(Gepubliceerd in NOIZE Rockmagazine #2 – 1993)
Interview: Harry Pater/Henry Knegt
Fotografie: Harry Pater
JETHRO TULL viert dit jaar zijn vijfentwintigjarig bestaan met een vierdelige cd-boxset met o.a. veel live-opnamen en outtakes uit de afgelopen kwart eeuw. Daarnaast doet de band rond Ian Anderson tijdens een uitgebreide wereldtournee veel landen aan, waaronder een uitverkocht Vredenburg in Utrecht. Bij onze oosterburen doet de band voornamelijk openluchtconcerten met een andere legendarische band als speciale gast: Procol Harum.
NOIZE sprak uitvoerig met bandleider, zanger en dwarsfluitist Ian Anderson, die zich als een zeer aangename gesprekspartner ontpopte. Toen een van ons hem vroeg zijn privé-exemplaar van de elpee “Thick As A Brick” te signeren vertelde Ian dat hij deze zelf niet eens meer had. Kortgeleden had hij nog een exemplaar te koop gezien, maar hij vond vijftig pond toch wel wat veel voor een tweedehandsje… We praatten over het verschil tussen heden en verleden, zoals wat betreft het opnemen van platen:
‘Het duurt tegenwoordig veel langer om een plaat op te nemen dan vroeger. Dat ligt in de eerste plaats aan het feit dat de sound perfect moet zijn voor de gevoelige oren van tegenwoordig. Sinds de uitvinding van de cd en andere audiotechnische verbeteringen moet je daar meer op letten. Vroeger kon je bijvoorbeeld niet teveel lage tonen op een elpee zetten, omdat de naalden en platenspelers en vooral de luidsprekers daar niet tegen konden. De hartslag op Dark Side Of The Moon van Pink Floyd bijvoorbeeld heeft heel wat mensen speakers en glaswerk gekost. Op cd komt die plaat pas goed tot z’n recht. Hetzelfde geldt voor onze platen. Veel van de muziek die je tegenwoordig hoort wordt gemaakt door de computer, het ritme is dan perfect, rekenkundig klopt het allemaal precies, maar toch mis ik dan het gevoel dat er bij hoort. Als je dan bijvoorbeeld teruggaat naar Baby Please Don’t Go van Them met Van Morrison, dan hoor je een enorm goede sound en een prima vertolking, die nooit beter had kunnen zijn met moderne apparatuur, samples en drumcomputers en zo.’
‘Ik denk wel dat de grote rockmuziek geweest is, je kunt het bijna niet meer verbeteren tenzij je erg origineel en goed bent. Iedere jonge rockfanaat heeft al zoveel muziek gehoord als hij een jaar of twintig is. Ze hebben al zoveel geschiedenis gehoord en ze worden erg kieskeurig omdat ze zo verwend zijn met de sound van vandaag de dag. Ze beseffen vaak niet hoe goed de muziek van “vroeger” wel niet is, alleen maar omdat de sound hen ouderwets voorkomt, ze doen vaak niet eens de moeite om door het “slechte” geluid heen te prikken om echt naar de muziek te luisteren. De goeden niet te na gesproken natuurlijk, want ik spreek vooral de laatste tijd regelmatig zeer jonge muziekfans die juist naar de oude bands uit de jaren zestig en zeventig luisteren in plaats van naar de moderne bands, omdat ze vinden dat die niet het door hen gewenste gevoel uitdrukken. De muziek van tegenwoordig veroorzaakt niet meer dezelfde mate van opwinding, dezelfde relevantie in sociaal en emotioneel opzicht in de gevaarlijke reis van puber naar volwassene als dat het geval was bij de mensen die opgroeiden met de muziek van de jaren zestig en zeventig. Wij proberen deze gevoelens in onze muziek te leggen, maar we moeten tegelijkertijd accepteren dat we moeten concurreren met de machines. Wij en andere bands zitten nu langer in de studio om alles kloppend te maken en om het gevoel van de “primitieve” rockmuziek van zo’n dertig jaar geleden te pakken te krijgen en dat valt absoluut niet mee. Het kan aan ons eigen gevoel liggen, maar wij zijn van mening dat de digitale opnamen, hoe mooi ze ook klinken, toch niet dàt warme gevoel geven als de ouderwetse analoge opnamen. Als je dan hoort van bands als Dire Straits, Simple Minds en Def Leppard die meer dan een jaar in de studio zitten om één plaat op te nemen… dat vind ik wel erg lang. Wij doen er ongeveer drie maanden over, maar als je ouder wordt gaat niet alles meer zo snel als je wel wilt en je hebt dan ook andere behoeften en bezigheden. Daarnaast wonen wij allemaal in verschillende plaatsen behoorlijk ver uit elkaar dus we zien elkaar ook niet al te vaak, alleen bij plaatopnamen en tijdens tournees eigenlijk. Ik heb geen vast plan bij het opnemen van een nieuw album, iedere keer probeer ik het weer anders te doen.’
Kun je vertellen hoe je songs schrijft?
‘Elke song heeft ook een andere ontstaansgeschiedenis, geboorte. Soms gaan we de studio in met geen enkel idee van wat we nu weer eens zullen gaan opnemen en dan ontstaat er spontaan iets tijdens het jammen. Dan weer kom ik met een complete song aanzetten en een andere keer gebeurt het dat ik met een beetje muziek en een kant-en-klare tekst kom en dat we samen de song arrangeren. Ik wil ook absoluut geen voorgekookt proces om een song te maken. Het moet iedere keer weer anders zijn. De ene keer begin ik met een titel, een andere keer heb ik een paar zinnen of een onderwerp in mijn hoofd, soms heb ik een hele melodie bedacht en soms een enkele riff van waaruit we dan een song fabriceren. Soms heb ik alleen een stukje song op fluit of op een ander instrument gemaakt en maken we van daaruit een song. De meeste songs die we op plaat zetten zijn niet ouder dan een jaar. Ik schrijf veel meer dan we op een plaat kwijt kunnen, dus selecteren we alleen de beste. De rest is dan niet goed genoeg. Het gebeurt maar zelden dat we een song gebruiken die we al eerder hebben laten liggen.’
Dus je werkt niet zoals Bruce Springsteen dat doet, die songs op een nieuwe plaat zet die hij soms al wel tien jaar eerder geschreven heeft?
‘Nee, zo werk ik niet. Als een song niet door de, zeg maar, eerste selectie komt, dan was die typisch niet goed genoeg, dus waarom zou-die dan later wel geschikt zijn? Heb je een nieuw album gemaakt dan ga je daarna op tournee om die plaat te promoten. Je hebt dan geen tijd om songs te schrijven. Dus alle ideeën worden niet gebruikt. Je moet maar zo rekenen: als je een idee had voor een song en je kunt het je later niet meer herinneren, dan is dat idee gewoon niet goed genoeg geweest. De meeste songs die wij opnemen zijn vlak voor of tijdens het opnameproces geschreven. Ik ben de gelukkige eigenaar van een eigen studio en ik ben de enige die erin mag, ik wil er geen vieze jonge rockers in hebben…’
Jullie zitten al meer dan twintig jaar bij dezelfde platenmaatschappij, Chrysalis, na eerst een paar jaar bij Island gezeten te hebben. Dat moet dus wel goed bevallen…
‘Niemand heeft een contract voor het leven en we hebben niet altijd een even goede verhouding, maar er is een zekere mate van loyaliteit tussen hen en ons. Ik werk in Engeland al drieëntwintig jaar met dezelfde ‘agent” en in de States al tweeëntwintig jaar. De meeste leden van onze crew zijn ook al vijftien jaar of langer bij ons. Je hoeft het natuurlijk niet overal mee eens te zijn, we hebben zelfs zeer regelmatig stevige aanvaringen, maar mede dankzij het feit dat we al zo lang samenwerken komen we er altijd weer uit zonder dat de ander het gevoel heeft iets verloren te hebben, hoewel wij natuurlijk niet altijd onze zin krijgen natuurlijk. De mensen in de platenwereld komen en gaan. Bij haast iedere nieuwe plaat heb ik weer met andere A&R mensen te maken en dan moet je je iedere keer weer opnieuw bewijzen aan een jonge gast die vaak nog nooit van je gehoord heeft en dus ook niet weet dat jij voor een gedeelte voor zijn salaris zorgt.’
Even een reisje langs Memory Lane. In 1972 verscheen het klassieke Jethro Tull album “Thick As A Brick”, met dat prachtige hoesontwerp: een complete uitvouwbare krant met allerlei echt lijkende artikelen en foto’s. Was het gemakkelijk om dat moeilijk realiseerbare hoesontwerp erdoor te krijgen bij de platenmaatschappij?
‘Terry Ellis was toen onze manager en zowel hij als Chrysalis waren er niet blij mee. Hij vond het een belachelijk idee, met name omdat hij het zelf niet bedacht had. Nu waren veel van zijn ideeën wel goed, al vond ik de hoes van Aqualung ook niet mooi. Niemand had ooit een debuutplaat gemaakt zonder de naam van de artiest of band op de hoes. De Thick As A Brick hoes kostte ons, dat waren Jeffrey Hammond-Hammond, John Evan, Roy Aldridge en ik, erg veel tijd en moeite. Het maken van de hoes kostte ons zelfs meer tijd dan het opnemen van de plaat! Maar we wilden dan ook iets anders dan anderen maken. We hebben er ook een aantal prijzen mee gewonnen èn de plaat heeft goed verkocht, dus het moet toch wel een goed idee geweest zijn. Bij latere persingen heeft Chrysalis echter gemeend de krant weg te laten en alleen een gedeelte van de voorpagina op de hoes af te drukken. Dus fans: alleen als je de hoes met de krant hebt heb je de originele versie! Ikzelf heb er niets eens een meer, ik gaf in het verleden nogal eens platen weg aan vrienden en bekenden, tot ik op een gegeven moment ontdekte dat ik er zelf geen exemplaar meer van had… Het hoesontwerp zie ik nog steeds als een beetje kunst en zeker een van de beste Jethro Tull-platenhoezen.’
Over onderscheidingen gesproken. Een paar jaar geleden kregen jullie een American Music Award, een Grammy, in de sector hardrock en heavy metal. Iets dat vriend en vijand verbaasde, alleen al de nominatie in die categorie al…
‘Het was voor ons ook een verrassing dat we in die categorie genomineerd werden. Ik werd opgebeld met die mededeling en toen vroeg ik wie er nog meer genomineerde waren. Dat waren Metallica, Iggy Pop en Jane’s Addiction. Ik zei toen: “Jongens, oppassen want we kunnen wel eens gaan winnen!” Niemand geloofde mij, want ze dachten allemaal dat Metallica zou gaan winnen. Zij zelf ook trouwens, want waarom zouden ze daar anders hebben opgetreden tijdens de uitreiking? Moet ik nog naar de States? vroeg ik aan de platenmaatschappij, want ik was toen bezig met het opnemen van de plaat. Ze zeiden dat ze me wel zouden bellen als dachten dat dat nodig was. Twee dagen vóór de uitreiking belde ik ze zelf maar weer eens op om te vragen of ik toch maar niet moest gaan. “Nee”, zeiden ze. “We denken toch niet dat je een kans maakt om te winnen, bovendien zijn Huey Lewis en Pat Benatar er ook al.” Toen werd ik opeens opgebeld vanuit de VS met de doodleuke mededeling dat we de Grammy gewonnen hadden. Veel journalisten waren kwaad, Metallica was kwaad en veel van hun fans waren kwaad omdat zij er live gespeeld hadden, dus namen zij aan dat de prijs wel naar hen zou gaan. Ook Alice Cooper was verontwaardigd, hij kon het onwillige publiek niet stil krijgen toen hij de Grammy wilde uitreiken. Aardige man verder hoor, die Alice. Maar hoe dan ook, het is nu eenmaal een feit dat Jethro Tull geen heavy metal band is en ook geen hardrock band. Maar ik daag iedereen uit om te bewijzen dat er in onze muziek géén hardrockinvloeden zitten, zeker als je naar onze live-shows kijkt. Onze live uitvoeringen bevatten veel hardrock elementen. Onder hardrock verstaan we harde riffs, keiharde drums, gierende gitaarsolo’s en gierende vocalen. Allemaal erg eendimensionaal dus. Muziek heeft meer elementen zoals drama, licht en schaduw, teksten, volume en tonen, en die horen er allemaal bij. Metallica is “red meat and potatoes” vind ik. Ik doe er wat salade bij, pastiches en zeebanket. Muziek maken is net als de liefde bedrijven vind ik, je kunt het snel op-en-neer doen of er samen iets moois van maken…’
Vind het muziek maken nog net zo leuk als 25 jaar geleden?
‘Ik vind het erg leuk wat ik doe, dit is ook hetgeen ik het beste kan doen. Ik weet dat ik een van de beste tekstschrijvers in de rock’n’roll muziekwereld ben. Ik weet dat, maar als je geen Engelsman bent weet je dat niet omdat je dan bepaalde essentiële dingen mist, hoe goed je de engelse taal ook beheerst. Ik heb ook shit geschreven, maar ook songs waar ik erg trots op ben. Ik zit bij de bovenste twintig van beste songschrijvers. Ik ken niet veel mensen die net zo goed zijn als ik. Bob Dylan en Mark Knopfler zijn zeer goed. Ik heb die nieuwste Metallica cd een tijdje geleden gekocht, ik wilde toch eens weten waarom al die mensen dachten dat zij die Grammy hadden moeten krijgen en niet wij. De teksten zijn nog slechter dan die van Spinal Tap, ze zijn bij het infantiele af, zo slecht. Het zullen best wel aardige kerels zijn hoor maar ze zullen de geschiedenisboeken niet halen, ze zullen geruisloos verdwijnen zoals er zoveel geruisloos verdwenen zijn in de afgelopen dertig jaar.’
‘Hetzelfde geldt voor Bryan Adams vind ik. Hij vertegenwoordigt de middenklasse, hij speelt de “middle of the road” muziek van de rock & roll. Het is vriendelijke en geïndustrialiseerde rock & roll. Het klinkt goed, het zit goed in elkaar, hij ziet er goed uit en zingt goed, maakt goede video’s en goede concerten, maar hij zal de geschiedenisboeken niet halen. Ex-president Gorbatsjov bijvoorbeeld wel, evenals de Beatles, de Stones, Sex Pistols… Metallica en Bryan Adams missen dat beetje extra waardoor ze zich onsterfelijk maken. Jethro Tull? Wij zijn er bijna om een plaatsje in de geschiedenisboeken te krijgen, we werken er nog steeds aan. Als je ooit eens een slechte kritiek over Jethro Tull leest, de meeste zullen overigens sowieso negatief zijn, bedenk je dan wel dat Ian Anderson de baan van die journalist zó kan overnemen, maar dat dit andersom niet geldt! Ze moeten vaak een deadline halen en soms zien ze alleen maar de eerste drie songs van een optreden. Soms vragen ze zelfs van tevoren om de setlist, maar die krijgen ze niet van mij, want ik ga het hen niet gemakkelijker maken dan ze het al hebben. Als ze zo graag willen weten welke songs we spelen moeten ze tot het eind wachten. Op die manier krijg je ook een eerlijker verslag van een concert.’
Mick Box van Uriah Heep vertelde ons eens van een kritiek op een concert van hen dat op het laatste moment was afgelast…
‘… En natuurlijk werd het concert afgekraakt, of niet soms? Zulke figuren zouden en plein public aan de muur genageld moeten worden. Het is absurd dat zulke mensen zich journalist mogen noemen en dat ze er nog voor betaald worden ook! Toen ik zestien jaar was ben ik een keer naar de plaatselijke krant gegaan om mediacommunicatie en journalistiek te bestuderen. Dat accepteerden ze daar niet. Later wilde ik bij de politie en ook daar wilden ze me niet, dus toen bleef er voor mij niets anders over dan de muziek!’