwentie, gitaar vooral is echt heel erg, en dan is er een bepaald middengebied wat je gewoon verliest. Ik hou van heel erg veel hoog in een plaat en dat komt voor iemand anders weer veel te hoog
over, maar dat komt omdat dat bij mij weg is. (…) Ik geloof dat ik wel de doofste ben van de hele band, maar aan de andere kant bevalt het me ook wel hoor, het is wel Lekker rustig, hahahaaa!” Is dat niet lastig met produceren? “Ik ben niet toondoof of hifidoof, ik ben geneigd om het ietsje briljanter te maken allemaal, iets meer presence erbij te doen. Maar met produceren hoeft dat geen handicap te zijn. Je hebt producers die gewoon met één oor werken ook. Stereograpjes gaan dan niet zo goed op… Maar ik kan wel een goeie sound maken nog steeds.”
Heeft Barry nog een advies aan beginnende bands?
“Hou er alsjeblieft meteen mee op! Hahaha! Ga een baan zoeken, hahahaaaa! Wordt dokter of tandarts of zo, vooral loodgieters schijnen het heel erg goed te doen tegenwoordig. In de buurt bij ons zie ik vaak een glazenwasser die reed in een Porsche. Een Porsche met een bakkie erachter met ladders. Ik denk dat ie per dag zo’n tweehonderd ramen wast en er vijftig opgeeft aan de belasting, weet je wel. Zo’n honderdvijftig zwarte ramen doet ie dan. Die meneer kan drie keer per jaar op vakantie en alles en die heeft het veel beter dan welke beginnende band dan ook. Absoluut! Want weet je, een beginnende band moet gewoon rekening houden met dat ie eerst gewoon minstens een paar jaar door de drek moet, echt door de shit. Wadend door de shit om naar de top te komen. Zo werkt dat. Het beste is gewoon om zoveel mogelijk songs te schrijven, zoveel mogelijk goeie songs. Zonder goeie songs kun je het gewoon schudden, kun je het gewoon vergeten. En dansorkesten die spelen goeie songs, maar die spelen goeie songs van andere mensen en die werken vijf keer in de week en die hebben een hartstikke goeie boterham, maar ja, daar zit natuurlijk geen romantiek in natuurlijk. Dat is het niet. Ik zou zeggen: doorzetten gewoon, veel neuken, weinig slapen, veel zuipen, kortom: rock and roll!”