Proud Mary, Who’ll Stop The Rain, Bad Moon Rising, Green River, Travelin’ Band, Centerfield, Rockin’ All Over The World, Born On The Bayou, Have You Ever Seen The Rain… Wie kent ze niet en… wie heeft niet minstens één van deze onsterfelijke songs gespeeld? De man die ze schreef (en nog een hele trits klassiekers) is John Cameron Fogerty (28 mei 1945, Berkeley, Californië). De stem, componist, tekstschrijver, gitarist en belangrijkste lid van de legendarische Amerikaanse rockband Creedence Clearwater Revival, de populairste groep tussen 1968 en 1971. Anno 2007 is hij nog letterlijk springlevend: tijdens zijn twee uur durende concerten rent hij van links naar rechts over het podium en klinkt nog steeds als in zijn hoogtijdagen.
Gepubliceerd in Musicmaker 09/2007 – foto’s: Heineken Music Hall, 3 juli 2006
TEKST & FOTO’S: HARRY PATER
Rond het verschijnen van deze Musicmaker komt het nieuwe soloalbum van John Fogerty uit, vast niet toevallig Revival getiteld. Het bekende CCR geluid schalt uit de speakers, zodat eens te meer duidelijk wordt wie verantwoordelijk was voor die unieke sound: John Fogerty. Een van de nieuwe songs heet zelfs Creedence Song (‘You can’t go wrong if you play a bit of that Creedence song’). Musicmakers Harry Pater is al heel lang fan van de man met zijn houthakkershemden en mocht zomaar drie kwartier met zijn held praten.
Volgens de bio duurde het opnemen van Revival maar twaalf dagen. Waarom zo snel?
‘Je moet begrijpen dat het in dit geval betekent dat we de basistracks in twaalf dagen hebben opgenomen. Als je de studio ingaat met alle muzikanten of een deel van de muzikanten, net wat je het liefste doet, ga je aan de slag om eerst een goede take op te nemen, maar daarna ga je – zeker met de moderne manier van platen opnemen -de overdubs opnemen, meestal de sologitaar en in elk geval de zang. Dus die twaalf dagen die ze noemen zijn echt alleen maar de basistracks, maar zelfs dat is behoorlijk snel. Maar in totaal ben ik er iets meer dan zes maanden mee bezig geweest. Net na Nieuwjaar 2007 begon ik nieuwe songs te schrijven en songs waar ik al mee begonnen was af te maken. Het zijn dus ook allemaal vrij nieuwe liedjes die op de plaat staan. Op een gegeven moment begon ik te werken aan de arrangementen en daarna heb ik in april vier songs opgenomen en de rest in mei. Daarna werkte ik aan de zangpartijen en kwam bijvoorbeeld Benmont Tench langs om zijn Hammondpartijen in te spelen, hij speelt op verschillende nummers mee, en kwamen de achtergrondzangers The Waters langs om hun partijen voor diverse songs in te zingen. En inderdaad ben ik er ruim zes maanden mee bezig geweest om alles op te nemen. Trouwens, voordat we de basistracks opnamen heb ik eerst uitgebreid gerepeteerd met de band zodat het opnemen zo snel mogelijk zou gaan. Daarvoor heb ik alle arrangementen gemaakt, die de bandleden pas zagen toen we met de repetities begonnen. Overigens is deze manier van werken zoals ik het graag en al heel lang doe, ook in de Creedence tijd ging het grotendeels zo.’
Zoals bij alle Creedence- en soloplaten heb je ook nu zelf de productie gedaan.
‘Zoals ik het bekijk is dat vanaf het moment dat je je gaat bemoeien met hoe het gitaargeluid en het drumgeluid en alle andere geluiden moeten klinken, dat je dan al in de rol van de producer stapt. Terugkijkend heb ik het altijd al zo gedaan, volgens mij al vanaf dat ik een jaar of veertien, vijftien was. Ik kon al snel horen of iets niet goed was. Niet dat ik meteen wist hoe het beter kon, anders had je al veel eerder van mij gehoord, ha ha ha. Maar hoe meer ervaring je krijgt en goed kijkt en luistert naar anderen word je vanzelf beter en uiteindelijk weet je zo goed wat je doet dat je een hit krijgt. Dat is een simpele uitleg van mijn platencarrière. Maar het maken van dergelijke beslissingen dwingt je vanzelf in de rol van producer. Hoe de meeste andere artiesten werken is dat zij al dit soort beslissingen overlaten aan de producer en zij maken zich alleen maar druk om hun eigen partijen. Als je de drummer bent dan focus je alles op je drumpartijen en dat die goed gespeeld worden en laat al het andere aan de producer over. Maar ik ben altijd al zo geweest, al vanaf het begin van mijn muzikale leven.’
Was er veel verschil tussen het maken van deze plaat en de vorige, Deja Vu All Over Again?
‘Vind ik wel ja. Uiteraard is het resultaat anders, maar als ik er op terug kijk zie ik zowel verschillen als overeenkomsten. De manier waarop ik songs schrijf is zoals ik het altijd al gedaan heb. Maar toen ik met Revival begon wist ik dat ik over bepaalde onderwerpen wilde gaan schrijven, omdat ik erg begaan ben met wat er in de wereld gebeurt en ik wilde ook verschillende muziekstijlen gebruiken op de plaat. Het viel me op dat ik wat teveel country was geworden op Blue Moon Swamp en te akoestisch op Deja Vu en ik wilde me toch meer dwingen of sturen om terug te gaan naar mijn centrum, de stijl die me het beste ligt, rock & roll dus. Het was een bewuste poging en een kwestie van discipline om me niet door of naar andere muziekstijlen te laten leiden. Die kunnen fascinerend zijn, maar lijken je naar andere dingen te leiden in plaats van naar rock & roll en ze helpen mij niet om weer terug te keren naar datgene waar ik goed in ben en waarvoor veel mensen mij waarderen. En dus besloot ik om me voor nu te concentreren op rock & roll en nergens anders op. Het bleek al snel een goede beslissing te zijn, dat merkte ik al nadat we een paar songs hadden opgenomen en de samenhang duidelijk werd: ze pasten goed bij elkaar.’
Toen je deze zomer op tournee ging, was je toen al klaar met het album?
‘Ja, op wat zangpartijen voor Broken Down Cowboy na dan. Die heb ik uiteindelijk in Duitsland opgenomen, ik meen in Frankfurt. Mijn technicus Jim Scott vloog over vanuit de States en regelde een studio, wat nog niet eenvoudig was omdat er maar weinig vrije dagen in het tourschema waren. Hij nam het resultaat mee terug naar Amerika en de mix hebben we letterlijk via e-mail en telefoon gedaan. Wat we in Duitsland hebben opgenomen klonk ietsje anders dan wat we in de States hadden gedaan, maar Jim Scott is zo’n technicus die er gewoon voor zorgt dat je dat uiteindelijk niet hoort.’
Revival is een het langstdurende album die je ooit maakte, 41 minuten maar liefst. De anderen waren doorgaans niet langer dan 35 minuten.
‘Is dat zo? Dat wist ik niet eens… Ik was van plan om er ongeveer twaalf songs op te zetten en dat is gelukt maar ik had echt geen idee hoe lang of hoe kort het album zou zijn. Ik weet niet eens zeker of we bij Creedence ooit twaalf songs op een album hadden, Cosmo’s Factory zal in de buurt zitten (klopt, 11 songs, HP).
Op Revival spelen enkele muzikanten uit je live-band mee, maar niet alle.
‘Dat klopt, als basisgroep voor het album gebruikte ik drie van de bandleden van mijn huidige band. Kenny Aronoff uiteraard op drums, David Santos op bas en Hunter Perrin op gitaar. Aanvullend heb ik iemand die niet toert, althans niet met mij, en dat is Benmont Tench op keyboards. Hij is lid van Tom Petty’s band en doet daarnaast heel wat studiowerk. Met name vanwege zijn orgelspel bewonder ik hem, hij speelt met hart en ziel en is een geweldige muzikant. Als ik iemand nodig heb om orgel te spelen dan denk ik meteen aan hem. De eerste keer dat ik met hem werkte was op Deja Vu en dat was geweldig. Ik zie het zo: hij speelt in een geweldige band met Tom Petty en hij is iemand die zijn talent graag met anderen deelt.’
Verscheidene artiesten proberen nieuwe songs eerst live uit voordat ze de studio ingaan. Hoe zit dat bij jou?
‘Dat werkt bij mij niet. Iedere song, of het nou Yesterday of I Wanna Hold Your Hand is, als je dat voor het eerst voor een publiek speelt dat de song dus niet kent, kun je niet beoordelen of hij wel of niet goed is. Het publiek weet niet hoe ze er op moeten reageren en jij weet niet hoe je daar op moet reageren. Mijn publiek wil voornamelijk bekend werk horen en dat geef ik ze. Tijdens de Europese tour van afgelopen zomer heb ik twee nieuwe songs van Revival gespeeld, Summer Of Love en Don’t You Wish It Was True. Het publiek reageerde daar heel enthousiast op, maar die songs had ik al opgenomen en waren klaar om gespeeld te worden.’
Is jouw manier van songschrijven in de loop der jaren veranderd?
‘Nee, helemaal niet. Meestal schrijf ik mijn muziek door wat op mijn gitaar te spelen en vanzelf kom ik dan op een riffje of een melodie en als ik dan het gevoel heb dat het uniek is wat ik heb bedacht komt er meestal een liedje uit. Zo deed ik het lang geleden en eigenlijk werkt het nog steeds zo bij mij.’
De liedjes die je schrijft, komen die vanzelf vroeger of later op een album terecht of heb je her en der stapels songs liggen die je ooit nog eens wilt gebruiken?
‘Meestal niet nee. Want met name de teksten kosten me vaak zoveel tijd om ze te schrijven en bij de muziek te laten passen. Het is veel werk en je wilt je werk gebruiken, toch? Het gebeurt natuurlijk ook wel eens dat je een liedje gemaakt hebt dat je uiteindelijk toch niet goed genoeg vindt. Die gaat dus de haard of de vuilnisbak in. Dat is gewoon deel van het proces van het maken van een goede song. Je kunt gerust zeggen dat voor elke song die je van mij hoort er zeker tien geweest zijn die ik heb weggegooid. Niet dat ik die tien afgemaakt heb, want ik weet inmiddels wel dat als het niet goed genoeg is ik er geen tijd meer aan vuil maak en ze snel weggooi. Ik had ze natuurlijk wel kunnen afmaken, maar het is nu eenmaal zo dat elk idee dat je krijgt goed is. Je probeert efficiënt te zijn en wilt niet afzakken naar slechte songs. Soms ga je toch door om te proberen de song goed te maken, maar dan blijkt uiteindelijk toch dat deze niet erg goed is en gooi je ‘m alsnog weg. Maar soms gebeurt het ook dat je met een nieuw nummer bezig bent en je ineens tot de ontdekking komt dat je al eens met iets dergelijks bezig bent geweest. Het kan dan gebeuren dat je beide combineert en er een hele goede song uit voortkomt.’
Van Bruce Springsteen is bekend dat hij tientallen zo niet honderden songs heeft liggen, die ergens liggen te wachten tot hij ze kan gebruiken. Zo kan het dus ook.
‘Ik wou dat ik dat doen kon, maar voor mij komen ze niet zo gemakkelijk als voor hem. Er is zeker iets voor te zeggen dat je weet waar je songs uiteindelijk zullen heen gaan, je zou het zelfs de druk van een deadline kunnen noemen. Maar soms moet je jezelf een schop voor je achterste geven om jezelf aan het werk te zetten om een song te schrijven. En als je weet dat je een plaat gaat maken en je moet de songs aan de muzikanten laten zien en horen en je probeert ze compleet te maken, dan krijg je vanzelf een extra hoeveelheid energie om dat te doen. En niet zoals je bij jezelf denkt “och, ik hoef de komende vijf jaar geen album uit te brengen, dus wat zal ik me druk maken”, een beetje zoals je dat bij kinderen ziet die hun huiswerk niet of maar gedeeltelijk afmaken. Dan kom jezelf tegen en heb je dus geen goede songs.’
Op Revival staat Creedence Song. Toen ik dat nummer voor het eerst hoorde bedacht ik me meteen dat ik op volgens mij elke bruiloft of feest waar ik ooit was er minstens één van jouw songs gespeeld werd. Ben je dat bewust?
‘Dat heb ik inderdaad vaker gehoord. Het is zelfs zo dat toen ik met mijn vrouw trouwde ik het podium ben opgestapt en Proud Mary voor haar heb gezongen. We hadden een bandje geregeld en zij begeleidden mij. Ik hoorde vaak dat mensen Proud Mary op hun bruiloft hoorden en nu zorgde ik ervoor het zelf doen. Ik hoor ook vaak van muzikanten die ik ontmoet dat ze ooit begonnen zijn met Bad Moon Rising, Proud Mary of Green River. Wat natuurlijk erg vleiend is.’
Een ander nieuw nummer is I Can’t Take It No More. Zo te horen ben je geen George Bush aanhanger, is zo’n song niet gevaarlijk gezien de macht van de pro-Bush media in de States?
‘Ik ben absoluut geen Bush aanhanger en ik hoop niet dat het gevaarlijk is. Het tij is kortgeleden gelukkig gekeerd in Amerika. Maar ik zal je vertellen dat het nog geen jaar geleden is dat het erg gevaarlijk leek te worden. De dingen die George Bush en zijn vrienden in Washington deden waren erg griezelig en ze hadden toen vrijwel volledig de controle over de media en ze hadden veel mensen die in de media werkzaam zijn die hun steunden, zoals Rupert Murdoch. Zelfs de televisiemedia waren erg behulpzaam om hen van dienst te zijn en de tegengeluiden niet te laten horen, ze berichtten dus erg eenzijdig. Ze waren druk bezig om de Amerikaanse burgerrechten flink in te perken door allerlei zaken als het aftappen van telefoongesprekken en het ontslaan van rechters die niet aan hun kant stonden. Dat is heel slecht. Het deed mij terugdenken aan de jaren ’60, toen ik leerde over andere landen, zoals Duitsland van voor de tweede wereldoorlog of bepaalde Zuid-Amerikaanse landen die een dictatuur hadden. En wij hadden nooit gedacht dat we dat soort dingen in Amerika zouden hebben, maar het begon er sterk op te lijken. Gelukkig heeft het Amerikaanse volk er eindelijk genoeg van en hopelijk kunnen George Bush en zijn vrienden de komende verkiezingen niet zo controleren zoals ze dat bij de vorige twee verkiezingen wel deden.’
Revival is je eerste nieuwe album op Fantasy Records na tientallen jaren. Hoe voelt het om weer terug te zijn?
‘Ja, dat is heel vreemd, vooral als je mijn geschiedenis kent. Ik neem aan dat vrijwel iedereen weet dat ik vroeger bij Fantasy zat, al van voordat Creedence bestond. De problemen die ik had waren vooral met de toenmalige eigenaar, Saul Saentz (later een bekend filmproducer van o.a. The English Patient; HP). En ik had nooit gedacht dat ik ooit nog eens nieuwe muziek op dat label zou uitbrengen, maar het bedrijf is in andere handen overgegaan en al die oude slechte mensen zijn weg, dus eigenlijk is het alleen nog maar een bedrijfsnaam en de nieuwe mensen steunen me heel erg goed zowel op zakelijk als op muzikaal gebied. De enige emoties die ik nu heb zijn positief.’
Tussen 1986 en 1997 heb je geen platen gemaakt en opgetreden, wat deed je in die tijd?
‘Nou, dat was een heel deprimerende periode voor mij persoonlijk. Tussen 1987 en 1997 was ik heel druk met het verwerken van alle juridische en artistieke puinhopen die met het oude Fantasy te maken hadden. En ook op het persoonlijke vlak tussen mij en Fantasy en de voormalige leden van Creedence was het een puinhoop. Het was een erg verwarrende tijd voor me, weet je, want in diezelfde tijd ben ik gescheiden van mijn eerste vrouw. Maar gelukkig ontmoette ik Julie die nu mijn vrouw is. Dat betekende een totale ommekeer in mijn leven. Ik vertel iedereen dat zij in feite mijn leven gered heeft. En het wonderlijke gevoel dat je hebt als je bij die ene juiste persoon bent en je iedere dag liefde ervaart is absoluut de reden dat ik ben wie en hoe ik nu ben. We ontmoetten elkaar eind 1986 en we gingen een tijdje samen uit tot we eind 1987 een paar werden. We trouwden in 1991. Dat wij elkaar ontmoetten is ongetwijfeld de meest diepgaande verandering in mijn leven geweest en dat heeft nogal een tijd geduurd, zodat ik niet aan andere dingen toekwam.’
Iedereen die je de afgelopen jaren live aan het werk heeft gezien of op de dvd The Long Road Home, weet dat je twee uur lang rond rent op het podium. Je bent 62 jaar… hoe doe je dat?
‘Nou, ik ben een hardloper. Ik probeer elke dag hard te lopen als het ook maar enigszins kan. Als ik thuis ben kan ik het makkelijk alle dagen doen, maar ik doe het niet meer in het weekend. Mijn vrouw wil dat niet meer hebben, want in het weekend zijn de kinderen thuis en heeft Julie niet zoveel verplichtingen en dan wil ze dat we de tijd als een hechte familie doorbrengen en samen dingen doen. En ik kan dat begrijpen. Ik weet niet of jij mensen kent die veel rennen, maar de meesten hebben nogal een obsessie als het op rennen aankomt en laten we eerlijk zijn: dat is niet gezond. Ik vergelijk het vaak mensen die golf spelen. Voor mij is het niet moeilijk om in het weekend niet te rennen. Hier is mijn voorbeeld: het is triest dat een man die in het weekend golf speelt de hele week hard werkt en daardoor zijn kinderen niet ziet, omdat die op school zitten. En in het weekend gaat hij golfen en ziet hij zijn kinderen nog niet. Ik vind dat heel triest voor zowel die man als zijn kinderen. Maar goed, ik ren doordeweeks en in het weekend ben ik er voor mijn kinderen. Als ik op tournee ben is het wel eens lastig om elke dag te rennen, maar toch probeer ik overal waar ik optreed, of het nou hier in de States is of in Europa, in de stad te joggen en op die manier de stad te bekijken, al is het soms alleen maar in de buurt van het hotel. Dus op deze manier blijf ik in fysieke vorm. Maar nog veel belangrijker voor mij is de nabijheid van mijn familie.’
Tijdens de Europese tour had je naast Julie en de twee dochters ook je beide zoons bij je, die zelfs regelmatig een song meespeelden in hun houthakkershemden.
‘Ik neem sowieso altijd mijn vrouw mee en onze dochter van vijf, da’s makkelijk want die hoeft nog niet naar school. Als ik in de zomer tour kunnen mijn oudere kinderen meekomen, maar als ik tour tijdens schooltijd dan mogen ze niet mee, want we willen ze niet van school halen. De afgelopen jaren toerde ik voornamelijk in de zomer en dus konden de beide jongens, ze zijn veertien en vijftien nu, mee en dat willen ze maar wat graag. Het zijn trouwens gewone tienerjongens die ook graag andere dingen doen zoals skateboarden met hun vrienden. Dus tot nu toe kon ik het grootste deel van mijn familie meenemen op tournee, al zal dat waarschijnlijk wel gaan veranderen, maar Julie zal volgens mij altijd met me meegaan. Dat mijn beide zonen met me meespeelden was geweldig. Een paar jaar geleden zijn ze uit zichzelf begonnen met gitaarspelen en op een gegeven moment ontdekten ze de classic rock, de muziek waar die generatie nu naar luistert, en ze wilden graag die muziek kunnen spelen. Ik ben dan ook heel blij dat dit zo is, want het had gemakkelijk heel anders kunnen gaan. Want wat als ze opgegroeid waren zoals de jeugd van een paar jaar geleden en van rap hadden gehouden. Ik hou namelijk helemaal niet van hiphop moet je weten. Dan had ik moet luisteren naar Snoop Dogg die vanuit hun slaapkamer te horen was, maar gelukkig houden zij daar ook niet van. Ze zijn net iets jonger dan die generatie. Zij luisteren veel liever naar Led Zeppelin, Cream, Jimi Hendrix, Creedence en de Beatles en omdat ze gitaar spelen proberen ze die songs te spelen. Ze hebben veel vrienden die ook musiceren en die komen allemaal langs om samen te spelen en te jammen in de garage en het is fijn om te merken dat ze net zoveel van muziek gaan houden als ik.’
Je hebt een loyale fanbase, zo heb ik begrepen.
‘Dat klopt ja. Een aantal van hen komen naar alle of bijna alle concerten die ik doe, dat is verbazingwekkend. Er zijn verscheidene van hen die ik kan herkennen als ik optreed en sommigen ken ik ook bij naam, maar er zijn er ongetwijfeld nog heel wat die meestal iets verder naar achteren staan en die ik niet van gezicht ken of die wat terughoudend zijn om gewoon hallo tegen me te zeggen. Maar zij horen dan wel van die andere fans dat dit geen enkel probleem is. Ik vind het heel fijn om fans te ontmoeten en ze de hand te schudden of een handtekening te geven. Ik beschouw mezelf als een geluksvogel die zulke loyale fans heeft die me na al die jaren nog altijd bewonderen, mijn platen kopen en naar concerten gaan. Ik weet dat er ook al heel wat vriendschappen zijn ontstaan tussen fans uit verschillende landen, doordat ze elkaar bij concerten hebben ontmoet of via de website. Ik bemoei me zelf trouwens niet veel met de website, mijn vrouw doet dat overigens wel. De site wordt tegenwoordig door iemand van de platenmaatschappij beheerd, ook toen ik bij het vorige label zat. Zo’n website is een goed instrument om alle betrouwbare informatie over tournees, nieuws over opnamesessies en dergelijke naar buiten te brengen. Ik hoef en wil daar ook niet teveel mee bemoeien, maar ik hoor natuurlijk wel trends en dergelijke van Julie. Een paar jaar geleden bijvoorbeeld werd op het forum gespeculeerd over welke songs uit mijn back catalogue ik zou moeten spelen tijdens mijn concerten. Julie gaf dat aan mij door en uiteindelijk heb ik van dat lijstje ook daadwerkelijk een paar songs gespeeld. Het ging voornamelijk om songs die niet iedereen kent, zoals Ramble Tamble, maar behoorlijk wat fans wilden die nummers graag horen. Ik vind het echt geweldig dat mijn fans de moeite nemen om dat soort suggesties te doen en uiteindelijk communiceer ik op die manier toch met hen via de website.’
Ons gesprek vindt plaats op 16 augustus. Vandaag wordt de 30e sterfdag van Elvis herdacht. Maar ook is het nu 38 jaar geleden dat Creedence op Woodstock speelde. Wat zijn jouw herinneringen daaraan?
‘Dat van Elvis wist ik natuurlijk, alle tv zenders hier besteden er aandacht aan, maar dat Woodstock in deze periode was… wist ik echt niet meer. Maar ja, niemand die daar was kan zich ook maar iets herinneren van wat daar gebeurde, ha ha ha. Laat ik dit zeggen: ik heb de laatste tijd niets gezien of gehoord over Woodstock, maar ieder jaar rond deze tijd zie en hoor ik hier veel over Elvis Presley.’
Je hebt tot nu toe een behoorlijk enerverend bestaan. Is er een kans dat je dit allemaal gaat opschrijven in een autobiografie?
‘Dat hoop ik wel te doen ja. Ik ben er trouwens nog helemaal niet mee bezig op dit moment, maar ik ben zeker van plan om het uiteindelijk te doen. Want zoals je weet zijn er diverse boeken over Creedence verschenen, wat weliswaar niet mijn hele leven maar wel mijn – zeg maar – beroemde leven, en wat al die boeken gemeen hebben is dat ze dingen beschrijven die de schrijvers niet hebben meegemaakt en niet uit de eerste hand weten. In de twee of drie boeken waarover ik gehoord heb, want ik heb geen van die boeken gezien laat staan gelezen, schijnen nogal wat dingen te staan die gewoon niet waar zijn of maar een kant van de zaak belichten. Geen van die mensen hebben met mij gepraat en dus is de informatie van horen zeggen of zelf gefabriceerd en dus niet accuraat en vaak gewoon onjuist. Ik wil dat graag allemaal rechtzetten, maar ik heb er voorlopig gewoon geen tijd voor omdat ik zo druk ben met het schrijven van songs en het maken van muziek voor de toekomst. En dat is waar ik me eerst op wil concentreren. Ik heb zoveel jaren gespendeerd aan juridische zaken en geldzaken en contracten en zo. Het was vaak een kwestie van dat iemand anders negatieve dingen over mij zei of mij aandeed en dat was absoluut niet prettig. Nu dat allemaal voorbij is wil ik verder met de muziek, maar ik ben zeker van plan om alles nog een keer duidelijk uit te leggen. Al dat gedoe met Fantasy is pas in de afgelopen twee jaar opgelost. Weliswaar niet helemaal zoals ik het graag gewild had, maar uiteindelijk kan ik ermee leven wat we overeengekomen zijn. Het was een beetje alsof je huis in brand staat en terwijl je bezig bent met blussen aan de ene kant van het huis gaat het aan de andere kant weer branden, net zoals bij een bosbrand. Maar dat is gelukkig voorbij en ik wil me nu volledig gaan concentreren op het maken van goede en blije muziek, dat is mijn doel voor de komende jaren. Daarna ga ik me misschien druk maken over het schrijven van een autobiografie.’
Tijdens je concerten wissel je na vrijwel elke song van gitaar. Hoeveel gitaren heb je eigenlijk?
‘Als ik op tournee ga neem ik ongeveer twintig gitaren mee en tijdens de show gebruik ik daar ongeveer elf of twaalf van. In mijn collectie heb ik er heel wat, ik weet het niet eens zeker, maar ik denk dat ik er toch zeker wel tweehonderd heb. Dat is leuk en geweldig. Ik vroeg me kortgeleden af: “Stel dat ik Elton John was, hoeveel instrumenten zou ik dan hebben?”, maar ik geloof niet dat pianisten vleugels verzamelen… ha ha ha! Het zou een gigantische stapel worden en je zou een heel groot magazijn moeten hebben als je meer dan een vleugel hebt, omdat ze zo groot zijn. Maar ik weet haast zeker dat Elton John wel meer dan een vleugel heeft. Gitaren lenen zich echter veel beter tot verzamelobjecten. Ik heb er een paar die heel oud en geweldig zijn en natuurlijk heel waardevol, maar ik heb ook heel wat vrij nieuwe gitaren waar ik van hou. Ik ben echt een van die mensen die gek op gitaren is, niet alleen om ze te bezitten en er op te spelen. Als ik een foto van een gitaar in een tijdschrift zie ben ik meteen geïnteresseerd en wil ik er alles over weten. Het klinkt misschien wel gek, maar zo ben ik nou eenmaal. Wat mijn favoriete gitaar is? Moeilijk te zeggen, want er zijn er een paar waar ik helemaal weg van ben en me veel plezier schenken. Er is er eentje die de mensen van Ernie Ball voor mij gemaakt hebben, de gitaar die je op Broken Down Cowboy en Gunslinger op de nieuwe cd hoort. Het heeft een absoluut geweldige sound en het is niet een van hun modellen, maar eentje die ze speciaal voor mij hebben gemaakt en die ook niet voor het publiek beschikbaar komt. Vooral omdat het dan veel te duur zou worden, want de ingrediënten zijn allemaal erg kostbaar. Het ziet er wel uit als een gewone gitaar, maar zal waarschijnlijk drie tot vier keer zo duur worden en dat kan nooit uit om dat in massaproductie te maken. Dit is zeker een van mijn favoriete gitaren. Een andere favoriet is ook vrij nieuw, eentje van PRS (Paul Reed Smith). Het is een van hun zogenaamde Single Cut Tremolo modellen en is blauw, wat mijn favoriete kleur is. Je hoort deze op Creedence Song, Summer Of Love en het begin van Don’t You Wish It Was True. Dus dat is er weer eentje die nieuw is. Ze hoeven dan ook niet allemaal vijftig jaar oud te zijn… al heb ik er daar ook wel een paar van natuurlijk. En voor welke gitaar ik kies maakt het niet uit, de ene keer is het een brandnieuw exemplaar en de andere keer een oude, het gaat erom hoe die voor mij klinkt en aanvoelt.’
Tijdens concerten heb je in-ear monitors in. Hoe is het met je gehoor gesteld na ruim 45 jaar muziek?
‘Wat zeg je? Just kidding… Mijn oren zijn niet meer zo goed als toen ik achttien jaar was. Ik heb zeker heel wat gehoor verloren door het spelen van luide muziek. Gek genoeg niet tijdens de Creedence jaren, maar tijdens het jarenlang drummen in mijn garage. Ik speelde naast een stenen muur en al het lawaai van de bekkens en de snaredrum weerkaatste rechtstreeks van die muur naar mijn oren. Dus mijn gehoor is zeker verminderd, maar ik probeer er nu heel voorzichtig mee om te gaan want ik wil niet nog meer verliezen. Maar ja, als je gitaar wilt spelen in een rock & roll band dan weet je zeker dat je problemen met je oren zult krijgen, dat hoort er helaas gewoon bij. Ik wou dat ik voorzichtiger was geweest, want ook bij mijn genieten van muziek is het vreemd. Vaak hoor ik dingen niet die anderen wel horen, zoals we lopen in een supermarkt en een van mijn zoons zegt “he, ze draaien dat Led Zeppelin nummer” en dan hoor ik absoluut niets, dus dan loop ik naar een van de speakers om te horen wat ze bedoelen. Maar andere keren gebeurt het tegenovergestelde, dan zitten we bijvoorbeeld in een rumoerig restaurant of we lopen over de kermis of zo, en dan hoor ik heel duidelijk een song dat ik ken. Het kan eentje van mezelf zijn of van the Beatles of zo en dan horen mijn kinderen of Julie het echt niet, terwijl hun oren allemaal honderd procent zijn. Hoe het precies kan dat ik het wel hoor en zij niet weet ik niet, maar het is me al heel vaak overkomen.’
Ik begreep dat je volgend jaar weer terug komt naar Europa. Heb je ook plannen om naar Zuid-Amerika, Japan, Australië en zo te gaan?
‘Europa is zeker de bedoeling en die andere landen wil ik heel graag bezoeken, als het in te passen is natuurlijk. Mijn vrouw en ik hebben het al over Zuid-Amerika gehad, want ik ben daar in mijn hele leven nog nooit geweest, behalve twee jaar geleden toen ik in Mexico-Stad opgetreden heb, maar verder ben ik daar nog nooit geweest en wil ik daar graag heen. Het was daar geweldig in Mexico, er kwamen meer dan tienduizend mensen naar mijn concert terwijl ik al die ruim veertig jaar dat ik muziek maak die op de radio kwam daar nog nooit geweest was. Dus ja, ik hoop dat we daar meer van dat soort optredens kunnen doen.’
JOHN’S GEAR
Gitaren:
2 Gibson Les Paul Customs
1956 Custom shop Gibson Les Paul Gold Top met P90 pickups Reissue
Gibson Les Paul Standard Honey burst
Ernie Ball Music Man met Floyd Rose 2 Axis Pacific Blue
Kubicki Baseball bat guitar
Fender Telecaster
Taylor Acoustics 810E en 510E
Paul Reed Smith Custom guitar (Bridge Humbucker, Single in het midden, en P90 in de nek)
Paul Reed Smith Custom 22
Snaren:
Ernie Ball strings, Fender Medium Picks, Schaller straplocks en Ernie Ball Straps
Draadloos in-ear systeem van Sennheiser
Effecten o.a.
Juice Goose Rack Power 320 Ground Loop Control system
2 Aphex Punch Factory Optical Compressors
Voodoo Lab Tremolo
Full tone Supa Tremolo
Line6 DL-4 Delay Moduler
3 Xotic Effects RC Booster
Versterkers:
Mesa Boogie Dual Rectifier naar Ampeg 2×15 Cabinet voor clean en Cornford MK100 Head met 4×12 Wizard Cabinet voor zijn crunch en lead sound