Tekst en foto’s: Harry Pater
(Gepubliceerd in Music Maker 07-2001; met mijn allereerste coverfoto!)
Na Bohemian Rhapsody van Queen eindigde Smoke On The Water van Deep Purple op de tweede plaats van een recente ‘hitlijst’ van de beste gitaarnummers aller tijden. De componist van dat nummer met het beroemde intro ‘duh duh duh, duh-duh-de-duh, duh duh duh, duh-duh’ is Ritchie Blackmore, alom (onder meer in Guitar World) erkend als een van de meest invloedrijke gitaristen aller tijden. Ritchie verliet inmiddels al weer zeven jaar geleden Purple om – na een korte periode met het heropgerichte Rainbow – samen met zijn levenspartner, de Amerikaanse tekstschrijfster en zangeres Candice Night iets heel anders te gaan doen: renaissance muziek maken onder de naam Blackmore’s Night. Music Maker werd als enige Nederlandse muziekblad uitgenodigd voor een exclusief interview met Ritchie en Candice, op Lumley Castle in Noord-Oost Engeland.
Van hardrock naar de middeleeuwen
Ritchie: ‘Dat ik nu deze muziek maak is niet eens zo veel verschillend van wat ik hiervoor deed. Mensen die mij altijd gevolgd hebben weten dat ik in feite altijd dezelfde stijl van muziek maakte, alleen speelde ik toen elektrisch. Het is vrijwel dezelfde muziek maar dan op een akoestische gitaar gespeeld. Wat ik nu doe is wel degelijk een uitdaging voor me want het is een heel andere techniek, in plaats van met een plectrum doe ik het nu allemaal met m’n vingers en dat is soms erg lastig. Luister maar naar nummers als The Temple Of The King en Sixteenth Century Greensleeves die ik met Rainbow speelde, toen deed ik in feite hetzelfde als nu, maar dan elektrisch. Ik raakte in middeleeuwse muziek geïnteresseerd in 1972 nadat ik een televisiedocumentaire had gezien over Hendrik VIII en dan met name vanwege de muziek in dat programma. Dat was muziek van de boeren uit die tijd en die werd gespeeld op houten blaasinstrumenten en dus niet op de luit of zo.
Door Ian Anderson van Jethro Tull werd ik later weer naar deze muziek geleid en toen ik Candice ontmoet had bleek dat zij ook erg van deze muziek hield en zo is uiteindelijk Blackmore’s Night ontstaan.’
‘Op de nieuwe cd staan vier nummers met heavier gitaarwerk om de fans te laten horen dat dit nog steeds een onderdeel van de band is. Als we optreden doen we zo’n uur en veertig minuten met acoustisch-electrische muziek, folk-renaissance-rock en zo’n dertig minuten met wat rock. Iedereen die naar onze platen luistert hoort beide muzieksoorten, we maken dus niet één muziekstijl. De song Benzai-Ten heeft bijvoorbeeld flinke Aziatische invloeden. Ik hou erg van de toonladders uit Turkije en het Midden-Oosten. Veel van onze muziek is tweetonig van aard en oorspronkelijk afkomstig uit midden en zuid Europa en dan vooral uit Italië, Spanje en Turkije. Ik ben altijd al geïnspireerd geweest door Turkse toonladders en muziek uit het Midden-Oosten. Wij maken eigenlijk Europese muziek, al denken veel mensen dat wij Ierse of Keltische muziek maken, maar dat klopt niet. Keltische muziek gaat als het ware van Engeland tot aan Schotland en een klein stukje van Ierland, hoewel ze in Ierland vooral Ierse muziek maken. Meestal schrijf ik eerst de muziek en daarna maakt Candice daar een tekst bij, al gebeurt het ook wel eens andersom. Soms bedenk ik naast de muziek ook een melodie voor haar om te zingen, maar meestal gaan we zitten luisteren en dan vragen we ons af waar het ons aan doet denken en dan werken we van daaruit verder. We bedenken bijvoorbeeld dat het over een renaissancefeest moet gaan en dan maakt zij daar dan een tekst bij en passen we zo nodig de instrumentatie aan en zo komen we dan tenslotte uit bij het nummer Renaissance Fair. Uiteindelijk moeten de sfeer van de muziek en die van de tekst wel in overeenstemming met elkaar zijn, anders komt de bedoeling niet goed over bij de luisteraar. Voor Village On The Sand bedachten we dat het een soort piratenlied moest worden en vervolgens kwam Candice met vijftien coupletten aanzetten, het leek haast wel een novelle! Ze wist niet van ophouden…’ Candice: ‘Dat is het mooie van zijn melodieën, die zijn zo sterk en intens, dat als je alleen maar de muziek hoort en je sluit daarbij je ogen dan krijg je vanzelf allerlei gevoelens en ideeën over waar het eigenlijk over gaat.’
Invloeden:
Ritchie: ‘De componist waar ik het meest door beïnvloed ben in deze muzieksoort, Thomas de Chateau, komt uit Antwerpen. Hij leefde zo rond 1500-1550 en is echt mijn held. Pierre Attaignant die ergens in de zestiende eeuw leefde is ook een held van mij, evenals Ian Anderson en Frans Beckenbauer natuurlijk. Een van mijn meest favoriete groepen is Des Geiers Schwarzer Haufen uit Duitsland. Zij maken traditionele middeleeuwse muziek en doen dat geweldig goed. Toen ik hen voor de eerste keer zag was het net of ik wakker geworden was in de middeleeuwen! Ze zagen er uit als vier minstreels die in het hooi geslapen hadden. Ik vroeg ze of ze nog een gitarist nodig hadden, maar ze zeiden nee…
We proberen om eerlijkheid terug te brengen in de muziek, op een simpele manier. We willen zover mogelijk weg blijven van de plastic wereld, vooral van de computergestuurde wereld. Onze muziek is als hout, organisch en natuurlijk. Soms gaan we de studio in met alleen akoestische gitaren omdat we denken dat we niet meer nodig hebben. Onze producer weet ons er iedere keer weer van te overtuigen dat we toch meer instrumentatie nodig hebben zodat de muziek er nog beter van wordt.’
Onze fans zijn als familie
Ritchie: ‘We willen met deze cd niet echt een groter publiek bereiken. Het publiek dat we nu hebben is zoals we het graag willen, we houden er graag controle over. Dat we nu iets heavier muziek op de plaat hebben gezet betekent niet dat we ons op een ander publiek richten, sommige songs vereisten nu eenmaal een wat grotere sound. Onze producer Pat Regan is eigenlijk een rock producer en bij sommige songs wilde hij een heavier geluid hebben omdat dat volgens hem beter paste en we moeten hem gelijk geven.’
Candice: ‘De reden dat we specifieke instrumenten of bepaalde songstructuren gebruikten was niet om andere mensen te plezieren maar was puur egoïstisch voor onszelf. Uiteindelijk maken we deze muziek voor onszelf en als andere mensen het ook mooi vinden is dat natuurlijk heel fijn en mooi meegenomen. Als andere mensen ons pad willen volgen is dat prima en als ze dat niet willen ook. We zien onze fans meer als vrienden en familie. Er zijn er die ons overal volgen en die hun huizen openstellen voor andere fans. Veel van onze fans zijn echt vrienden van elkaar geworden, zij kleden zich allemaal in kostuums uit de renaissance en dat schept natuurlijk ook een band. De fans weten ook dat we eerlijk zijn in wat we doen en dat we het niet voor het geld of de roem doen, want dan hadden we toch heel andere muziek moeten maken.’
Ritchie: ‘Toen wij hieraan begonnen waren er veel mensen, vooral management en promotors, die ons afraadden om dit te gaan doen: waarom in vredesnaam middeleeuwse muziek gaan maken, daar is toch geen markt voor, daar is toch geen geld mee te verdienen? Ik zei dat geld geen reden was en dat ik vijfendertig jaar lang vooral gedaan had wat andere mensen wilden en dat ik nu wilde gaan doen wat ik zelf wilde doen. Het was natuurlijk wel riskant om iets totaal anders te gaan doen, maar je kunt in het leven niet altijd doen wat anderen willen, op een bepaald moment moet je je eigen wil gaan volgen, wat de eventuele consequenties ook mogen zijn. In eerste instantie wilde geen enkele promotor met ons werken, want renaissancemuziek was volgens hen niet te verkopen. Maar het punt is: het is geweldige muziek. Hou je er niet van, laat dan maar. Wij houden er wel van en wij zoeken dan wel iemand die er ook van houdt.’
Candice: ‘Zo langzamerhand gaat het steeds beter, er komen steeds meer mensen naar onze optredens en de muziek wordt ook steeds populairder. In Engeland en Amerika bijvoorbeeld worden heel veel renaissancemarkten georganiseerd en daar komen duizenden mensen op af.
In het begin werden we door de promotors in rockclubs gezet waarbij ze Ritchie’s naam groot op de affiches zetten zodat er vooral rockfans op afkwamen. Sinds een paar jaar werken we met enkele promotors die ons in prachtige kastelen, theaters en kathedralen zetten, wat het plaatje kompleet maakt. Mensen die naar ons komen in een kasteel krijgen vanzelf een ander gevoel dan als ze ons in een rockclub zouden zien. Door de sfeer en de omgeving en de muziek kom je vanzelf in de juiste stemming.’ Ritchie: ‘Het is een soort zigeunerkaravaan die ons volgt, al die mensen die met hun families komen en die vaak die kostuums dragen. Het is maar één keer gebeurd dat er iemand om Smoke On The Water riep, dat was in Chicago. De mensen die voor hem zaten draaiden zich om en riepen in koor: shut up!’ Candice: ‘We spelen als toegift meestal nog wel een of twee oude Purple of Rainbow songs, maar eigenlijk hoeft het niet want op de eerste en de tweede cd staan zestien nummers en op de nieuwe zelfs zeventien, dus er is genoeg materiaal om uit te kiezen.’
Op tournee
Candice: ‘We gaan eind juni van start met onze tournee in Griekenland. Vandaar gaan we naar Turkije, Polen, Rusland en daarna naar Nederland, Finland, Schotland, Wales. Allemaal landen waar we nog nooit gespeeld hebben. Verder gaan we naar Engeland, Duitsland, Italië, Spanje en Frankrijk.’ Ritchie: ‘We hadden al veel eerder in Nederland willen optreden maar vanwege problemen met de vorige manager lukte dat niet. Dat was namelijk dezelfde als van Deep Purple en wij waren bij hem weggegaan zoals je zult begrijpen. Hij zei tegen de concertorganisatoren dat als ze Blackmore’s Night zouden boeken ze dan geen bands van hem meer konden krijgen, dus geen Purple, Nazareth, Uriah Heep en dergelijke. Hij deed er alles aan om te voorkomen dat wij konden optreden. Gelukkig waren de meeste andere promotors niet door hem geïntimideerd en konden we bijna overal wel spelen.’
Het management van Blackmore’s Night wordt sinds enkele jaren gedaan door de moeder van Candice, Carole Stevens van Minstrel Hall Music.
Deep Purple re-masters
Ritchie: ‘Het irriteert mij mateloos dat al die platen opnieuw worden uitgebracht. Een paar jaar geleden vertelde een fan me dat hij de nieuwe geremixte en geremasterde cd had gekocht van Machine Head die was uitgebracht vijfentwintig jaar na de eerste release. Hij vertelde dat hij het wel leuk vond, maar dat hij de nieuwe solo’s niet zo goed vond. ‘Wat, hoezo, welke nieuwe solo’s?’ vroeg ik hem. ‘Zoals in Smoke On The Water bijvoorbeeld’ zei hij. Ik ben toen aan het bellen gegaan en toen bleek dat Roger Glover gewoon andere solo’s in de nummers had geplakt, solo’s die we indertijd bewust niet hadden gebruikt.
Ook compleet andere versies van songs heeft hij op de plaat gezet zonder ook maar enig overleg. Het gaat verdorie om mijn artistieke integriteit en wat doet mijn vriend van weleer, om wat extra exemplaren te verkopen gebruikt hij nummers die we indertijd hebben afgekeurd en verandert hij naar zijn believen solo’s die ik indertijd gemaakt heb voor versies met foute noten en dergelijke. Hij heeft daar volgens mij absoluut het recht niet toe, maar hij gaat er maar mee door. We denken er hard aan om een rechtszaak te beginnen, want dit kan natuurlijk niet. Je begrijpt dat wij geen vrienden meer zijn. Ik heb in de loop der jaren veel problemen met Ian Gillan gehad, maar dat waren normale meningsverschillen, zoiets heeft Ian me nooit geflikt. Ik heb al m’n respect voor Roger Glover verloren en ik denk niet dat ik ooit nog met hem zal praten.’
Deep Purple anno 2001
Ritchie: ‘Ik heb de nieuwe Deep Purple nog nooit gehoord. Hoeft ook niet, want ik weet dat het een goede band is, ik heb er vele jaren zelf ingezeten en dat vind ik wel genoeg. Ik heb zo lang met hen gespeeld dus ik zie geen enkele reden om nu nog naar hen te luisteren. Ik weet niet of het goed, slecht of anders is, want ik heb nog nooit een nummer van hen gehoord. Steve Morse is een briljante gitarist en ik ben blij dat ze zijn doorgegaan, want toen ik opstapte voelden ze zich erg ellendig omdat ze dachten dat ze ook moesten stoppen, maar ik zei hen dat ze een andere gitarist moesten zoeken en doorgaan. Ik wilde hun verdere carrières niet in de weg zitten, ik wilde alleen niet met hen verder gaan, ik had er echt genoeg van en ik ben nog elke dag blij dat ik die beslissing toen genomen heb. We hebben nu beiden wat we graag willen: zij zijn altijd op tournee, wat ze graag willen en ik wil dat niet, ik wil ook andere dingen doen en alleen op tournee gaan als ik dat wil. Vroeger wilde ik ook niet langer dan zes maanden per jaar optreden terwijl zij het liefst het hele jaar door op tournee zijn.’
‘Veel muzikanten noemen Purple en mij als voorbeeld en dat is natuurlijk erg vleiend. Wij hebben geweldige muziek gemaakt samen, In Rock, Machine Head en Burn zijn mijn favoriete platen en ik hou ook erg van Perfect Strangers. Maar je kunt niet eeuwig doorgaan met altijd maar weer hetzelfde spelen, je moet verder in het leven. Daarom ben ik er ook uitgestapt en ben ik dit gaan doen.’
Fires At Midnight
Blackmore’s Night maakte twee albums: Shadow Of The Moon uit 1997 en Under A Violet Moon uit 1999. Begin juli verschijnt de derde cd Fires At Midnight die – evenals de eerste – door Ritchie Blackmore en Pat Regan werd geproduceerd.
Het nieuwe album duurt bijna zeventig minuten en bevat zestien tracks (de Japanse versie heeft er zeventien). Op The Times They Are A-Changin’ van Bob Dylan na (de eerste single) zijn alle liedjes door Ritchie (muziek) en Candice (tekst) geschreven. De cd is gevarieerder dan de vorige twee en klinkt mooi transparant. Het blijft overigens jammer dat er synthesizers gebruikt worden in plaats van authentieke instrumenten. Ritchie: ‘De cd is digitaal opgenomen omdat de producer het wil, maar ik ben erg sceptisch over al dat computergestuurde gedoe, geef mij maar analoog, da’s veel warmer van klank en niet zo clean. Of hij gelijk had weet ik niet want ik kan nu niet meer naar die muziek luisteren, dat doe ik over een jaar weer.’
Gouden gitaar
Ritchie: ‘Ik kreeg van een aantal fans een gouden gitaar aangeboden. Ze hebben flink wat geld bij elkaar gelegd en een van hen, Henk van Schijndel uit Nederland (Spijkenisse), heeft een exacte kopie van mijn Fender Stratocaster gemaakt en deze verguld. Hij ziet er geweldig mooi uit en het is natuurlijk fantastisch dat fans dat voor je over hebben, ik vind het een hele grote eer. Het blijkt dat je muziek bij sommige mensen meer losmaakt dan je je realiseert.’
Promotie
De eerste twee cd’s van Blackmore’s Night verschenen bij Edel. De nieuwe bij SPV. De reden is volgens Ritchie heel simpel: ‘Linda Hill. Zij is de internationale promotiedame bij Edel en zij verving iemand in die functie. Voordien ging het allemaal goed met de promotie, voldoende interviews en zo. Linda besloot om de tweede cd niet te gaan promoten, omdat ze vond dat het te middeleeuws was of iets dergelijks. Als de pers interviews wilde aanvragen met ons deed ze zo moeilijk dat er niets van terecht kwam. Wij waren daar uiteraard erg kwaad over, want wij hoorden dat pas later. Het had heel slecht kunnen uitwerken voor onze carrière, maar we hoorden het gelukkig net op tijd. We besloten daarop dat we naar een ander label wilden en dat werd dus SPV. Zij pakken het allemaal veel professioneler aan. De afgelopen twee weken hebben we meer dan vijfenzeventig interviews gegeven aan persmensen uit heel Europa, we hebben al een videoclip gemaakt en ze hebben al drie singles gepland voor dit jaar.’
SPV liet de wereldpers overvliegen naar een achthonderd jaar oud kasteel, gaf hen de gelegenheid de artiest in kwestie te interviewen, met hem te voetballen en een exclusief en kleinschalig optreden bijwonen. SPV spendeert zo’n half miljoen DM aan promotie alleen… en nu maar hopen dat die investeringen terugverdiend worden!
Voetballen
Voorwaarde van het maken van foto’s tijdens het voetballen (team Blackmore vs. team internationale pers) was dat je meevoetbalde… Ondergetekende heeft 5 minuten meegespeeld en gaf zelfs een assist die tot een doelpunt tegen Blackmore leidde! Aangezien Ritchie niet tegen z’n verlies kan werd de wedstrijd uiteindelijk met 4-3 gewonnen, zodat het optreden en het diner ‘s avonds gewoon konden doorgaan!
Mijn eerste en enige frontcover foto; bewerking: Petra Guijt