(gepubliceerd in Musicmaker #4-2009)
13 juli 2008, Bospop festival in Weert. In de grote tent speelt de voor vrijwel iedereen onbekende Dana Fuchs Band uit New York. Zelden meegemaakt dat een onbekende zangeres vrijwel het hele publiek het refrein van haar derde (onbekende) liedje luidkeels kan laten meezingen. De tranen staan in haar ogen en uren later is ze er nog emotioneel over. Enkele maanden later is Dana terug in ons land en ook bij de vijf concerten die ze hier geeft speelt ze elke zaal plat. De komende tijd is ze veelvuldig in ons land te bewonderen. Hoog tijd voor een nadere kennismaking.
TEKST : HARRY PATER
FOTO’s: HARRY PATER en HENRY KNEGT
Musicmaker spreekt de inmiddels 33-jarige Dana Fuchs enkele keren na een steeds enerverend en energiek optreden, waarin ze begeleid wordt door haar vaste gitarist en songschrijver Jon Diamond èn een drietal Nederlandse muzikanten: Walter Latupeirissa op bas, Bobby van den Bergh op toetsen en Nicky Hustinx op drums.
Je bent alleen bij een select gezelschap bekend, vertel eens wat over jezelf.
‘Ik woon sinds 1999 in New York, maar ben geboren in Wildwood, een klein stadje in Florida, als jongste van zes kinderen. Mijn familie is altijd erg muzikaal geweest en mijn oudste broer en oudere zus hadden een classic rockband. Ik heb altijd graag gezongen en toen ik twaalf was zong ik bij het plaatselijke Baptistenkoor, wat ik fantastisch vond. Ik kon me daar heel fijn bij uitleven, maar op een gegeven moment wilde ik ook in een band en toen ik zestien was werd ik gevraagd om zangeres van een populaire plaatselijke band te worden. We traden veel op, vooral in de plaatselijke Holiday Inn. Mijn zus Donna vertrok naar New York en ik wist meteen dat ik daar ook heen wilde, want je weet het: als je het daar kunt maken dan lukt het overal! Op mijn negentiende vertrok ik liftend naar the big apple en ontmoette daar al snel Jon Diamond, een geweldige gitarist. Ik vertelde hem dat ik naar New York was gekomen om daar in de muziek verder te gaan. Hij vroeg me meteen naar welke artiesten ik luisterde en ik antwoordde Mick Jagger, Robert Plant oftewel de Rolling Stones en Led Zeppelin! Hij zei: “die zijn geweldig, maar je moet gaan uitzoeken waar zij naar luisterden, dan gaat er een wereld voor je open”, en hij had gelijk! Ik leerde zo veel oude blues, R&B en soul kennen en we begonnen samen een band. Al snel kregen we een fanatieke aanhang in New York, kreeg ik een rol in een musical over Janis Joplin, namen we een cd met eigen werk op en werd ik gevraagd om in de film Across The Universe te spelen. Daarna gingen we weer veel spelen en proberen de wereld te veroveren vanuit New York City en dus vertrokken we naar Europa.’
Had je al eerder geacteerd?
‘Nou nee, behalve in toneelstukjes en musicals op school dan. Love, Janis was mijn eerste echte rol. De musical liep al anderhalf jaar en op een gegeven moment zochten ze een nieuwe hoofdrolspeelster omdat Beth Hart, die dat eerst was, stopte. Bij de auditie vroegen ze me of ik liedjes van Janis Joplin kon zingen, ik kende er slechts een, zong deze en werd toen meteen aangenomen. Een week later was mijn eerste voorstelling! Dus ik had zeven dagen de tijd om het hele script en alle liedjes uit mijn hoofd te leren; en dus was ik letterlijk dag en nacht bezig om dat te doen. Gelukkig kan ik heel goed teksten onthouden en voor zover ik me kan herinneren heb ik me nooit in een songtekst of gesproken tekst vergist.’
Je noemde Beth Hart. Veel mensen die jou hebben gehoord vergelijken je met haar.
‘Eerlijk gezegd heb ik haar nog nooit ontmoet, maar veel over haar gehoord. Het grappige is dat we beiden exact dezelfde kledingmaat hebben, dus ze hoefden geen nieuwe kleren voor me te maken, ik kon gewoon haar kleren aan die ze in Love, Janis droeg. In totaal draaide de musical ruim twee jaar en ik heb er de laatste zes maanden in gespeeld. Ik kon het ook niet weigeren, want het script, de songs en de cast waren geweldig. Toen ik ermee begon hadden we net onze eerste cd uitgebracht en toen de musicaltijd voorbij was gingen Jon en ik weer optreden.’
En hoe kwam je in de film Across The Universe van regisseuse Julie Taymor terecht?
‘Iemand uit haar entourage had mij in de musical gezien en daarna tijdens een optreden met mijn band en omdat ze voor de rol van zangeres Sadie iemand zochten die qua stem en uiterlijk wel een beetje op Janis Joplin leek vroegen ze mij. De film speelt zich grotendeels af in het New York aan het eind van de jaren zestig, dus in de periode van de Vietnam oorlog, rellen, demonstraties en de hippies. De tijd waarin veel Amerikanen beseften dat ze door de regering werden voorgelogen en dergelijke. Mijn gitarist in de film leek een beetje op Jimi Hendrix, ik dus als Janis en alle muziek is van The Beatles. De cast bestond uit vrij onbekende acteurs en enkele gastrollen voor Joe Cocker en Bono. Alle songs zijn door de cast ingezongen, wat heel bijzonder was omdat sommige van hen nog nooit gezongen hadden. Maar met een musical producer als T Bone Burnett erbij is dat geweldig gelukt. Ook ik heb mijn steentje mogen bijdragen, omdat ik de enige met echte zangervaring was. De film was een groot succes in de States, evenals de soundtrack cd. Daarvan zijn er miljoenen verkocht en dat is voor mijn naamsbekendheid ook goed natuurlijk. Vooral op de dubbelcd-versie staan door mij ingezongen Beatlessongs, al staat Helter Skelter op beide versies en dit blijkt het populairst te zijn. Niet voor niets speel ik dit nummer elke avond bij mijn optredens.’
Je hebt tot nu toe twee cd’s uitgebracht, Lonely For A Lifetime (2003) en Live In NYC (2008), beiden op een klein label.
‘Klopt, het is heel moeilijk om een platencontract te krijgen als je niet gewoon popmuziek maakt zoals wij. En omdat we al snel een behoorlijke aanhang kregen door onze optredens was er veel vraag naar een cd. We lieten er een paar duizend van persen en die waren al snel uitverkocht, dus kwam er een nieuwe persing die ook alweer weg is. Er kwam veel vraag naar een live-cd en dus besloten we een concert in de BB King Blues Club in New York op te nemen. We lieten het ook meteen filmen, zodat er ook een dvd van kon komen. Wel behoorlijk low budget allemaal, maar de kwaliteit is best goed. Op de dvd hebben we ook opnamen van Jon en ik samen gezet, want we doen ook vrij veel optredens met z’n tweetjes. Inmiddels zijn zowel de cd als de dvd uitverkocht, maar ze worden nu bij geperst zodat ze weer verkrijgbaar zijn als we straks in Europa zijn. Ook de eerste cd wordt opnieuw uitgebracht, omdat we zagen welke belachelijke bedragen ervoor gevraagd werden op internet. Wij willen dat onze fans de cd voor een normaal bedrag kunnen aanschaffen en dus komt-ie opnieuw uit, waarschijnlijk net na de zomer. En laten we eerlijk zijn: je hebt tegenwoordig geen grote platenmaatschappij meer nodig, als je maar een goede distributie hebt. De soundtrack van Across The Universe is overigens wel bij een groot label, Sony, uitgebracht, maar daar houden we als uitvoerenden toch weinig aan over omdat het allemaal Beatlescomposities zijn.’
De meeste songs heb je samen met Jon geschreven. Hoe is jullie werkwijze?
‘Dat varieert nogal. De ene keer kom ik met een tekst, Jon leest die en verzint er ter plekke een melodie bij en de andere keer heeft hij een riff of een melodie en maak ik er een tekst bij. De rolverdeling is duidelijk: Jon doet de muziek en ik doe de tekst. Vooral omdat ik volledig achter elke tekst die ik zing wil staan. Ik ben erg kritisch als het om teksten gaat, dus er verdwijnen ook heel wat teksten in de prullenbak.’
Tijdens Bospop kreeg je iedereen aan het meezingen met Songbird en ik zag je tranen. In de aankondiging vertelde je dat het over je overleden zus gaat.
‘Dat was een fantastisch gevoel toen iedereen meezong. Songbird is zo ongeveer het meest persoonlijke dat ik ooit geschreven heb. Mijn zus Donna was, zoals ik al vertelde, al eerder naar New York vertrokken om het daar als zangeres te maken. Maar zij kwam met de verkeerde mensen en met drugs in aanraking. Dat is mij trouwens ook gebeurd, maar ik ben er abrupt mee gestopt nadat Donna zelfmoord had gepleegd. Veel van mijn teksten gaan over verdriet, religie en allerlei problemen. Liefdesliedjes schrijf ik haast niet. Mijn moeder vroeg me een tijdje geleden waarom ik dat niet doe. Kort daarna schreef ik er eentje, al zou je dat niet zeggen als je de titel ziet. Mijn moeders reactie was dan ook “nou schrijft ze een keer een liefdesliedje en dan noemt ze het Misery, typisch Dana”. Haha!’
Tijdens je vorige en komende Nederlandse concerten werk je met Nederlandse begeleiders. Waarom?
‘Tja, de kosten hè? Als we onze Amerikaanse bandleden zouden meenemen kost ons dat handenvol geld en omdat we nog vrij onbekend zijn kunnen we nog niet zoveel vragen voor onze optredens en dus moesten we een andere oplossing zoeken. Onze Nederlandse promotor Ed Leunisse stelde voor een paar topmuzikanten te regelen en dat heeft hij helemaal waargemaakt. We hadden ze onze cd’s gestuurd en toen we ze ontmoetten hadden ze alle songs al ingestudeerd! We kwamen op donderdag vanuit Finland aan, waar Jon en ik als duo hadden opgetreden; ontmoetten ze op vrijdag en repeteerden toen een paar uur met ze; op zaterdag was het eerste optreden op een festival in Peer, België en op zondag Bospop. Het was geweldig om met deze mannen op te treden, naast dat het fantastische muzikanten zijn blijken ze ook heel aardig. En dus hebben we ze weer gevraagd toen we in het najaar terugkwamen en doen ze ook mee tijdens onze Europese tour die eind april begint. Het gaat om Walter Latupeirissa (Alquin, Snowy White, Pat Travers) op bas, Jusso Whistler (Bert Heerink Band, Hans Dulfer) op drums en Bobby van den Bergh (Polle Eduard) op toetsen. Stuk voor stuk mannen die, zo hebben ze me inmiddels duidelijk gemaakt, hun sporen in de muziek meer dan verdiend hebben.’
Je noemde net Finland, hoe kwam je daar terecht?
‘Iemand uit Finland had mij gezien in de musical, had de cd gekocht en die laten horen aan een muziekjournalist uit Helsinki. Die was meteen enthousiast, kwam naar me kijken in New York en schreef daar een heel positief artikel over. Naar aanleiding daarvan werd ik gevraagd om op een festival in de buurt van Helsinki op te treden en toen dat een succes bleek werden we teruggevraagd. Zo kwamen we ook in Zweden terecht en uiteindelijk in Duitsland. In al deze landen traden we als duo op, voornamelijk in kleine clubs. En toen we dus gevraagd werden voor Bospop en Peer en we te horen kregen hoeveel publiek daar komt, moesten we wel met een band komen.’
In Duitsland deden jullie afgelopen herfst een flink aantal clubshows, ook met band?
‘Nee, die concerten deden Jon en ik met z’n tweetjes. In Duitsland spelen was trouwens erg speciaal voor me, want zoals je aan mijn achternaam kunt zien ben ik van Duitse afkomst. Mijn voorouders komen uit het noorden van Duitsland, al weet ik zo niet uit welke plaats. Maar dat ga ik uitzoeken en de volgende keer wil ik graag naar die streek om te zien waar ik uiteindelijk vandaan kom. Mijn moeder is trouwens van Nederlandse afkomst. Toen ik nog een klein meisje was kreeg ik van haar zo’n Hollandse pop met klederdracht en klompjes. En natuurlijk een kleine windmolen! Ik heb daar vroeger veel mee gespeeld.’
Tijdens onze eerste twee ontmoetingen vertelde je dat je bezig was met de volgende cd. Hoe staat het daar nu mee?
‘We zijn er inderdaad al heel lang mee bezig, maar omdat we het zo druk hebben met optreden in de States komen we haast niet toe aan het daadwerkelijk opnemen van het materiaal. We waren van plan om in juni de studio in te gaan, maar dit zal nu waarschijnlijk pas in september worden. We willen het in elk geval niet overhaasten, vooral ook omdat nog lang niet iedereen de eerste twee cd’s heeft kunnen aanschaffen. We moeten overigens verschillende geplande optredens in Amerika uitstellen omdat we zoveel aanvragen vanuit Europa krijgen. In het najaar komen we dan ook terug, ook naar Nederland. Vooral in Italië zijn ze sinds de film erg in ons geïnteresseerd, dus je zou wel gek zijn om daar dan niet heen te gaan!’
Zoals ik je op het podium bezig zag en op de ‘achter de schermen beelden’ op de dvd en de film, vraag ik me af: heb je een muzikale opleiding achter de rug?
‘Nou, mijn opgroeien in een muzikale familie en daarna in het kerkkoor zijn absoluut beslissend geweest, maar echt les heb ik niet gehad. Pas toen ik in New York woonde en ik veel optrad ben ik eens naar een zangleraar geweest. Hij is gespecialiseerd in klassieke muziekzangers en heeft niets met rock, soul of blues, maar hij luisterde en keek terwijl ik zong en gaf me ongelooflijk goede tips. Vooral speciale ademhalingstechnieken leerde hij me. Gelukkig rook ik niet en drink ik geen alcohol voor of tijdens een optreden. Om mijn stem goed te houden is het verder belangrijk dat ik niet meer dan drie dagen achterelkaar zing en dan liefst twee dagen rust heb. Maar of dat tijdens de komende tournees gaat lukken… ik hoop het van harte!’
DANA FUCHS DUTCH TOUR 2009
Mei:
02 Moulin Blues Festival – Ospel
17 Effenaar – Eindhoven
21 Klomppop Festival – Ovezande
22 De Kade – Zaandam
23 The Hague Jazz Fest – Den Haag
31 Ribs & Blues Festival – Raalte
Juni:
26 Zoks Festival Venlo
GEAR
Jon Diamond bespeelt een Fender Telecaster met ROOTS gitaarversterkers RA220 bij duo-optredens en RA60 met bandoptredens en BGS 2-12 Back Slant Cab cabinet.