(Gepubliceerd in Musicmaker 09-2008)
Door velen wordt hij beschouwd als de beste bluesy rockzanger ooit. Paul Rodgers (17 december 1949, Middlesbrough, Engeland) werd veertig jaar geleden (1968) bekend als de leadzanger van Free, met onvergetelijke songs als All Right Now, Wishing Well, My Brother Jake en Mr. Big. Daarna maakte hij furore met Bad Company, met klassiekers als Can’t Get Enough, Feel Like Making Love en Shooting Star. Samen met o.a. Jimmy Page vormde hij korte tijd The Firm. Daarna was hij vooral met zijn solocarrière actief, Al treedt hij nog steeds regelmatig onder de naam Bad Company op, doorgaans met de leden van zijn eigen band.
TEKST EN FOTO’S: HARRY PATER
Vijfentwintig jaar geleden werd Pauls eerste soloalbum uitgebracht, Cut Loose. Tijdens zijn solocarrière maakte hij verschillende albums, waaronder een eerbetoon aan Muddy Waters. Vorig jaar verscheen de live-registratie Live In Glasgow op cd en dvd en speelde hij Bospop in Weert plat. En sinds begin vorig jaar zat hij met Brian May en Roger Taylor van Queen in de studio om de eerste studioplaat van Queen+ Paul Rodgers (QPR) te maken. Deze plaat, The Cosmos Rocks getiteld, verscheen half september en vrijwel tegelijkertijd begon in Oekraïne voor 350.000 mensen een uitgebreide Europese tournee. Op 7 oktober staat QPR in een al maanden uitverkocht Ahoy. Eind juni kon de wereld de band al zien tijdens het Hyde Park concert ter gelegenheid van Nelson Mandela’s 90e verjaardag.
Paul, vertel eens over de opnamen van The Cosmos Rocks.
‘We zijn er begin vorig jaar aan begonnen, in de Priory studio van Roger Taylor. We hadden al een paar songs samen geschreven en we waren het er al vrij snel over eens hoe die moesten klinken. Uiteindelijk hebben we met tussenpozen zo’n anderhalf jaar over de opnamen gedaan. Dat duurde zo lang omdat Brian het zo druk had met zijn afstuderen. Zoals je weet is hij sinds vorig jaar professor in de astronomie. Al vrij snel na de eerste wereldtournee van QPR, kwamen we bij elkaar om over onze gezamenlijke toekomst te praten. We waren alle drie van mening dat dit te leuk was om het bij een eenmalige tour te laten. Brian en Roger zeiden dat ze dan wel aan nieuw gezamenlijk materiaal wilden gaan werken, want ze wilden niet dat we alleen maar oude hits van Queen en van mijn bands Free en Bad Company zouden gaan spelen. Ik vond dat meteen een geweldig idee en vertelde dat ik zelfs al een paar songs had geschreven die we misschien wel zouden kunnen gebruiken. Uiteindelijk zijn er veertien songs op het album terechtgekomen, allemaal geschreven en gecomponeerd door Queen+ Paul Rodgers, net zoals Queen het de laatste jaren met Freddie en John deed. Wie er met het idee gekomen is of wie de riff bedacht heeft is niet belangrijk, het gaat om het eindresultaat en dat is bij al deze songs een product van ons drietjes. De eerste single C-lebrity gaat over al die mensen die beroemd worden zonder enig talent, dus de Paris Hiltons van deze wereld en sommige deelnemers aan tv-talentenshows als Idols. Het is overigens niet zo dat ik alle songs zing, Roger zingt twee songs en op Say It’s Not True zingen we allemaal. Brian doet de meeste gitaarpartijen, al speel ik ook op de meeste songs gitaar. Je weet neem ik aan dat John Deacon zich uit de muziekwereld heeft teruggetrokken na het overlijden van Freddie, al heeft hij als het ware zijn zegen gegeven voor dit project. Brian en ik hebben de baspartijen verdeeld en uiteraard doet Roger alle drums en percussie. Ik ben heel benieuwd hoe het album ontvangen wordt, de muziek is wel wat heavier dan op de laatste Queenplaten. Maar ja, het is dan ook geen Queen meer maar QPR.’
In 2005 en 2006 deed QPR een wereldtournee, zonder een plaat te hebben uitgebracht. Hoe was dat?
‘Die tour was werkelijk fantastisch om te doen. We hadden van tevoren geen idee hoe het zou uitpakken, al waren de arenashows allemaal ruim voor het begin van de tour uitverkocht. Het was voor mij ook een verrassing dat ik zo snel door de diehard Queenfans geaccepteerd werd, al vanaf het allereerste optreden was het alsof ik in een warm bad terechtkwam. We werden al snel teruggevraagd om in grotere locaties op te treden en dus werd de tournee langer en langer en kwamen we uiteindelijk in stadions terecht. Het fantastische van deze band is dat het eigenlijk niet uitmaakt of we in een kleinere zaal of in een stadion spelen, iedere keer lukt het weer om er een intieme sfeer te creëren, met name bij songs als ’39 en Love Of My Life die Brian in zijn eentje doet. Het publiek reageerde ook overal heel enthousiast op de Bad Company songs en All Right Now werd iedere keer weer luidkeels meegezongen. Het laatste concert van de tournee was in Vancouver, Canada, en dat was het allerbeste optreden van die twee jaar. Alles klopte daar.’
Kenden jullie elkaar al lang?
‘We hebben elkaar pas echt voor het eerst ontmoet in 2004 tijdens een award ceremonie in Engeland, Brian begeleidde mij tijdens All Right Now en deed dat ook tijdens het Strat Pack concert in Wembley in het najaar van 2004, bij de viering van 50 jaar Fender Stratocaster. Ik ontmoette daar ook Roger Taylor. We kletsten gezellig en het bleek dat het tussen ons heel goed klikte en we spraken af elkaar op korte termijn weer eens te zien. Toen vertelden ze mij dat ze een jaar eerder in Zuid-Afrika opgetreden hadden tijdens het 46664 festival ter ere van Nelson Mandela, wat een groot succes was en dat het hen naar meer smaakte. Of ik interesse had om met hen op tournee te gaan, waarbij ik naast Queensongs die goed bij mij zouden passen ook eigen werk zou mogen doen. Ze benadrukten meteen dat het absoluut niet de bedoeling was om op welke manier dan ook Freddie te imiteren, wat ik ook niet wilde en eerlijk gezegd ook nooit zou kunnen. Ik vorm als het ware een brug tussen Brian en Roger. Freddie had een unieke stijl en dat wordt van mij ook beweerd. Brian en Roger vertelden mij dat Freddie fan van mij was en in de beginjaren van Queen ook regelmatig concerten van Free en Bad Company had bezocht. Ik heb hem helaas nooit ontmoet en John Deacon trouwens ook niet. En na al die verhalen die ze mij vertelden vind ik dat heel spijtig.’
Tijdens de vorige tournee deed jij drie of vier songs van jezelf. En straks?
‘Het is sowieso een andere situatie, omdat we nu een nieuw album hebben en daarvan zullen we er ook zeker een stuk of wat songs spelen. Ik blijf natuurlijk mijn hits zingen en wellicht variëren in welke ik dan doe. Hoewel we vrijwel iedere avond een vrij vaste setlist hebben, kunnen we daar toch heus wel van afwijken.’
Als jullie samen zijn, praten jullie dan alleen over muziek?
‘Nee hoor, dat valt reuze mee. Als we met muziek bezig zijn wel natuurlijk, maar verder praten we over auto’s, vrouwen, voetbal en andere sporten. Kortom: we praten over dezelfde onderwerpen als andere kerels onder elkaar.’
Je woont in de States, hebt een Amerikaanse band. Maar de live-dvd/cd nam je in 2006 in Glasgow op. Waarom juist daar?
‘De live-dvd/cd van Bad Company namen we bewust in de States op, omdat we daar nog altijd heel populair waren en onze reünietournee een groot succes was. Het was voor het eerst in twintig jaar dat ik weer met die jongens speelde en dat was ook fantastisch. Maar goed, daarna wilde ik weer met mijn eigen band spelen en dat gebeurde zoals gebruikelijk ook voornamelijk in Amerika. We deden een tour door Groot-Brittannië en na het optreden in de Royal Albert Hall hadden we er veel spijt van dat we dat concert niet hadden opgenomen. Het was namelijk een fantastisch optreden, waarbij alles klopte en waar ook veel muziekvrienden aanwezig waren, zoals Gary Moore, David Gilmour en Brian en Roger. Omdat het publiek in het noorden van Engeland en Schotland altijd erg goed op mijn muziek reageerde besloten we het concert in Glasgow op te nemen. Dat was een goede beslissing, zo merk ik ook aan de reacties en recensies.’
Heb jij je ook bemoeid met hoe de dvd eruit ziet en klinkt?
‘In zoverre dat ik wel bij de montage van de beelden ben geweest. Het concert is met een stuk of vijftien camera’s gefilmd en naast een totaalbeeld zijn ook de opnamen van alle camera’s apart bewaard. Omdat het allemaal digitaal en synchroon is opgenomen is het vrij simpel om een andere hoek te kiezen als de hoek die in eerste instantie was gekozen toch niet voldoet. Fascinerend om te zien hoe dat werkt. Ik heb me wel met het geluid bezig gehouden, vooral voor de cd-versie. Alleen had ik het te druk om me met de surround mix te bemoeien. Maar ik hoor steeds dat die ook erg goed is. Ik heb overigens geen platencontract meer. Al heel wat jaren niet, omdat ik dan altijd het gevoel heb dat ik dan iemand anders eigendom ben. Mijn vrouw doet de meeste zakelijke dingen, dus daar heb ik ook geen omkijken naar. Ik heb dan ook nooit druk van wie dan ook om weer eens een plaat te maken. Dat doe ik alleen als ik er zelf aan toe ben en pas als ik helemaal tevreden ben zoek ik een maatschappij om de distributie en de promotie te doen. Momenteel doet Eagle Records dat, zij hebben een goede wereldwijde distributie en dat is erg belangrijk.’
Je ziet er voor je leeftijd heel goed uit. Hoe doe je dat?
‘Dank je wel. Dat komt voor een belangrijk deel doordat ik zo’n mooie jonge vrouw heb ha ha ha! En verder doe ik veel aan sport. Ik jog veel, ben vaak in de sportschool te vinden en doe aan yoga. In de buurt waar ik woon is een heel mooi meer, waar ik vaak in zwem en verder ga ik vaak in mijn kano het water op. Aan de andere kant van dat meer is prachtige natuur en daar vertoef ik ook graag. Je moet weten dat het meer ontzettend diep is, het is niet eens bekend hoe diep. Dus het is ook avontuurlijk en soms riskant om er te zijn, vooral als het weer ineens omslaat.’
En je stembanden, hoe houd je die op peil?
‘Het belangrijkste is om niet te roken en weinig alcohol te drinken. In het verleden heb ik zeker veel verkeerde dingen gedaan, maar dat is gelukkig alweer lang geleden en daar heb ik geen last meer van. Voor een optreden zonder ik me altijd een tijdje af om een beetje in te zingen, al doe ik dat heel rustig. Ik drink altijd een kopje thee, hoe Brits wil je me hebben, want dat maakt de stembanden soepel. Sowieso forceer ik mijn stembanden nooit. Dankzij de in-ear monitors kan ik mezelf perfect horen en dus hoef ik me niet, zoals vroeger, als het ware te overschreeuwen. Ik ben ook heel blij met de draadloze microfoons en oortelefoons. Vroeger had je daarbij vaak last van storingen, vooral als je in de buurt van een vliegveld optrad, maar die dingen zijn tegenwoordig zo goed dat je daar geen last meer van hebt. Ook belangrijk is een goede monitormixer, die weet wat goed voor je is. Ik heb de oortelefoons ook niet al te hard staan. In het begin moest ik er heel erg aan wennen, omdat ik de reacties van het publiek niet meekreeg. Tegenwoordig is wat ik hoor een mix van mijn stem, de muziek van de band en het publieksgeluid.’
Je wordt veel geprezen door collega’s en hebt al heel wat onderscheidingen gekregen vanwege je zangkwaliteiten. Maar door wie ben jij beïnvloed?
‘Iedere keer als ik hoor of lees dat iemand mij bewondert dan springt mijn hart een beetje omhoog. Ik beschouw het echt als een Godsgeschenk dat ik dit talent heb gekregen, ik ben er dan ook erg zuinig op zoals ik je al vertelde. Ik ben vooral door soulzangers geïnspireerd, Sam Cooke, the Temptations, Four Tops, Aretha Franklin en Otis Redding. In mijn jeugd draaide ik bijna uitsluitend soulmuziek, Tamla/Motown vooral. Maar ook blueszangers als John Lee Hooker en niet te vergeten Muddy Waters waren en zijn van grote invloed op mij.’
Je bent niet alleen leadzanger, je speelt ook gitaar. Waar speel je het liefst op?
‘Ik heb een heleboel gitaren, ook al ben ik niet echt een verzamelaar zoals sommige van mijn collega’s. Momenteel speel ik op een Yamaha APX900, een akoestisch-elektrische gitaar, die heel fijn speelt. Het grote voordeel van deze gitaar is dat er geen problemen zijn met feedback, wat je bij akoestische gitaren toch vrij snel hebt als er met hoge volumes gespeeld wordt. Verder bespeel ik een Korg T-100 piano. Wat we meestal doen is dat er een gewone piano wordt neergezet en dat de Korg er dan in gezet wordt. Vooral omdat ik een gewone piano er veel mooier vind uitzien dan zo’n modern ding. Het publiek denkt dan dat ik op een gewone oude piano speel, terwijl het toch gewoon de Korg is die ze horen. Mijn favoriete microfoons zijn van Shure, liefst de SM58 , en de laatste jaren de draadloze variant daarvan. Draadloze microfoons geven je zoveel vrijheid als zanger, zeker als je zoals met QPR op grote podia met catwalks speelt. De meeste zangers en zangeressen van tegenwoordig werken met draadloze microfoons.’
Al zag ik vorig jaar Roger Daltrey van The Who die daar blijkbaar niets van moet hebben…
‘Nee, dat kan ik begrijpen in zijn geval. Ik neem aan dat zijn microfoon flink ingetaped was met een lang snoer? Anders kan hij natuurlijk niet zijn befaamde act doen met het rondzwaaien van zijn microfoon.’