(Gepubliceerd in Musicmaker 01-2007)
Als deze Musicmaker verschijnt is de korte Europese tournee van Stream Of Passion alweer bijna voorbij. Tussen 18 januari en 3 februari speelt het internationale gezelschap onder leiding van Arjen Lucassen in zeven locaties verspreid over vijf landen (Denemarken, Finland, België, Nederland en Engeland). Het is volgens Lucassen de laatste keer dat SOP zal optreden. Vanaf nu gaat hij zich weer helemaal storten op het nieuwste Ayreon project, dat hopelijk dit jaar verschijnt.
TEKST: HARRY PATER
FOTO’s: HENRY KNEGT
Het afgelopen jaar zal Arjen Anthony Lucassen (Den Haag, 3 april 1960) niet licht vergeten. Een jaar met hoogte- en dieptepunten. Musicmaker sprak met hem in zijn nieuwe onderkomen in het Brabantse stadje Oudenbosch, waar hij na zijn echtscheiding terechtkwam. In de hal van de woning stuit je meteen op een ouderwets harmonium, in de woonkamer hangt een aantal grootformaat hoesontwerpen van enkele Ayreon albums en is meteen te zien dat hier iemand woont die van rockmuziek èn science fiction films houdt. De garage van het huis is verbouwd tot de nieuwe Electric Castle Studio, volgestouwd met vooral vintage keyboards.
2006 was een jaar met hoogte- en dieptepunten voor je
‘Begin vorig jaar ben ik met Stream Of Passion op tournee geweest, zestien optredens dwars door Europa: Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland, België en Nederland. Dat was super leuk, het was de allereerste tour die ik deed waar er geen ego’s en geen spanningen waren. Het was gewoon genieten. Het enige ego was ik en ik had met niemand moeite, haha! Het was dan wel niet zo groots opgezet als Star One, maar ja dat was dan ook belachelijk duur, met al die muzikanten en die bühne en lichtshow en dergelijke. Dit was echt superleuk, we hadden een leuk team bij elkaar en dan merk je toch dat zoiets overkomt bij de mensen. In Lucky in Rijssen hebben we het concert voor dvd opgenomen, met zeven camera’s. Met Star One hebben we daar ook gefilmd, maar dat was een last minute beslissing. In feite waren dat fans die het wilden filmen en dat kun je ook zien aan de beeldkwaliteit.’
‘Nu wilde ik het perfect hebben en daarom hebben we ook pas tegen het eind van de tour de opnamen gemaakt en is het echt professioneel opgenomen. Waarom in Rijssen? Ten eerste omdat het me daar de vorige keer zo goed bevallen was en ten tweede omdat het een perfecte locatie is, met een groot podium en de mogelijkheid om het ook van bovenaf te filmen. Met die dvd ben ik ook echt twee, drie maanden bezig geweest, met de sound en de beelden. Ik ben echt een vreselijke controlfreak, dus ik bemoei me overal mee, maar ja: het gaat dan ook om MIJN project. Ieder beeldje moet kloppen en elke belichting moet kloppen en de extra’s op de dvd moeten goed zijn. Daarna kregen we aanbiedingen voor festivals en uiteindelijk deden we er drie: Bospop, Wâldrock en Graspop. We deden daar tussendoor ook enkele optredens in zalen, zodat de kosten wat meer verdeeld konden worden. Dat was ook allemaal erg leuk om te doen.’
‘Toen kwam plotseling de scheiding met mijn vrouw, wat een enorme setback voor me was. Dat gaat je echt niet in de koude kleren zitten, want we zijn dertien jaar samen geweest. En dat brengt ook heel wat dingen met zich mee, zoals het zoeken en kopen van een nieuw huis, dat dan opnieuw schilderen, behangen en inrichten. Dit huis zag er eigenlijk niet uit toen ik het vond, het was heel duister allemaal met donkere muren en parket, dus daar heb ik veel werk aan gehad om dat te veranderen, nu is het lekker licht. Ik ben zeker twee maanden mee bezig geweest om alles te renoveren. En de nieuwe studio moest natuurlijk gebouwd worden. Omdat de vorige een stuk groter was moest ik dus wel besluiten om een heleboel spullen niet meer aan te sluiten, simpelweg omdat er geen ruimte voor is. Heel wat vintage spulletjes heb ik noodgedwongen te koop staan bij een bevriende muziekwinkel, ik kan ze hier gewoonweg niet meer kwijt! Sinds de studio klaar is ben ik weer voorzichtig begonnen met ideetjes op te nemen. Als ik begin weet ik nooit waarvoor het bedoeld is, het zou Stream Of Passion kunnen worden of Star One, maar inmiddels weet ik dat dit het nieuwe Ayreon project gaat worden, maar welke richting dat opgaat… daarvoor is het nog te vroeg. Na de beide succesvolle tournees wilde ik een punt achter dit project zetten, maar ja… toen werden we gevraagd om in oktober in Mexico-Stad op te treden en ging het vlammetje weer branden. Vandaar dat we nog een korte Europese tour doen, maar daarna is het over en uit, for the time being…’
Over Stream Of Passion gesproken… hoe ontstond dat?
‘Marcela Bovio heb ik uit Mexico laten overkomen voor The Human Equation en tijdens de opnamen raakte ik nog meer overtuigd van haar zangkwaliteiten dan ik al was. Ik besloot om voor het eerst in meer dan tien jaar weer een echte band te formeren en wilde haar als zangeres. We hadden beiden allerlei muzikale ideeën die we uitwerkten tot wat uiteindelijk het album Embrace The Storm werd. Marcela schreef trouwens alle teksten. Ook de andere muzikanten heb ik uiteindelijk op de een of andere manier via internet gevonden. Drummer Davy Mickers, bassist Johan van Stratum komen beide uit Nederland. Via een Ayreon-fansite kwam ik in contact met Lori Linstruth, een fantastische Amerikaanse gitariste die in Zweden woont. Zij speelt ook alle solo’s op het album. Via Marcela leerde ik pianist Alejandro Millán kennen, die ook uit Mexico komt. Kortom: we waren soms duizenden kilometers van elkaar verwijderd en toch allemaal met hetzelfde bezig, want de muzikanten speelden hun partijen ‘thuis’ in, waarna ze de tapes naar me terugstuurden. Uiteindelijk zagen ze elkaar voor het eerst tijdens de opnamen van de videoclip van Passion, wat zelfs een soort van hit werd in ons land: wekenlang was de video op de verschillende clipzenders te zien. Voor de concerten kwam Marcela’s zusje Diana Bovio over om als achtergrondzangeres mee te doen. Sommige songs moeten echt door twee zangeressen gezongen worden, anders klinkt het niet. De samenwerking was echt geweldig, alle muzikanten en crewleden gingen geweldig met elkaar om en het was echt een feest!’
Via je website konden mensen die van zichzelf vonden dat ze goed konden zingen zich bij je melden. Dat staat er niet meer op…
‘Dat klopt, daar ben ik mee gestopt omdat er echt heel veel bagger bij zat. Als jij denkt dat je goed kunt zingen en je familie of vrienden vinden dat ook, dan wil dat nog niet zeggen dàt je ook goed kunt zingen! Omdat ik beloofd had om alles af te luisteren en ik wekelijks tientallen tapes en cd’tjes toegestuurd kreeg, hield ik op een gegeven moment geen tijd meer over om aan mijn eigen muziek te werken. Dus heb ik die belofte ingetrokken, verzocht om maar één liedje toe te sturen (en dan natuurlijk het beste) en niet een volledig album, en meteen gemeld dat ik niet meer op elke inzending zou gaan reageren. Tot die tijd zat ik iedere keer weer te zweten om toch maar een zo positief mogelijk briefje te schrijven, ik bedoel: je gaat niet meteen schrijven dat je het helemaal waardeloos vindt, terwijl je weet dat men er hard aan gewerkt heeft. Ik laat nu alleen iets van me horen als ik het echt goed vind.’
‘Ondanks al die vele honderden mensen die het niet hadden, de X-factor zeg maar, zaten er toch wel een paar hele goede mensen tussen waar ik iets mee kon. Zoals Astrid van der Veen, met wie ik het Ambeon project in 2001 heb gedaan. Zij stuurde me een cd’tje met zelfgeschreven en uitgevoerde liedjes en ik viel bijna achterover van verbazing toen ik die hoorde. We hebben trouwens nog steeds contact. En natuurlijk was ik anders vast niet in contact gekomen met Marcela uit Mexico. Zij stuurde me een cd van haar band Elfonia en ik was meteen weg van haar stem. Kortom: het was het wel waard!’
Klopt het dat je jouw platen in eigen beheer uitbrengt?
‘Ik zit niet bij een platenmaatschappij en breng al mijn werk zelf uit. Natuurlijk heb ik wel een maatschappij om mijn cd’s en dvd’s te distribueren, maar ik heb zelf volledige zeggenschap over al mijn materiaal. Bovendien heb je tegenwoordig ook geen platenmaatschappij meer nodig, zoals dat vroeger was. Alles wat ik schrijf en opneem gebruik ik ook, dus ik heb niets op de plank liggen. Als je met een band bent ga je de studio in en neem je verschillende nummers op en dan blijven er altijd wel liedjes over die bijvoorbeeld niet op het album passen qua sfeer of melodie of ritme. Maar mij gebeurt dat dus niet. Als iets niet op een cd komt dan is het blijkbaar niet goed genoeg en dan gooi ik het weg. Ik bewaar het dus niet voor een volgende keer of zo. Ik kan me nog herinneren dat ik met Lenny Wolf van Kingdom Come de studio in ging, een paar jaar geleden. We waren dan met een nummer bezig en dat ging zo goed dat hij zei: “Dit is te gek. Dit is zo goed, dit bewaar ik voor mijn volgende cd.” En toen dacht ik echt dat hij niet goed bij zijn hoofd was. Maar zoals gezegd, dàt heb ik dus helemaal niet. Maar ook als een nummer niet goed genoeg is gebruik ik het niet meer en begin ik fris aan iets nieuws.’
‘Het kriebelt wel weer om alle synthesizers te gaan gebruiken voor Ayreon. Maar druk voel ik niet. Inside Out, de platenmaatschappij, wil wel graag dat ik met iets nieuws kom, want Ayreon is toch mijn bestverkopende project en ook hun bestverkopende act, samen met Symphony X.’
‘Er is vanuit Inside Out wel een beetje druk, maar zo voel ik het niet. Ik licenseer het materiaal aan hen voor een bepaald aantal jaren en daarna zien we wel weer verder. Ik ben gewoon mijn eigen baas en zij kunnen niet in het contract zetten dat ze een bepaald aantal albums in een bepaalde periode willen hebben van mij. Althans, ze kunnen het er wel in zetten, maar dan onderteken ik het niet. Natuurlijk kan ik me wel voorstellen dat als een maatschappij een nieuwe band tekent en zij betalen ook de studio, dat ze dan wel bepaalde eisen moeten stellen. Zij moeten toch proberen die investeringen terug te verdienen. Maar ik heb nu eenmaal de luxe dat ik mijn eigen studio heb en vooral dat ik alles zelf kan doen en dus kan ik alles in mijn eigen tempo doen en op de manier waarop ik het wil en dus geen bemoeienis van anderen.’
’Mijn back catalogue is opnieuw uitgebracht door Inside Out en die loopt als een trein. Dat komt ook doordat hun distributie veel beter is dan die van de maatschappij waar ik eerst bij zat. Zij weten gewoon overal ter wereld bij wie ze het beste kunnen zijn voor distributie en welke bladen ze moeten benaderen en zo. Daardoor ging mijn oude materiaal weer heel goed verkopen, sommige cd’s zelfs beter dan toen ze origineel waren uitgebracht. Voor de nieuwe release van mijn back catalogue heb ik ook niet veel extra gedaan, zoals bonus tracks. Ik haat het als ik een cd koop en twee maanden later komt-ie opnieuw uit met extra tracks of een cd-rom of dvd erbij, doe dat dan meteen! Op die manier komt het op z’n minst over als snel je zakken vullen, want de echte fans kopen dan beide versies. Het eerste Ayreon album bijvoorbeeld, The Final Experiment, dat is een compleet verhaal en dus kun je er geen bonus nummers opzetten, want die zijn er niet. Zeg maar: als je Jesus Christ Superstar opnieuw zou uitbrengen met bonustracks… dan is-ie eerst aan het kruis genageld en vervolgens komen er nog niet eerder uitgebrachte nummers, dat gaat echt niet werken. Dus zit er nu een akoestische cd bij The Final Experiment van ongeveer de helft van de nummers.’
‘En bij de nieuwe versie van Actual Fantasy zit een bonus dvd, waarop het originele album uit 1996 staat, plus de nieuwe 2004 versie in 5.1 surround en nog wat beeldmateriaal. Bovendien zit het originele album er op cd bij en toch is de verkoopprijs net zoals die was. Op de originele cd had ik alles zelf ingespeeld, waaronder met een drumcomputer en dat zat me altijd dwars. Dus heb ik Ed Warby alles opnieuw laten inspelen en Peter Vink de baspartijen en, laten we eerlijk zijn: zoals Peter bast, bast niemand, zeker ik niet! De andere cd’s die opnieuw uitgebracht zijn heb ik gelaten zoals ze waren. Daar was ik al heel tevreden over. En het is heel gemakkelijk om er op te zetten “deze cd is geremasterd”, maar dat is echt bullshit en dat wil ik dus niet. De begrippen masteren en remasteren worden sowieso overgewaardeerd vind ik. Want wat doe je dan: je doet er wat meer hoog of laag bij of wat compressie. Ik vind het zo’n goedkope verkooptruc om er dan op te zetten “digitally remastered”, en dan vooral dat woordje “digitally”, ja hallo, hoe anders dan? Als je het analoog wilt doen gaat het je handen vol geld kosten. Bovendien vond ik het niet nodig, want de platen klinken goed.’
‘Alleen als het gaat om oude elpees, dan kan ik het me voorstellen. Zoals wat George Martin met die Beatles opnamen heeft gedaan op de Anthology serie, dat is echt fantastisch. Daar hoor je echt dingen die je nog nooit gehoord had op die oude opnamen. Op mijn computer heb ik de keuze om op 16 of 24 bit op te nemen en dan kies ik voor 16 bit, dat klinkt echt beter, dat ademt en met 24 bit hoor ik echt geen verschil. Je kunt ook op 94 bit opnemen, wat onder meer bij superaudio cd gebeurt, maar het menselijk oor kan dat niet eens horen, dus waar hebben we het over!
Universal Migrator had ik indertijd als twee losse cd’s uitgebracht, de ene cd echt voor de symfofans en de ander vooral akoestisch. Natuurlijk kwam er veel commentaar als je hebt zeker geld nodig of waarom die slappe akoestische hap of waarom zo heavy. Uiteindelijk bleek dat vrijwel iedereen toch beide cd’s kocht. Bij de rerelease hebben we ze gewoon in één pakket uitgebracht voor de prijs van een. Dus niemand hoeft zich bekocht te voelen.’
Jij hebt dus Actual Fantasy in 5.1 gemixt. Is dat heel anders werken dan conventioneel?
‘O ja, dat is een compleet andere benadering. Je kunt niet zomaar even van twee sporen vijf sporen maken. Je moet dan alle originele sporen hebben en dan een volledig nieuwe mix maken, die moet je allemaal apart op hun plekje zetten. Je hebt de oorspronkelijke banden nodig en je moet dan helemaal overnieuw beginnen. Daarom is 5.1 ook zo duur, omdat het heel veel werk is en dus veel tijd vergt. Tegenwoordig heb je alles op computer staan, maar vroeger moest je alles op de mengtafel opnieuw opzetten en dat was nog veel bewerkelijker. 5.1 is gewoon een heel kostbare zaak, anders zouden er wel meer 5.1 albums worden uitgebracht.’
‘En er zijn nog niet veel mensen die de benodigde apparatuur ervoor hebben en dus is er een kleine afzetmarkt. Met Stream Of Passion hebben we het album meteen als dualdisc uitgebracht, met aan de ene kant de cd en aan de andere kant het album in 5.1 op dvd met nog wat extra’s. Maar ja, daar zat Sony achter. Die hadden net de dualdisc op de markt gebracht en wilden het op deze manier extra promoten. Anders had ik het niet gedaan overigens, want het kost je gewoon een paar weken extra in de studio en omdat ik het 5.1 mixen niet in mijn eigen studio kan doen, dus moet je een andere studio huren. Het is maar de vraag of de extra kosten opwegen tegen de verkoopresultaten. Maar goed, Sony betaalde deze mix, dus had ik er geen problemen mee, haha! Mijn gehoor is gelukkig nog heel goed, al zal het vast wel minder zijn dat twintig jaar geleden. Maar doordat ik de afgelopen vijftien jaar maar heel weinig live gespeeld heb liep ik daardoor weinig schade op en in de studio staat het geluid best wel stevig, maar niet oorverdovend. Mijn nieuwe studio is overigens honderd procent geluiddicht, dus als de deur dicht is hoor je aan de buitenkant absoluut niets.’
Je hebt ook meegewerkt aan de nieuwe cd van je oude maatjes van Vengeance?
‘Nou, meegewerkt klinkt wel erg groot. Leon (Goewie, zanger van Vengeance, red.) belde me op en vertelde dat ze de band weer gingen opzetten en vroeg of ik nummers voor ze wilde schrijven. Maar Vengeance is echt iets van de jaren tachtig en de laatste vijftien jaar doe ik heel andere dingen. Dus daar heb ik voor bedankt. Ik heb ze wel heel erg geholpen met contracten en dergelijke. Ze zaten namelijk nog vast aan hun oude platenmaatschappij en die wilde ze niet loslaten. Uiteindelijk heb ik nog wel een solo ingespeeld, ze stuurden me een van de nummers toe en nadat ik die solo had opgenomen stuurde ik de tape weer terug.’
‘Ik word ieder jaar wel een paar keer benaderd of ik iets wil inspelen voor een plaat. Zo heb ik iets gedaan voor Glass Hammer en voor wat dingen die nog moeten uitkomen. Maar het klinkt altijd heel wat: “hij heeft meegedaan op dit en dat album van die en die bands”, maar meestal gaat het gewoon zo dat men mij eerst benadert, dan een tape of cd opstuurt en nadat ik dan heb ingespeeld wat men wil, of wat ik zelf bedenk, stuur ik die weer terug. Het is meestal maar een klein beetje werk, een uurtje of zo, en het lijkt over het algemeen meer dan het is. Met boodschappen doen ben ik vaak langer bezig dan met zoiets. Ik minder het meedoen op platen van anderen wel, de afgelopen jaren heb ik het veel te vaak gedaan, soms wel tien tot twintig keer per jaar, en uiteindelijk heb ik er ook weer niet zoveel aan, ook financieel niet. Het gaat meestal om vrij onbekende bands en zoals je weet verkopen die doorgaans niet zo goed. Ik heb het trouwens altijd gratis gedaan, dus als een soort vriendendienst. Op een gegeven moment las ik op internet ergens een recensie waarin stond “we hebben een cd gevonden waarop Arjen NIET meedoen” en toen besloot ik om het wat minder vaak te gaan doen. Ik word ook kieskeurig, want regelmatig hoorde ik platen terug waarop ik heb meegedaan die ik dan helemaal niets vond. Ik kon ook moeilijk nee zeggen. Maar tegenwoordig fungeert mijn manager als een soortement vangnet, want vrijwel wekelijks word ik benaderd om iets in te spelen of te produceren of zo. Nu wil ik het alleen maar doen als ik er echt achter sta.’
Voor je Ayreon projecten heb je behoorlijk wat grote namen voor de microfoon gehad: Bruce Dickinson (Iron Maiden), Fish (ex-Marillion), James LaBrie (Dream Theater), Anneke van Giersbergen (The Gathering) en Sharon den Adel (Within Temptation), om er maar vijf te noemen. Krijg je die gemakkelijk?
‘Ja hoor, geen probleem. In het begin was het wel lastig omdat met name de buitenlandse artiesten mij niet kenden, maar als ik ze dan een cd had toegestuurd was het vrijwel altijd snel geregeld, al had ik natuurlijk wel regelmatig te maken met het niet beschikbaar zijn vanwege eigen opnamen of tournees van die mensen. Ik heb voor Ayreon heel vaak mensen gevraagd van buiten de progscene, maar dat lukt gewoon niet. Het staat toch veelal te ver van die mensen af. Zo heb ik Sarah Bettens gevraagd, ik vind haar een geweldige zangeres. Ze heeft geluisterd, vindt het ook wel mooi wat ik doe, maar ze wil het toch niet doen. Maar misschien is het een aardige manier om te zeggen dat ze de muziek shit vindt. Het lijkt wel of mensen bang zijn voor prog, het blijft voor velen toch een vies woord. Kate Bush heb ik ook al drie keer geprobeerd en dan krijg ik weer bericht terug van haar manager die meldt dat ze het te gek vindt maar dat ze geen tijd heeft. En dan denk ik: waarmee dan? Er zat elf jaar tussen haar vorige en nieuwste album.’
‘Zelfs Steven Wilson van Porcupine Tree vindt mijn muziek te progressief. Hij zegt dat hij elementen supergaaf vindt maar dat hij het over het algemeen te prog voor zijn doen is en ik kan hem maar niet overhalen. Ik ben ook bezig geweest met Candice Night van Blackmore’s Night, heb haar ook ontmoet en haar wat van mijn materiaal gegeven. Maar het contact verliep nogal moeizaam en op een gegeven moment moest ik een beslissing nemen: of Heather Finlay van Mostly Autumn of Candice, omdat ze beiden te dicht bij elkaar zitten qua zangstem en ik bij mijn Ayreon projecten zoveel mogelijk uiteenlopende verschillende stemmen wil. Omdat Heather meteen beschikbaar was heb ik voor haar gekozen. Vroeger deed Candice Night helemaal niets buiten Blackmore om, maar de laatste tijd doet ze aan steeds meer projecten mee en dus is ze dan voor mij ook minder interessant geworden. Ik wil toch graag uniek zijn met mijn keuze voor zangers en zangeressen. De muziek die Blackmore’s Night maakt vind ik wel bijzonder, ik waardeer het heel erg als iemand een radicale keuze maakt zoals hij. Wel jammer vind ik het dat hij zoveel elektronische instrumenten gebruikt. Als je dan toch muziek uit de Renaissance wilt maken, gebruik dan echte instrumenten uit die tijd zoals een luit en een spinet en niet van die ingeblikte synthesizergeluiden. Live okee, maar op de plaat zou ik dat nooit doen. Blackmore vind ik de John McEnroe van de muziek.’
Je website is essentieel voor het contact met je fans?
‘Absoluut! Kortgeleden is mijn website vernieuwd. In plaats van allemaal verschillende losse sites is er nu een portal, vanwaar je simpel naar het gewenste project wordt geleid. Via arjenlucassen.com kun je nu door een muisklik naar de sites van Ayreon, Stream Of Passion, Star One en dergelijke gaan. Ik geef ook een e-mail nieuwsbrief uit waarin ik allerlei nieuwtjes vermeld en die ervoor zorgt dat er weer verkeer naar mijn site genereerd wordt. Over bezoek heb ik overigens absoluut niets te klagen. De bezoekersaantallen blijven stijgen, terwijl je zou denken “er gebeurt helemaal niets” en dus zal men wel niet komen, maar vooral Ayreon is nog steeds mateloos populair. Per dag heb ik toch zeker vijfduizend bezoekers. Ook de cd’s blijven goed verkopen. Het is vooral mond op mond reclame waardoor steeds meer mensen met mij en mijn muziek in aanraking komen. Ik krijg zo’n tien tot vijftien mailtjes per dag, vanuit de hele wereld. Ze beginnen meestal met “a friend of mine played me some of your music and I like it very much too”.’
‘In feite kwam ik vroeger op dezelfde manier aan nieuwe muziek, een vriend had een elpee gekocht en liet deze aan mij horen en vaak was ik dan meteen verkocht. Ook meestal door die prachtige hoezen, zoals die Roger Dean maakte voor Yes of Hipgnosis voor Pink Floyd. Met zo’n mooie hoes moest de muziek wel goed zijn, dat kon haast niet anders, en meestal klopte dat ook wel. Dat is ook de reden waarom ik het hoesontwerp van mijn projecten zo belangrijk vind en mijn platen ook op vinyl uitbreng, ook al is het dan in een kleine oplage. Er zijn nog altijd mensen die zweren bij vinyl. Ikzelf vooral vanwege het artwork, zo’n 30×30 centimeter hoes is toch veel mooier dan zo’n priegelig klein cd boekje! Het is gewoon erg belangrijk hoe je iets verpakt, zeker nu met al dat gedownload, dan moet je toch zorgen dat je iets extra’s biedt.’
‘Eerlijk gezegd maak ik me zelf ook schuldig aan downloaden. Vroeger ging ik iedere week naar de platenzaak om het nieuwste spul te beluisteren en kocht ik veel. Maar nu download ik muziek en als ik het goed vind koop ik het alsnog. In de platenzaak waar ik altijd heenging wisten ze precies mijn smaak en attendeerden ze me op nieuwe namen, maar ook op muziek waarvan ze vermoedden dat ik het ook wel goed zou vinden. Dan kwam ik daar, ging zitten en dan kwamen ze weer met een stuk of vijf nieuwe albums om te beluisteren. Vaak hadden ze gelijk, en ik kocht ook altijd wel iets, ook omdat ze zoveel moeite voor me deden. Ik koop ook veel verschillende muziekbladen, voornamelijk voor de recensies van nieuwe bands. Van internet download ik iedere maand zo’n 25 nieuwe dingen die op een playlist staan. Ik luister overigens naar heel andere muziek dan die ik zelf maak. De nieuwste van Muse bijvoorbeeld vind ik geweldig, maar ook singer-songwriters en wat duistere folk muziek vind ik mooi.’