(Gepubliceerd in De Bassist 05-2009)
Als je op je cv namen kunt noemen als Family, King Crimson, Roxy Music, Bryan Ferry, Uriah Heep, U.K., Wishbone Ash en Asia, dan heb je het wel gemaakt als allround bassist. John Wetton (12-6-1949, Derby, Engeland) is op zijn zestigste nog steeds erg actief. Naast zijn werk met de heropgerichte ‘supergroep’ Asia is hij al enkele jaren op pad samen met Asia-toetsenist Geoffry Downes in hun progrock project iCon. Begin dit jaar waren ze maar liefst twee keer in ons land, in februari met iCon en in april met Asia; beide keren in De Boerderij in Zoetermeer. De Bassist sprak uitvoerig met de aimabele Wetton tussen soundcheck en concert van iCon.
TEKST: HARRY PATER
FOTO’S: ERIC DE BRUIJN
Het iCon optreden in Zoetermeer was het op een na laatste van de tournee. Twee dagen later speelde de band in Londen, waar een live-dvd werd opgenomen. Het gesprek was amper begonnen of John kreeg een sms’je binnen. ‘Goh wat lief’, zei hij. ‘Die ken je vast wel, want ze is Nederlandse.’ Inderdaad kennen we Anneke van Giersbergen wel, die John veel succes wenste met het optreden van die avond.
Je bent net terug uit Japan. Hoe was het daar?
‘Dat was prima. We komen minstens eens per jaar in Japan en we deden een tourtje van acht shows met iCon. We speelden steeds twee concerten in vier steden. Japan is altijd erg goed voor me geweest in de afgelopen 30-35 jaar; ze vragen ons steeds weer terug, onze platen verkopen er goed en de mensen zijn erg aardig voor me en daar ben ik erg dankbaar voor. Ik kom er al sinds 1976 geloof ik. Het is overigens erg onvoorspelbaar waar ze van houden qua muziek. Je hebt misschien bepaalde verwachtingen en dan blijkt dat ze juist van het tegenovergestelde houden. Aan de ene kant houden ze in Japan erg van bands met veel show, zoals Kiss en Queen, maar aan de andere kant ook juist van bands die muzikaal iets speciaals of interessants hebben. Op de een of andere manier vinden ze mijn muziek speciaal of interessant en mogen we daarom ieder jaar terugkomen. Daar heb ik natuurlijk geen enkel bezwaar tegen.’
Toeren in Japan, in welk soort zalen spelen jullie daar?
‘Dat is hangt er van af of we met iCon komen of met Asia. De laatste keer dat we met Asia in Tokio speelden was dat in het International Forum, waar zo’n 4500 man in kunnen. Maar met iCon spelen we in zalen voor 300 tot 500 mensen, maar dan spelen we ook meteen twee dagen achterelkaar in zo’n zaal. Als iCon zijn we natuurlijk lang niet zo bekend als Asia, dus is het duidelijk dat dit verschil er is. Het is wel zo dat bij de iCon concerten de echte liefhebbers komen, zeg maar de specialisten, terwijl bij Asia ook de gewone rockliefhebbers komen. En het maakt hij trouwens niets uit of ik nou voor 300 of voor 4000 mensen sta, ik geef ze altijd dezelfde show en energie. En of je nou voor een grote of een kleine zaal speelt, je ziet vanaf het podium toch alleen maar de eerste paar rijen mensen en de rest zie je niet. Soms heb ik het idee dat je voor een kleine zaal nog meer je best moet doen, maar zoals wij werken is het zo dat als het de eerste avond niet helemaal naar wens gaat, dat je dan de tweede avond nog hebt om dat recht te breien. Speel je daarentegen in een grote zaal en gaat het niet goed, dan heb je pech omdat je het niet nog een keer kunt laten zien. Ik doe altijd mijn best om het publiek waar voor z’n geld te geven, of dat nu in een club of in een arena is. Een intieme zaal of een grote, over het algemeen komen er dezelfde emoties los, zowel van het publiek als van de band. En het is even vermoeiend, het kost je evenveel energie in een kleine als in een grote zaal.’
In 2005 begonnen Geoff Downes en jij met iCon. Vertel eens hoe dat ging.
‘We hadden meer dan tien jaar niet samengewerkt, nadat ik voor de tweede keer uit Asia was gestapt. Tijdens een fanclubweekend waarin ik met mijn soloband optrad kwam Geoff ook opdagen en deed meteen een hele avond mee. Het voelde meteen weer als vanouds en we besloten te proberen weer iets samen te doen. We hadden al die jaren geen contact gehad, want we hadden ruzie gekregen nadat ik uit Asia stapte. Maar we wisten geen van beiden meer waarom we ruzie hadden en dus was het snel bijgelegd. In 2002 besloten we om te proberen of we nog steeds goed samen aan nieuwe songs konden werken. We schreven twee nummers voor mijn soloplaat Rock Of Faith die in 2003 verscheen. Het bleek dat we inderdaad nog uitstekend samen nieuw werk konden maken en dus besloten we ermee door te gaan en een geheel nieuw album te gaan schrijven. Dat ging helemaal naar wens en we besloten die plaat uit te brengen onder de naam en titel iCon, dat was in 2005. Er kwamen zeer positieve recensies en reacties van fans en er kwam vraag om op te treden. We deden kleinschalige optredens die heel goed ontvangen werden. Geoff en ik besloten daarop door te gaan met schrijven voor iCon, wat resulteerde in het album Rubicon in 2006. Je moet het zo zien: we vinden het geweldig om samen muziek te maken en te schrijven, dat is wat we het liefste doen. En iCon is als het ware ons vehikel waarmee we dat doen.’
‘Zowel in 2006 als in 2007 toerden we uitgebreid en daarna namen we het derde iCon album op, iCon 3 getiteld, die in maart verscheen. Het concert in Londen lieten we filmen voor dvd, maar wanneer die uitkomt is nog niet duidelijk. Vorig jaar namen het nieuwe Asia album op, dus in de afgelopen drie jaar hebben we drie volledige albums met origineel materiaal opgenomen. Alleen dat is al behoorlijk vermoeiend kan ik je zeggen. Maar wat Geoff en ik met iCon doen is precies wat we graag willen doen. Zo nodigen we voor elk album een andere zangeres uit, want ik hou er van om duetten te doen en dan het liefst met vrouwen. Anneke van Giersbergen was te gast op Rubicon en als een soort van wederdienst deed ik een duet met haar op haar Aqua De Annique cd. Maar Asia is voor ons nu het belangrijkste, al het andere is leuk voor erbij. Het komende jaar is helemaal gewijd aan Asia, dus tot volgend jaar zul je iCon niet meer live kunnen zien.’
In 2006 kwam Asia ook weer bij elkaar. Hoe ging dat?
‘Zoals ik zei kregen we veel positieve reacties op de hernieuwde samenwerking van Geoff en mij en al gauw kregen we van diverse kanten de vraag te horen waarom we de andere twee oud-Asia leden niet zouden benaderen om te zien of die interesse hadden. Uiteindelijk waren die maar twee telefoontjes van ons verwijderd. En dus belden we Steve Howe en Carl Palmer om te informeren wat zij er van dachten. We spraken met z’n vieren af om de ideeën te bespreken en al snel bleek dat we helemaal op één lijn zaten. In augustus van 2006 begonnen we aan een succesvolle Amerikaanse tournee, die steeds uitgebreider werd.’
En toen lag jij ineens in het ziekenhuis na een hartaanval…
‘Dat was inderdaad erg schrikken. Ik werd meteen geopereerd en gelukkig herstelde ik heel snel, zodat we korte tijd later alweer verder konden met de tour. Nadat ik uit het ziekenhuis was ontslagen ben ik nog enkele weken thuisgebleven om te herstellen en toen ik het “all clear” van de dokter kreeg kon ik weer aan de slag. Sindsdien gaat het gelukkig uitstekend met mijn gezondheid.’
Toen jullie indertijd als Asia uit elkaar gingen was dat niet in grote harmonie. Hoe is de samenwerking tegenwoordig?
‘Het gaat fantastisch, echt waar. Indertijd was het heel anders. Het werd allemaal te snel te groot. Het was echt te belachelijk voor woorden. Het leek wel alsof we de Beatles waren, het was echt krankzinnig. Er was zo ontzettend veel geld mee gemoeid, wat achteraf gezien altijd gebeurde met bands die heel snel groot werden. De voldoening was uiteraard groot toen we een nummer één plaat hadden, dat kun je wel begrijpen. Maar het liep allemaal veel te snel uit de hand. Je wordt een onderdeel van de machine en de platenmaatschappij wil alleen maar meer en meer hebben, als een onverzadigbaar beest dat niet tevreden te stellen is. Ze willen meer van hetzelfde en snel een beetje! Dus niks nieuwe ideeën voor songs, we willen meer hits! Net als met films. Eerst heb je Lethal Weapon. Dan Leathal Weapon 2 en 3 en 4… want dáár wordt geld mee verdiend! Ze waren nergens anders in geïnteresseerd en dus veranderden wij in een commerciële doodloper. We werden als zogenaamde supergroep gebombardeerd omdat we alle vier uit bands met grote naam en faam kwamen en we mede daardoor een uniek geluid hadden. Steve Howe had lang in Yes gespeeld, Geoff Downes ook een paar jaar. Carl Palmer was door Emerson Lake & Palmer wereldberoemd geworden en ik was bekend geworden door, hoewel meestal kortstondig, in verschillende beroemde bands te spelen, zoals King Crimson.’
‘Toen we net begonnen speelden we in kleine zaaltjes, maar een maand later, vlak nadat de eerste plaat uitkwam en de single Heat Of The Moment een wereldhit werd moesten we ineens spelen in gigantische arena’s en korte tijd later zelfs in grote stadions. Zo maar van tweeduizend naar twintigduizend mensen! En dat is niet goed voor je als mens en als band. We hadden alle vier onze eigen manager en advocaten, reisden apart en overnachtten vaak in verschillende hotels. Kortom: we zagen elkaar doorgaans pas op het podium, want de soundcheck lieten we door de crew doen. En iedereen dacht te weten wat het beste voor de band was en probeerde zijn zin door te drijven, niet omdat we het samen beter zouden krijgen maar voornamelijk voor persoonlijk gewin. Dat heeft de band dan ook vernietigd. Dus is het niet vreemd dat het dan op het persoonlijke vlak mis gaat. Ik was indertijd de eerste die opstapte, heb het later nog eens geprobeerd, maar het beviel me totaal niet. Daarom ging ik ook solo op pad of met mijn eigen band. Dan had ik het helemaal voor het zeggen en hoefde ik geen rekening te houden met de gevoeligheden van de andere ego’s. Nu is dat allemaal anders. We respecteren elkaar nu ook als mens en niet alleen als muzikant en ik kan je eerlijk zeggen dat we nu gewoon vier vrienden zijn die samen muziek maken. Vroeger was het simpel om ons te raken, omdat we altijd apart opereerden. Dus als iemand van de platenmaatschappij iets voor elkaar wilde krijgen dan richtte die zijn pijlen op een van ons, waardoor of hij of de andere drie het gevoel kregen dat die andere drie of hij iets slechts van plan was.’
‘Nu zal dat niet meer gebeuren, we zijn nu echt een eenheid. Vergelijk het maar met het Romeinse leger. Je kent vast die plaatjes wel van een groepje Romeinse soldaten die allemaal hun schild voor zich hielden. Op die manier waren ze ondoordringbaar. Zo voelen wij ons nu ook, in tegenstelling tot vroeger toen we alle vier schietschijf waren. We zijn nu sterk als een eenheid. Toen we vorig jaar ons album Phoenix maakten was dat ook een totaal andere ervaring als met alle andere Asia platen, met uitzondering van de eerste. Want toen waren we nog gewoon alle vier gelijkwaardige muzikanten met evenveel invloed. We zijn nu allemaal veel gelukkiger en zijn nu alweer langer bij elkaar dan in de originele band! En dat geeft veel meer vertrouwen in de toekomst dan ooit tevoren.’
Zowel iCon als Asia zitten niet bij een grote platenmaatschappij, maar bij het relatief onbekende en kleine Frontiers Records. Hadden de grote jongens geen interesse?
‘Je zou denken dat maatschappijen in de rij zouden staan om een band die vele miljoenen albums heeft verkocht meteen te tekenen, maar de realiteit is anders. Frontiers is inderdaad een vrij kleine Italiaanse maatschappij, maar ze hebben wereldwijd een uitstekende distributie en reputatie. Ze hebben heel wat grote namen uit het nabije verleden onder hun hoede, zoals Journey, Lou Gramm, Glenn Hughes, Extreme, Ritchie Kotzen, Steve Lukather en Joe Lynn Turner. Vooral classic rockacts dus, die nog altijd veel fans hebben, veelal voldoende geld hebben en dus cd’s kopen in plaats van ze illegaal te downloaden. En qua verdiensten aan de cd-verkoop zijn wij best tevreden, want in verhouding verdienen we nog evenveel per cd. Van onze eerste album verkochten we op een gegeven moment 80.000 per dag. Per dag! Krankzinnige aantallen dus, is haast niet te bevatten hoeveel dat is. Maar al dat geld is natuurlijk opgegaan aan het terugbetalen van voorschotten en het onderhouden van ex-echtgenotes en kinderen.’
‘In de begintijd van Asia hadden we natuurlijk ook te maken met gigantische budgetten. Het kon allemaal niet op. We werden allemaal rondgereden in aparte limousines en verbleven in de duurste hotels en vlogen business class. Nu reizen we samen en slapen in hetzelfde hotel, wat voor de onderlinge sfeer ontzettend goed is. Het is soms echt alsof we vier vrienden op vakantie zijn! We hebben overigens wel allemaal onze eigen hotelkamer, want een beetje privacy en rust heb je natuurlijk ook nodig. Als je wilt kun je je gewoon even rustig terugtrekken in je kamer. En vaak komen onze vrouwen en/of kinderen ook mee. Vroeger moest je daar echt niet aan denken, maar ja… ook wij zijn volwassener geworden.’
Is er verschil voor jullie als schrijversteam als jullie voor iCon schrijven of voor Asia?
‘Om eerlijk te zijn: nee. Alleen de uitvoering is anders, want ik zou geen duet voor Asia schrijven, want daar doen we niet aan. Maar voor iCon doen we dat dus wel. De song ziet er in feite hetzelfde uit of die nu voor Asia of voor iCon geschreven wordt, alleen de uitvoering is anders, ook al werken we in beide gevallen met gedeeltelijk dezelfde mensen. We schrijven alleen songs waarvan we verwachten dat die goed zullen zijn en daarna hangt het er van af hoe de song als het ware behandeld wordt, of het geschikt is voor Asia. Zo niet, dan is de song voor iCon. In het verleden hebben we trouwens heel veel songs geschreven met een vrouwelijke stem in ons achterhoofd en ook speciaal voor vrouwen. Zo hebben we een song geschreven voor Agnetha van Abba en zijn nogal wat van onze nummers door vrouwen gecoverd. Wij vinden dat erg leuk en dat inspireert ons weer om voor vrouwen of vanuit het perspectief van een vrouw te schrijven.’
‘Niet dat we ons verbeelden dat wij werkelijk denken te weten hoe een vrouw denkt, maar toch. En het schrijven van een duet is daar uitermate geschikt voor, want als de zangeres in kwestie het niet eens is met hetgeen ik geschreven heb, dan heeft ze van mij de vrijheid om daarover met mij te overleggen en dan pas ik zo nodig de tekst aan haar wensen aan. Toen we dat lied voor Agnetha schreven deden we dat alsof een man iets aan een vrouw vertelde, en daarna draaiden we het geslacht om. Zij was er in elk geval tevreden over. Veel lastiger was het net de song die Anneke van Giersbergen zong, want dit was een behoorlijk gecompliceerd verhaal over een slechte man en een onschuldige vrouw. De song heet To Catch A Thief. Luister er maar eens naar. Ze heeft hetzelfde nummer ook op haar album gezet. Ze mailde mij de tape, ik zong het in mijn studio in Engeland in en mailde het toen weer terug.’
Als ik je cv bekijk zie ik dat je in heel wat bekende bands hebt gespeeld.
‘Dat klopt, maar als je goed kijkt zie je dat dit maar in een korte periode was, vooral tussen 1971 en 1975 en dat is dus al heel lang geleden. Maar sindsdien heb ik maar in een paar bands gespeeld: King Crimson, UK en Asia. En daarna ging ik solo, toen iCon met Geoff en nu dus weer terug in Asia. Dus alleen in het begin van de ‘70s waren het er veel. Ik zal je uitleggen hoe dat zit. Toen mijn tijd met King Crimson voorbij was wist ik niet echt wat ik moest gaan doen. Ik had gerust twintig jaar in King Crimson willen blijven spelen, maar helaas liep het anders en bleef het maar bij drie jaar. Dus flirtte ik als het ware tot ik wist wat ik wilde doen met de mensen met wie ik dat wilde doen en dat was eigenlijk pas met U.K. Alles wat ik daarvoor deed was voornamelijk om geld te verdienen en ik was in al die bands dan ook slechts een vervanger die daarna weer vervangen werd.’
‘U.K. was precies wat ik me op dat moment voor ogen had, een fijne mix van jazzrock en progressieve rock. Het was een behoorlijk succes, met Rendez-vous 6:02 als flinke hit. Toen deze band ter ziele ging besloot ik het solo te gaan proberen en maakte het album Caught In The Crossfire. Deze kreeg mooie recensies, maar de verkoopresultaten vielen tegen. Daarna kwam Asia en de rest weet je. Overigens, hoewel het steeds maar korte tijd was, het is achteraf toch prettig dat vrij veel albums waarop ik meespeelde succesvol waren, zoals Return To Fantasy van Uriah Heep. Ik heb daar goede herinneringen aan. En sinds Asia deed ik wel aan veel projecten van anderen mee, maar dan was ik altijd slechts een van de velen die meededen. En je kunt natuurlijk de namen van de bands waarin ik speelde noemen, zoals Family, Roxy Music, Bryan Ferry, Uriah Heep, U.K. en Wishbone Ash, maar hoewel dat grote namen zijn en het dus heel wat lijkt, het gaat echt maar om vier à vijf jaar in totaal, dus je kunt je ook afvragen waarom ik overal maar zo kort speelde.’
Is er een specifieke song uit al die jaren in bands waar je erg trots op bent?
‘Nou, ik ben trots op een heleboel songs waarop ik gespeeld heb. Als ik alleen al denk aan al die geïmproviseerde stukken die we met King Crimson gespeeld hebben… ik ben nog altijd verbaasd hoe we elkaar haast telepathisch aanvoelden terwijl we speelden. Ik bedoel, toen we voor het eerst op pad gingen met die band, met Bill Bruford en David Cross en ikzelf, waren we zo ongeveer de enige band in Groot-Brittannië die überhaupt durfde te experimenteren met de muziek. Minstens 60% van ons optreden was improvisatie, alleen dat had niemand in de gaten. We waren werkelijk zo goed dat iedereen dacht dat het zo hoorde. Het was dus moeilijk als je naar King Crimson luisterde om uit te vinden wat geïmproviseerd was en wat niet. Zelfs voor ons was het moeilijk, haha. Ik luister nog wel eens terug naar live-opnamen uit die tijd en ik sta er iedere keer weer versteld van hoe goed die zijn. Uit die periode is zonder twijfel Starless mijn favoriete song en dat geldt ook voor de meeste Crimson fans. Ik ben daar heel erg trots op.’
‘Van Asia zijn er een heleboel waar ik trots op ben en van U.K. eigenlijk alles wat me opgenomen hebben. Neem nou Heat Of The Moment van Asia, dat wordt nog steeds gebruikt op allerlei verzamelalbums en bij verscheidene commercials en in films. Dat nummer hoor je elke dag wel ergens op de radio en dan weet je dat het een ijzersterk nummer is, echt een classic. Het klinkt ook vandaag nog geweldig en fris, dus daar is niets mis mee. Maar in het algemeen heb ik niet echt favoriete stukken. Doorgaans is mijn favoriet hetgeen ik net heb gemaakt of opgenomen. Tot ik het volgende stuk heb opgenomen en dan is dat weer mijn favoriet.’
Laten we het eens over de bas hebben. Heb je bijvoorbeeld een endorsement met een basgitaarbouwer?
‘Ja, met ZON Guitars. Oorspronkelijk had ik een deal met Ibanez, daarna met Fernandes en de laatste vier jaar met ZON. Zij komen uit Californië. Qua versterking heb ik een endorsement met Roland en mijn snaren zijn van D’Addario. Misschien wel interessant voor de lezers van De Bassist: ik heb een probleem met mijn rechter pols en hand, zodat ik een duimplectrum over mijn duim schuif en deze dan vasttape, want ik heb er totaal geen gevoel meer in. Hoe dat komt? Dat is gewoon ontstaan, is een muzikantenkwaal. Vooral cellospelers hebben er last van, omdat zij hun hand in een bepaalde en niet-natuurlijke hoek gebruiken en dan een constant repeterende beweging maken terwijl ze spelen en daar komt dan die blessure van. Bij mij komt het omdat ik al meer dan 35 jaar bas speel en blijkbaar ook mijn hand in een niet-natuurlijke hoek gebruik. Ik ben er aan geopereerd en het was de bedoeling dat daardoor de druk op mijn spieren weggenomen zou worden, maar dat heeft helaas niet geholpen. Ik moet dan ook binnenkort opnieuw onder het mes om te proberen het alsnog voor elkaar te krijgen.’
‘Onze drummer Carl Palmer heeft het met beide polsen gehad en de gitarist van iCon is ook kortgeleden geopereerd. Het is gewoon een probleem dat ontstaat als je een bepaalde leeftijd bereikt en constant hetzelfde doet. Het is een soort RSI probleem, waar vroeger of later vrijwel iedereen mee te maken krijgt die vaak dezelfde bewegingen maakt. Mijn basspelen was heel erg goed toen ik alleen met mijn vingers speelde, maar in de jaren tachtig stapte ik over op het spelen met een plectrum en ik kan nu niet eens meer bassen met mijn vingers, het is alleen nog met de duim en het plectrum. In feite moest ik opnieuw leren te bassen en dan nu met mijn duim Ik kan sowieso niet veel meer met mijn vingers, pianospelen bijvoorbeeld, wat eigenlijk mijn hoofdinstrument is. Piano, viool en bas zijn mijn instrumenten, maar ik kan geen daarvan nog voor 100% bespelen als gevolg van deze problemen. Het is echt verschrikkelijk. Mocht hetzelfde gebeuren met mijn stembanden dan ben ik gedwongen te stoppen, want dan kan ik niets meer doen!’
Waarom ging je indertijd bassen?
‘Dat is een bijzonder verhaal. Mijn oudere broer is kerkorganist en dus leerde ik al mijn muziek van hem, in mijn kindertijd. Zoals je wellicht weet is de baslijn in de kerkmuziek erg belangrijk en zit altijd dicht tegen de melodielijn aan, of het nu parallel of in contrapunt is. Hoe de structuur ook is, de bas en de melodielijn zijn altijd met elkaar verbonden. Deze relatie fascineerde mij in mijn jeugd en nu nog altijd. In al mijn muziek kun je horen dat de bas en de melodielijn bij elkaar horen, of het nu parallel of in contrapunt is. Ik had pianoles, maar wilde eigenlijk liever kerkorgelles hebben, maar mijn broer is zes jaar ouder dan mij en zou altijd beter zijn dan ik ooit zou kunnen zijn omdat hij ten eerste veel beter orgel speelde en ten tweede dus gewoon zes jaar voorsprong had.’
‘Bovendien was ik sowieso toch wat meer rock & roll dan hij, dus toen ik met het spelen in bandjes begon voelde ik me toch meer aangetrokken tot de bas, vooral ook omdat ik wilde zingen en dan is basspelen het meest aantrekkelijk als je en wilt zingen en een instrument wilt bespelen. Precies zoals bij het spelen op een kerkorgel. Daar komt dan ook mijn muzikale voorkeur vandaan, Engelse kerkmuziek uit de zeventiende eeuw. Ik herinner me dat men ooit aan Jack Bruce vroeg wie volgens hem de beste bassist was en hij antwoordde dat het Johann Sebastian Bach was. En ik ben het totaal met hem eens! Zijn baslijnen zijn zo ongelooflijk sterk. Engelse kerkmuziek is nog steeds kerkmuziek, de muziek van Bach is zoveel meer dan dat. Hij wordt niet voor niets als de allergrootste componist ooit beschouwd, en terecht volgens mij. Ik draai overigens nog steeds veel kerkmuziek en klassieke muziek. Een van de redenen waarom het songschrijven van Geoff en mij zo goed gaat is dat we beiden dezelfde achtergrond hebben qua kerkmuziek.’
‘Hij is toetsenist, maar bovenal organist. We voelen elkaar dan ook heel goed aan als we componeren. Onze stijlen zijn erg vergelijkbaar en als ik er niet meer uitkom terwijl ik met een nieuwe song bezig ben dan weet hij altijd wel iets te vinden waardoor het toch ineens goed komt, en omgekeerd. We vullen elkaar dus goed aan. We hebben beiden hetzelfde gevoel voor melodie en harmonie, dus we zijn eigenlijk heel goed uitwisselbaar. Het maakt ons dan ook niet uit wie het eerst met het idee voor een song komt, samen maken we die toch af en dus komen onze beide namen er onder te staan. We werken dus echt samen aan een song en dus niet zoals het blijkbaar met andere componistenduo’s als Lennon & McCartney of Jagger & Richards ging.’
Hoe heb je jouw sound ontwikkeld?
‘Eigenlijk is het de linkerhand op de piano die ik naar de basgitaar heb vertaald. Zo zie ik het in elk geval. Of anders het basgedeelte van een orgel. Dus wat ik op piano of orgel speel doe ik daarna op de basgitaar en omdat dat een ander instrument is klinkt het natuurlijk wat anders, maar zo is het nu eenmaal. En mijn geluid… in de jaren zestig was er een Britse band The Move, die je misschien kent van hits als Flowers In The Rain en Fire Brigade. En je kent vast Roy Wood, de leider van de band wel. De bassist van The Move was Ace Kefford en hij had de pianosound jaren voor ieder ander, dus jaren voor The Who en Yes die gebruikten. Ik vroeg aan Chris Squire van Yes hoe hij aan zijn specifieke sound kwam en hij vertelde me dat hij die van Ace Kefford gehoord had en die sound eerst had gekopieerd en daarna er zij eigen geluid van had gemaakt. Die sound wilde ik dus ook hebben en dus ging ik er mee aan de slag. Ik wilde mijn geluid zodanig powerful hebben dat ik bij wijze van spreken er huizen mee kon laten instorten. Als je luistert naar mijn vroege werk bij Family en King Crimson dan hoor je dat mijn bas gewoon erg luid is. Dat wilde ik toen. Tegenwoordig niet meer overigens.’
Over luid gesproken. Hoe is het met jouw oren gesteld na ruim 35 jaar on stage?
‘Niet goed. Maar toen ik de laatste keer mijn gehoor liet testen werd me verteld dat ze niet slechter zijn dan van ieder ander van mijn leeftijd. Dat viel me dus mee. Het is natuurlijk niet goed om bijna veertig jaar vlak voor een versterker te staan in een lawaaiige omgeving. Ik raad het niemand aan. Maar als je er bij nadenkt: het publiek krijgt veel meer volume in de oren dan wij, want voor ons is het allemaal goed afgesteld en het meeste geluid hoor ik niet omdat ik van die in-ears gebruik en daarop hoor ik alleen wat ik moet en wil horen en dan in de voor mij juiste mix, vaak voornamelijk alleen mijn eigen stem. Het is haast net alsof je naar je mp3-speler luistert terwijl je op het podium staat.’
‘Ik heb dan ook geen last meer van keiharde slagen op de snare en bekkens en van gierende gitaren. Want dáár zijn heel wat muzikanten doof van geworden. Want hoe gaat dat… je hoort je eigen instrument niet goed, dus je zet de versterker harder. Vervolgens heeft een andere muzikant hetzelfde gevoel en zet zijn versterker harder en voor je het weet doet iedereen dat. Daarom ben ik erg blij met die in-ears van tegenwoordig. Hadden we die maar veel eerder gehad, dat had heel wat ergernis en gehoorproblemen kunnen voorkomen.’
Wat is volgens jou de functie van de bas in een band?
‘Het is de verbinding tussen de melodie en het ritme. Het zorgt voor de lijm tussen het ritme en het instrument dat voor de melodie zorgt, of dat nu de gitaar, de stem of het keyboard is. Want zonder bas heb je geen verbinding tussen het ritme en de melodie en dus is de bas erg belangrijk in een band.’
Wat is jouw relatie met de drummer?
‘Eh, hanteerbaar… behoorlijk strak, want mijn relatie met de drummer is natuurlijk erg belangrijk, want samen zorgen we toch voor de basis van het ritme van de band. Met Bill Bruford was het haast telepathisch, zoals ik al eerder zei. Wij hadden gewoon een speciaal ‘ding’ samen, wat niet uit te leggen is. Als je me vraagt wie de beste drummer is met wie ik ooit heb gewerkt dan moet ik zeggen: Phil Collins. Ik zal je vertellen waarom, want dat wil je vast vragen. Hij is gewoon een fantastische drummer, die toch vaak ondergewaardeerd is. Daarom.’
Wat is belangrijker voor je: de groove, de timing of de melodie?
‘Wij doen eigenlijk geen groove stuff. De bands waar ik in speel doen niets met groove. Onze songs duren zo’n zes tot zeven minuten en vrijwel niets daarvan kun je groove noemen. Voor mij zijn vooral de melodie en de harmonie het belangrijkste. De timing komt automatisch als je met een goede drummer werkt.’
Hoe houd je je basspel interessant?
‘Dan kom ik toch weer terug op wat ik eerder zei over de functie van de bas. Dàt maakt het voor mij nog altijd interessant. Ik erger me er regelmatig aan als ik een band hoor waarbij de zanger of de gitarist ineens iets totaal misplaatst doet ten opzichte van de melodie. Ik haat dat. Elk instrument moet in dienst staan van de song en je moet samen streven naar perfectie. Natuurlijk weet ik wel dat perfectie maar zelden bereikt wordt, maar dat wil niet zeggen dat je er niet naar moet streven! Verder blijf ik het basspelen interessant vinden omdat ik muziek mag maken die ik zelf geweldig vind, samen met muzikanten die ik geweldig vind. Wat wil je nog meer, zou ik zeggen.’
Toen jullie de nieuwste albums van iCon en Asia opnamen, waren jullie toen allemaal tegelijkertijd in de studio?
‘Nee, dat gebeurt nooit meer. In de afgelopen twintig jaar doen we het altijd zo dat we een basistrack opnemen, doorgaans op keyboard en gesampelde drums en een guidevocal en daarna worden die opnamen overschreven door de echte instrumenten. Het komt hoogst zelden voor dat er meer dan twee van ons tegelijkertijd in de studio zijn.’
Heb je tips voor beginnende bassisten?
‘Geen drank, geen drugs, zorg dat je in goede conditie bent, wees beleefd en zorg dat je goed voorbereid bent. Luister naar klassieke muziek. Of beter nog, luister naar verschillende soorten muziek en wees niet bevooroordeeld. Leer van mensen die heel goed zijn. Vraag als je iets niet weet of begrijpt aan iemand die het wel weet.’
Kun je wat namen noemen van bassisten die jij heel goed vindt?
‘Johann Sebastian Bach. Jack Bruce, Paul McCartney, Sting, John Entwistle, Stanley Clarke. En er zijn vast ook heel goede nieuwe bassisten waarvan ik de namen niet ken. En vergeet Brian Wilson niet, die is echt fantastisch. Luister gewoon naar zoveel mogelijk verschillende muziek en je zult veel verschillende geweldige bassisten horen. Wees echt onbevooroordeeld en je zult verrast worden.’
John Kenneth Wetton basgitarist, zanger, gitarist, componist, tekstschrijver en producer
Geboren: 12 juni 1949, Willington, Verenigd Koninkrijk
Overleden: 31 januari 2017, Bournemouth, Verenigd Koninkrijk
John speelde in o.m.
Mogul Trash 1971-1971
Renaissance 1971-1972
Family 1972
King Crimson 1972-1974
Streetwalkers 1974-1975
Roxy Music 1974-1975
Uriah Heep 1975-1976
U.K. 1977-1980
ASIA 1980-2014
iCon 2000-2016