Halverwege de jaren zeventig ontstond in Nieuw-Amsterdam de Instuif, een veertiendaagse ´disco-avond´ in het Gereformeerde Jeugdgebouw De Welput aan de Sportlaan, alleen het magazijn van de winkel van onze buurman stond tussen mijn vaders magazijn en De Welput, waar ik vele uren heb doorgebracht. Meer dan tien jaar vóór Henny Huisman werd daar al een playbackshow georganiseerd met “bands” die illustere namen als Fuckin’ Johnny & The Rippers en Buddah droegen. Op gitaar was daar steeds Henk Bouwman te vinden. Samen met Harry Pater werd hij daar later discjockey van de Suzie Q Disko Sjoo. Hij nam gitaarles bij George Kleefman uit Emmen en trad toe tot de plaatselijke gospelgroep The Holy Light Singers. Samen met de neven Henk Vugteveen en Hendrikus Vugteveen begon hij de groep RAIN, korte tijd maakte ook Jan Willem Deuring deel uit van deze groep. Harry werd manager en probeerde optredens te regelen. Rain trad een aantal keren op, waaronder (uiteraard) in De Welput.
Toen de RAIN uiteen viel richtte Henk in mei 1978 samen met bassist Joop Grit uit Orvelte, die ook bij de gospelgroep speelde en drummer Bert Jagt uit Emmen de hardrockgroep LUMBERJACK op. De naam van de band haalde Henk uit een Engels woordenboek en betekent: houthakker, een benaming die voornamelijk in Canada gebruikt wordt (wellicht ken je de beroemde sketch van Monty Python’s Flying Circus nog: The Lumberjack Song). Toetseniste Ivonne Matena repeteerde enige tijd mee maar verliet de groep voordat er werd opgetreden. Vanwege de connecties met de Suzie Q drive¬in discotheek werd op de Instuif opgetreden en samen met de disco in andere zalen. Harry werd ook manager van Lumberjack en Jan Willem ging de lichtshow doen en het opbouwen en afbreken van de apparatuur, die weer werd verzorgd en bediend door Joop’s oudere broer Albert Grit, die ook al bij de discotheek betrokken was.
Een oude varkensschuur bij het ouderlijk huis van Albert en Joop werd door de groepsleden zelf verbouwd en geïsoleerd tot repetitieruimte. Later werd zelfs een aparte opname/regieruimte ingericht, waar “rustig” gewerkt kon worden aan de opnamen die uiteindelijk op deze cd terecht gekomen zijn. Moeder Grit had altijd de koffie klaar voor de bandleden en later op de avond zelfs het nodige bier en fris! Om de band goed te promoten moesten er foto’s gemaakt worden, hetgeen door Harry werd gedaan, en verder werden posters ontworpen (door Joop) en stickers. Joop had al in het prille begin van de band het logo ontworpen.
Het repertoire bestond voor honderd procent uit covers, die door de band bewerkt waren en vaak niet meer herkend werden als covers. Henk kwam met het nummer Anybody’s Answer van Grand Funk Railroad aanzetten en deze song werd op geheel eigen wijze bewerkt. De andere covers waren van favoriete artiesten en bands als Herman Brood, Golden Earring, Status Quo en Bad Company, kortom: vooral van gitaarbands. Tussendoor traden Henk, Joop en Bert zelfs een avondje als stemmingsorkest Het Houthakkerstrio op een feestavond op.
Lumberjack deed in 1979 mee aan een talentenjacht in Nieuwlande, waar ze tussen een kunstfluiter en een conferencier optraden en tussendoor nog even een duo begeleidden die geen begeleidingsband had. Lumberjack eindigde op de zesde plaats; de prijs bestond uit een waardebon voor kleding èn een optreden in het dorpshuis in Nieuw-Balinge, omdat het jurylid uit die plaats Anybody’s Answer zo goed vond. De band trad verder op in onder meer Borger, Hoogeveen, Nieuw-Weerdinge en in een obscure kroeg in Emmer-Compascuum, de Elmon Bar, waar vrijwel niemand kwam die van hardrock hield, maar die wel een optreden in de daarnaast gelegen zaal, ‘t Compas, opleverde. De uitbater van deze zaal wilde dat de band na het optreden nog een sessie zou gaan doen met aanwezige muzikanten. Er was echter maar één serieuze muzikant aanwezig (de rest was te dronken): Alfred de Blaauw uit Emmer-Compascuum. Het klikte dusdanig tussen Alfred en de rest dat hij al snel lid van de band werd. Na enkele optredens werd begin mei 1980 drummer Bert (met name op aandringen van Alfred) vervangen door een andere Compascumer: Johan Knecht, die al eerder met Alfred samengespeeld had. Speelde Lumberjack vóór de komst van Alfred uitsluitend covers, sinds hij in de band zat kwamen er steeds meer eigen nummers. Veel covers werden door Henk en Harry aangedragen, die ze vaak van elpees van op dat moment nog vrij onbekende bands haalden, zoals April Wine en Rose Tattoo.
De apparatuur werd steeds verfijnder, want Albert schafte steeds weer nieuwere en betere spullen aan (de kwaliteit daarvan is aan deze cd af te horen!), al bleef het voor Albert altijd moeilijk om de feedback vóór te blijven. Het komt nog steeds voor dat mensen die Lumberjack vroeger zagen ook nu nog bij popconcerten tegen elkaar zeggen als er weer eens gepiep vanaf het podium komt: Albert Grit is er ook bij! De lichtshow groeide ook steeds en Jan Willem had het steeds drukker voor, tijdens en na de optredens. De bandleden en de manager hielpen ook mee met het sjouwen van de apparatuur, maar het aansluiten was het werk van Albert (in principe). Later werd de hulp van een tweetal roadies ingeroepen: eerst Henk Tapper, later Loe Rutte. Albert noemde zijn geluidsverhuurbedrijfje West¬sound, nadat hij naar Westerbork verhuisd was. Het management van Lumberjack en Suzie Q werd Shithouse Productions genoemd. De publiciteit werd door Harry verzorgd; hij zorgde voor de foto’s, een biografie en persberichten in de kranten in de regio waar de optredens waren.
De band was dermate overtuigd van de eigen kwaliteit en die van de songs, dat ze probeerden om verder te komen en een platencontract te krijgen. Er werden demo opnamen gemaakt, hetgeen ze niet meeviel: Harry fungeerde zo’n beetje als producer en was nogal kritisch, want na iedere geconstateerde fout of valse noot moest gestopt worden en opnieuw gespeeld, wat sommige bandleden nogal vervelend vonden. Uiteindelijk kwam het dan toch tot een cassette met vijf nummers die naar een aantal platenmaatschappijen werd gestuurd; alleen CBS reageerde hierop, maar helaas negatief. Toen ook VARA’s Popkrant niet aan de verwachtingen voldeed werd besloten om dan maar een plaat in eigen beheer te maken. Diverse keren werd tijdens optredens en radio-interviews (via de Ziekenomroep AKSZO uit Coevorden waar Harry en Jan Willem werkzaam waren en via piraten als Radio Rozetta) een datum van uitkomen van de single Black Sheep Emily/Contrasts gemeld, maar het kwam er steeds niet van.
Via het Artiestenbureau van Henk Roelofs werd een tweetal optredens geregeld in het dorpshuis in het Overijsselse Haarle; de eerste keer in het voorprogramma van Superjones (het latere Het Goede Doel), de tweede keer op eigen gelegenheid. Tot de hoogtepunten hoorden verder twee optredens in de Pyramideclub in Emmen, waarvan één keer met Lemming-zanger Wally Slot als gastzanger en verschillende optredens in De Welput en in de VLC-loods in Nieuw-Amsterdam. Wally was een goede bekende van Harry en Albert Pater en hij was Lumberjack goed gezind: hij gaf regelmatig raad (hij had immers met Lemming al het nodige meegemaakt) en tips. Hij heeft in totaal drie keer met de band opgetreden: in Nieuwlande, de Pyramideclub en in De Welput (op deze cd te horen). Zijn band Lemming had op een gegeven moment het Lumberjack-nummer Contrasts op het repertoire staan, waar helaas geen opnamen van zijn gemaakt (werd niet toegestaan door manager Rob van Vessem). Wally is tegenwoordig bekend als Wally McKey.
Een ander legendarisch optreden vond plaats in de aula van het CSG, de oude school van Alfred en Harry. Samen met Suzie Q werd daar een avond lang opgetreden, waarbij de alcohol bij Alfred goed naar binnen gleed en hij de frustraties van zijn schoolperiode van zich af zong en schreeuwde. Het allerlaatste optreden vond plaats op 16 juli 1981 in de feesttent in Nieuwlande, tijdens de feestweek aldaar. Lumberjack speelde daar als hoofdact, als support act trad Lemming op. Deze verrassende bill was in onderling overleg tussen Harry en Wally geregeld. Na afloop van het optreden, dat helaas lang niet uitverkocht was (het had de hele week gestortregend en de tent was amper met droge voeten te bereiken) moesten de groepsleden zelfs handtekeningen uitdelen aan enthousiaste fans.
Na de zomervakantie werd eind augustus voor het eerst weer gerepeteerd, Alfred had weer veel nieuwe songs geschreven zo vertelde hij. Op de tweede repetitie vertelde hij echter dat hij uit de band stapte, over de reden bleef hij vaag: hij had er in elk geval geen zin meer in. Ook Johan wilde niet meer verder gaan met Lumberjack. Joop en Henk besloten daarop om de band op te heffen en iets anders te gaan doen. Kort daarna richtten zij de folkachtige groep Season op, waarmee ze ook vrij veel succes hadden, en waarbij ook nu weer Albert, Jan Willem en Harry betrokken waren. Wellicht dat deze band op de volgende Shithouse cd vertegenwoordigd is?
(tekst uit het cd boekje)